Flora en fauna
- Dove heidelucifer
- Roodborsttapuit


Natuurnieuws
- Vitale landschapselementen
- Halveren bestrijdingsmiddelengebruik
- Campagne ‘Niet zonder natuur’

Natuur Uit en Thuis
- UIT: Bruine winterjuffer

- THUIS: Winterse speldenprik


Natuur kort
- Wolkorrels

- Groene ader

Natuurexcursie
- geen

Website van de maand
- http://freenatureimages.eu/

Citaat van de maand
- Carol Rifka Brunt


Boekennieuws
- De wereld is mijn atelier

Natuur Plus
- Kleine zwaan

Bomenweetjes
- Regenboogboom

Uit tips
- Tao Meng - Flower power

- Human Nature

 
NB. De links in onderstaande teksten zijn vet gedrukt en hebben een groene kleur.
 

 
   
   
   


dove of melige heidelucifer(Cladonia macilenta)

Een paar jaar geleden zag ik in januari in een natuurgebied in Noord-Brabant een opvallend plantje staan, dat een oude boomstronk bijna volledig bedekte. Het bleek geen plantje te zijn maar een korstmos. Een korstmos is noch plant, noch schimmel, maar een symbiose tussen een schimmel en een groenwier en/of een blauwalg. De alg maakt door fotosynthese suikers aan. Hiervan leeft de schimmel. De schimmel zorgt voor bescherming van de alg tegen weersomstandigheden zoals uitdroging en predatoren en scheidt vaak antibiotica af.

De dove heidelucifer heeft heel fijne staafvormige bekers die uitlopen in een punt. Ze zijn rechtopstaand, onvertakt of bovenaan fijn vertakt en te vinden op de grond, op strooisel in heidegebieden, op stuifzanden, rottend hout en boomstronken. De soort is soms ook epifytisch (groeiend op levende planten zonder hieraan voedingsstoffen te onttrekken) of komt voor op steen of oude muren. De kleine vruchtlichamen trekken de aandacht door de felle rode kleur.

Ontbreken die, dan is de dove heideluciferook te herkennen aan de lichtgroene kleur en het grijzige poederige (melige) oppervlak van de takjes. Dit verklaart zijn tweede naam 'Melige heidelucifer'.

Hij is gemakkelijk te verwarren met de rode heidelucifer. Maar of je nu de een ziet of de ander, ze doen qua schoonheid niet voor elkaar onder.


roodborsttapuit(Saxicola torquata)

Op de overgang van een vorig oud-naar-nieuw zat deze felgekleurde roodborsttapuit op een uitkijkpost in de polder. ’Onze’ roodborsttapuiten trekken vanaf september en oktober naar Zuidwest-Europa waar ze de winter doorbrengen, maar bij zachte winters blijven ze ook wel in Nederland.

Na een serie zachte winters neemt het aantal overwinterende roodborsttapuiten toe; na enkele koude en sneeuwrijke winters is de neiging om hier te blijven blijkbaar weer getemperd. Trekkers keren tegen het eind van februari terug en beginnen in maart te zingen. Met ongeveer 17.500 paar is dit zangvogeltje (11,5 tot 13 cm lang) een vrij algemene broedvogel in Nederland.

Het mannetje heeft een rode borst, een zwarte kop en een witte keelband. Vrouwtjes zijn minder fel getekend en hebben naast de wat lichtere oranje borst, bruin gestreepte bovendelen.
Roodborsttapuiten zijn bedrijvige beestjes, die twee tot drie legsels per jaar produceren. Vanaf een uitkijkpost in het territorium wordt het grootste deel van het uit insecten en ander klein gedierte bestaande voedsel opgespoord. Voornamelijk insecten zoals langpootmuggen, maar ze eten ook wormen, rupsen, vlinders, spinnen, slakken, zaden en bessen.


Roodborsttapuiten zijn vaak te zien op de heide, in de duinen, in ruige, open moerasgebieden en in halfopen boerenland. In de de top van een struik laten ze vaak hun kenmerkende roep horen: een zacht geprevel met korte scherpe klanken als 'trak, wiet trak-trak wiet'. Als ik dat geluid hoor (ik ervaar het als het getik van schrikdraad) dan weet ik dat ‘mijn schrikdraadvogeltje’ in de buurt is. Het geluid wordt ook wel omschreven als twee kiezelsteentjes die tegen elkaar aan worden getikt.

terug naar boven >>

   
 
   
   


Vitale landschapselementen

Het Dinamo Fonds (samenvoeging van de drie werkterreinen die het fonds steunt: Dieren-Natuur- Monumenten), steunt een aantal projecten in Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Beveland, Schouwen-Duivenland, Tholen, de Utrechtse Heuvelrug, de Achterhoek, de Veluwe, de Drentse Veenkoloniën en Twente. Met een bijdrage van 101.000 euro wordt in deze gebieden een impuls gegeven aan het herstel van vitale landschapselementen zoals heggen, hagen, boomwallen, poelen, grasland, hoogstamfruitbomen en dijken.

Voor het tweede jaar selecteerde LandschappenNL de ingediende projecten voor het samenwerkingsprogramma 'Herstel en behoud van vitale landschapselementen'. Zij dragen ook actief bij in de kosten en de uitvoering van de projecten in samenwerking met andere terreineigenaren. De helft van de bijdrage wordt besteed aan projecten om de overgebleven kenmerkende landschapselementen te versterken die in de loop van de tijd door verschillende oorzaken sterk afgenomen en bijna verdwenen zijn.

Oude boomwal langs de Eder Heide. Foto: Dinamo Fonds.

Met de andere helft worden projecten gesteund in het herstel van bestaande landschapselementen en het aanpassen van de directe omgeving om de natuurwaarden en de biodiversiteit een nieuwe impuls te geven. In 2021 steunde het fonds al vier herstelprojecten in de provincies Noord-Brabant, Limburg, Zuid-Holland en Groningen met 100.000 euro. In het najaar van 2023 wordt dit bedrag wederom beschikbaar gesteld voor nieuwe herstelaanvragen.

Bron: LandschappenNL


Halveren bestrijdingsmiddelengebruik

Het gebruik van de chemische middelen moet omlaag. Europa heeft net aangekondigd dat lidstaten hun bestrijdingsmiddelengebruik tegen 2030 moeten hebben gehalveerd. Nederland scoort het slechtst van alle Europese landen. Maar ook de onderzoeken moeten anders. Het voorzorgsprincipe is van groot belang: als er twijfel is, niet doen.

Dat principe wordt nu totaal in de wind geslagen.’ Zo zijn onlangs nieuwe bestrijdingsmiddelen toegestaan als alternatief voor de gevaarlijke neonicotinoïden. Daarbij is helaas geen gebruik gemaakt van de nieuwste richtlijnen en wetenschappelijke data over bijen. Die laten zien dat die middelen het zenuwstelsel van bijen aantasten. Ze kunnen hun nest niet vinden en gaan daardoor dood. Binnen het onderzoek is het criterium dat ze binnen een paar uur doodgaan. Dat is niet het geval -ze sterven later- en dus mag zo’n middel door. Onvoorstelbaar! Zeker omdat juist insecten als de bij zo belangrijk zijn voor ons voedsel.’

Bron: Natuur & Milieu



Campagne ‘Niet zonder natuur’

De ministers voor Natuur en Stikstof en Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit en diverse Tweede Kamerleden namen op 6 december een grote koffer met planten in ontvangst vlak voor de start van de begrotingsbehandeling van LNV. Met deze actie riepen 90 organisaties het kabinet op om te bouwen aan een toekomst waarin ruimte is voor natuur, een gezond klimaat en natuurvriendelijke landbouw. De natuur in Nederland staat onder grote druk en investeren in natuur kan niet wachten. Nergens in Europa gaat het zo slecht met de biodiversiteit als hier.



Nederland bungelt onderaan de lijst Europese landen als het gaat om oppervlakte beschermde natuur en waterkwaliteit. Planten- en diersoorten verdwijnen en dat is slecht nieuws voor ons allemaal. Want de natuur is als een kaartenhuis; als soorten uitsterven, stort het geheel in elkaar. In de natuur is alles van elkaar afhankelijk. Wij kunnen niet zonder natuur, de politiek moet doorpakken zoals gepland. De betrokken organisaties verenigen natuurorganisaties, wetenschappers, verkeersorganisaties, banken, kerken, bouwbedrijven en boeren.

Bron: Landschappen.nl

terug naar boven >>

   
   
   
   


Elke maand schrijf ik een stukje over iets wat ik in de afgelopen maand heb gezien tijdens een van mijn wandelingen.
UIT: ergens in het land.
THUIS: Maasland (ZH) en omstreken.

Tiny van der Meer


NATUUR uit: winterjuffer

Langs de route Huis ter Heide van de mooisteroutes.nl zie ik een veld vol kerstbomen en een hulst pronkt al met zijn vele rode bessen. Maar denken aan de winter of de kerst? Nee…dat lijkt (en is) nog zó ver weg. Het is met 16 graden de warmste, zonovergoten 12e november ooit ! Ik loop over bruine bladertapijten, zie de artistieke aftakeling van een zwam, bewonder duizenden glinsterende dauwdruppels in het gras en enorme parasolzwammen. Ik geniet van een 'koesteren-in-de-zon’-bankje, dat wel op een héél fijne plek staat.

Voor mij ligt een biologisch akkertje van Natuurmonumenten, waar hommels en zweefvliegen de laatste bloeiende bloemen bezoeken en een libel met gehavende vleugels uitrust op een gevallen herfstblad. Dan zie ik opeens een juffer. Ze valt bijna niet op op het kleurige blad van een eik.

Het is de bruine winterjuffer, een kleine Europese pantserjuffer. De bruine- en de noordse winterjuffer zijn de enige twee libellen die als volwassen dieren de winter doorkomen. Bruine winterjuffers overwinteren in bosjes, houtwallen, heideveldjes of in een tuin. Ze blijven daar tot het volgende voorjaar en gaan dan naar het water om zich voort te planten. De jonge winterjuffers komen tevoorschijn vanaf augustus en vliegen tot in de herfst.

Elk jaar zijn er dus twee generaties te zien, één in het vroege voorjaar en één in de zomer. Ik had het geluk er een te ontdekken.
Dus tóch een heel klein beetje ‘winter’ op deze mooie herfstdag!


NATUUR thuis: winterse speldenprik

Het is half december en nog willen de bomen hun blaadjes niet loslaten, maar nu moeten ze wel, de nachtvorst is onverbiddelijk. De vogels voelen het ook, ze doen zich in m’n tuin tegoed aan pelpinda’s, meelwormen en een heuse kerstkrans, versierd met vetbollen, pindanetjes en zonnebloemzaden.

De egel heeft het laatste restje hooi dat ik voor de ingang van z’n egelhuis had neergelegd naar binnen getrokken en zal wel aan z’n winterslaap zijn begonnen.
Over de polder ligt een witte waas, bomen, planten, riet en boerenlandhekken zijn bedekt met een laagje rijp. Mooi! Hazen laten zich niet zien, ze liggen diep weggedoken in hun leger, toch ben ik niet de enige in deze frisse witte wereld.

Verbaasd word ik bekeken door een aantal ‘vetweiers’, die wel tegen een stootje kunnen met hun dikke bontjassen, maar wie of wat waagt zich in ‘hun’ weiland? Een gebruikt een ander als opstapje.
'Rustig maar… goed volk’
zeg ik en loop tussen de nieuwsgierige dames door. Het aan het hek vastgeknoopte koeientouwtje is onherkenbaar veranderd in een waar kunstwerkje.

Schaatsen is er hier in het westen (nog) niet bij. Maar de meerkoeten weten wel raad met dat bevroren water en wagen zich aan een hardloopwedstrijdje, een koud kunstje met zulke bijzondere voeten.


terug naar boven >>

   
 
 
   
   

Wolkorrels

Als schapenscheerder zag Van Dalfsen dat schapenwol een afvalproduct is geworden. Hij ging met tweede keus wol van de schaapskudde Schapendrift in Ermelo aan de slag om deze om te zetten in wolkorrels.

In Oostenrijk liet hij zich verder informeren over het wolpellet-productieproces en besloot te investeren in een wolpellet-machine. Samen met de gemeente Ermelo startte hij afgelopen maart een pilot om wolkorrels toe te passen bij de aanplant van 4.000 jonge bomen.


De aanplant van zomereiken, elzen en ratelpopulieren is gemonitord door studenten van de Universiteit Wageningen. Uit de eerste cijfers blijkt dat 80% van de jonge bomen is aangeslagen, zonder deze extra water te geven gedurende de afgelopen zeer droge zomer. Met een stimuleringsbijdrage van het Dinamo Fonds kan Van Dalfsen het verdere onderzoek starten naar de bijzondere waterabsorberende kwaliteit van de wolkorrels bij jonge bomenaanplant. De korrels zorgen ervoor dat extra water geven gedurende droge periodes minder snel nodig is en ze verrijken de bodem met organisch materiaal en een langzaam werkende meststof.

Bron: Dinamo Fonds

terug naar boven >>

 


Groene ader

Stichting Het Zuid-Hollands Landschap heeft 15 hectare buitendijks gebied bij Poortugaal aangekocht. In totaal heeft de stichting dit jaar 50 hectare nieuwe natuur verworven.

De realisatie van een groene ader, een keten aaneengesloten natuurgebieden langs de Oude Maas, komt hiermee een stap dichterbij. Het Zuid-Hollands Landschap gaat het voormalige Antes-terrein, na achterstallig onderhoud, inrichten als zoetwatergetijdennatuur, met kruidenrijk grasland en wilgengrienden.



De natuurbeschermingsorganisatie verwacht hiermee dieren als de bever en bijzondere planten als de spindotter terug te brengen.

Bron: Het Zuid-Hollands Landschap

   
 
 
   
   


geen


Info tel. 070 - 3279349 of www.ivndenhaag.nl.

terug naar boven >>

   
   
   
   


http://freenatureimages.eu/

Natuurfoto’s voor iedereen
Een belangrijke bron voor deze foto’s is de website van Saxifraga. Dankzij vrijwilligers en meer dan 250.000 foto’s is zij nu al 45 jaar een bron van inspiratie voor elke visuele boodschap. Fotomateriaal voor iedereen, maar lang niet iedereen kent de website. Alle reden om in te zoomen op het fotoarchief van deze stichting.

Alle foto’s op de website van Saxifraga zijn gratis te downloaden. Noem bij het gebruik van de foto’s Saxifraga en de fotograaf, zo help je anderen ook de website te vinden en worden de fotografen ondersteund.

De foto’s moeten met dezelfde voorwaarden voor iedereen vrij beschikbaar blijven, oftewel via een Creative Commons ’BY-NC-SA’ gebruikslicentie.

Zoeken op Saxifraga
De beeldbank van Saxifraga is te vinden op de website freenatureimages.eu. Dieren, planten en alle landschappelijke foto’s zijn opgeslagen per categorie. Men kan zoeken met de zoekfunctie achter het vergrootglas rechts bovenin. Afbeeldingen zijn te downloaden via de rechtermuisknop.

Bron: Nature Today en Saxifraga (tekst Hidde Hofhuis).

terug naar boven >>

   
   
 
 
 
   


terug naar boven >>

   
       
   
   


de wereld is mijn atelier
Kunstenaar op reis

Erik van Ommen is ruim 50 jaar actief als beeldend kunstenaar. In dit boek zien we welke plekken hij in al die jaren bezocht. De reis begint in het zuiden van Afrika en eindigt op Spitsbergen. Het is een verslag vol spectaculaire afbeeldingen, waaruit een grote liefde voor de natuur spreekt. Erik vertelt over zijn belevenissen en over zijn werkwijze. De nadruk ligt op zijn schilderijen, prenten en tekeningen. 

Hij heeft een passie voor vogels en die staan dan ook centraal. Maar ook van andere dieren en landschappen maakte hij prachtige kunstwerken. De lezer kan vanuit zijn ‘luie’ stoel mee op wereldreis. Dit boek is niet alleen een ode aan de kunst en de natuur, maar ook een magistraal overzichtswerk van een van onze belangrijkste vogelschilders. 

Auteur: Erik van Ommen
Hardcover
Prijs: € 34,95
2022, ISBN: 9789050119016
knnvuitgeverij.nl

terug naar boven >>

   
   
   
   


Kleine zwaan
(Cygnus columbianus bewickii)
(familie van de Eendachtigen (Anatidae)

door Tiny van der Meer

Tussen de vele trekvogels die jaarlijks langer of korter in Nederland overwinteren zijn de elegante kleine zwanen een prachtige verschijning met hun spierwitte verenkleed, zwarte snavels met de felgele vlek bij de kop en hun muzikale getoeter.

Trektocht
Het meest indrukwekkend is echter de enorme trektocht die deze vogels elk jaar maken. In het vroege voorjaar vliegen duizenden kleine zwanen langzaamaan in noordoostelijke richting om uiteindelijk, als de laatste sneeuw nog niet is gesmolten, aan te komen in hun broedgebieden in de delta van de Petsjora rivier, ten zuiden van Nova Zembla. In dat gebied vinden zij nog volop hun voedsel: wortelknolletjes van fonteinkruid. Ze hebben daar maar een paar maanden de tijd om te broeden en hun jongen groot te brengen, voordat de Noord-Russische winter invalt. Hoog tijd voor de 7000 km lange tocht naar West-Europa. Tijdens de tussenstops onderweg zijn twee dingen belangrijk: rust en calorierijk voedsel. Het kost namelijk veel energie om de 6 kg, het gewicht van de volwassen kleine zwaan, in de lucht te houden.




Overwinteren

Kleine zwanen overwinteren in drie ver uit elkaar gelegen overwinteringszones: de gebieden rond de Noordzee (Groot-Brittannië, Denemarken, Duitsland en Nederland,) de zuidelijke oevers van de Kaspische Zee en ZO-China en Japan.
Na een tussenstop in de Baltische staten, arriveren ze hier vanaf oktober en verlaten ons land weer in februari of maart, soms al in december-januari.

Foto: Saxifraga-Luuk Vermeer

In 1997 werd een vierde overwinteringsgebied ontdekt in de Evros-delta in Griekenland en Turkije, één van de meest natuurlijke kustmoerassen van het Middellandse Zeegebied waar de aantallen intussen stegen tot 9000 exemplaren in februari 2018.
Denemarken, Duitsland, Polen en de Baltische Staten zijn steeds belangrijkere winterkwartieren geworden. In Polen zitten er nu zo ’n 1500. Dat was 30 jaar geleden ondenkbaar. Kleine zwanen volgen de vijf graden grens. Door de mildere winters van de afgelopen jaren zijn de landen ten oosten van ons geschikter geworden, blijkt onder andere uit onderzoek van het Nederlands Instituut voor Ecologie. In plaats van Engeland of Nederland kiest een gemiddelde kleine zwaan tegenwoordig dus voor een plek honderden kilometers oostelijker om de winter door te brengen. Ze komen er later aan en vertrekken er ook eerder. In totaal duurt hun ‘wintervakantie’ daardoor bijna negen weken korter, schatten de onderzoekers. Echt vakantie is het trouwens niet: het is een tijd om te herstellen en ‘op te vetten’ voor de belangrijke reis naar het broedgebied in de lente.

Als een groep kleine zwanen arriveert begroeten ze elkaar met trillende vleugels, gestrekte nekken, danspasjes en zwanengejubel, daarna gaan ze allemaal weer eten.
(Bron schuingedrukte tekst: Adri de Groot Vogeldagboek.nl).

Bedreigd
De laatste vijfentwintig jaar nemen de aantallen kleine zwanen langzaam maar zeker af. Waarschijnlijk is de afname te wijten aan een hele reeks factoren; jacht (een derde van de kleine zwanen vliegt rond met loodhagel in het lijf), hoogspanningslijnen, windmolenparken, veranderende akkerbouw, afname van beschikbare rust- en foerageerplekken, veel sterfte onder jonge vogels. Het aantal jongen in de wintergroepen is al heel wat jaren relatief laag. De kleine zwaan is een op wereldschaal bedreigde soort en staat op de Europese Rode Lijst als bedreigd: er zijn nog maar ongeveer 20.000 exemplaren.

Uiterlijk
Best lastig om de kleine zwaan en de wilde zwaan uit elkaar te houden, maar de kleine zwaan is met zijn lengte van 120 cm duidelijk kleiner dan de wilde zwaan (150 cm) en heeft in vergelijking met de wilde zwaan minder geel op de snavel. Dat geel reikt bij de kleine zwaan niet voorbij het neusgat. Daarmee onderscheidt hij zich van de wilde zwaan, waarbij het geel tot ver voorbij het neusgat loopt. Diverse bronnen geven aan dat de gele snavelvlek bij iedere kleine zwaan verschillend is: het is zijn unieke
‘vingerafdruk’.

Verder is zijn hals wat korter en dikker dan de vaak erg lange nek van de wilde zwaan.
De jongen van de kleine zwaan zijn grijsachtig. De snavels van de jongen zijn anders gekleurd dan die van de volwassen dieren. Het zwart van de snavels is meer donkerroze-grijsachtig en het geel bijna wit. Doordat het verschil tussen volwassenen en juveniele vogels bij zwanen zeer opvallend is, zijn binnen de grote groepen duidelijk de familiegroepjes herkenbaar.

Broeden
Kleine zwanen broeden ‘s zomers op de Russische toendra, waar een nest wordt gebouwd op eilandjes in riviermondingen, voedselrijke meren en aan de randen van ondiepe toendrapoelen. De nesten die wel 75 cm hoog worden, zijn 1 tot 1,5 meter breed en worden jaren achtereen gebruikt. Ze worden gemaakt van korstmossen, mossen en zeggen, en bekleed met dons en veren. Door hun hoge 'uitkijkpost' kunnen ze op kilometers afstand al vijanden zien aankomen en hun nest ongezien verlaten.
Er worden 1 keer per jaar 2 tot 6 crème-witte eieren gelegd (mei - juni). Het uitbroeden dat voornamelijk door het vrouwtje wordt gedaan, duurt ongeveer 4,5 week. Het mannetje beschermt de eieren als het vrouwtje het nest verlaat om te drinken, te eten en te poetsen.
De jongen worden door beide ouders verzorgd en kunnen na 9 á 10 weken vliegen. Dat moet ook wel want de winter valt in Siberië vroeg in en rond half september moeten de jongen voldoende sterk zijn om samen met hun ouders aan hun eerste vliegavontuur te beginnen!

In hun broedgebied eten de kleine zwanen hoofdzakelijk wortels, bladeren en stengels van waterplanten. De jongen eten hiernaast ook nog wat dierlijk voedsel zoals insecten en insectenlarven. Ze blijven het eerste jaar in familieverband met hun ouders rondtrekken. Kleine zwanen gaan vaak een levenslange paarband aan. Het langst bekende huwelijk is 19 jaar. Als een van de partners komt te overlijden, duurt het meestal meer dan 2 jaar voor er weer een nieuwe partner wordt gevonden.

Voedsel
De kleine zwaan overwintert met ongeveer 10.000 soortgenoten in Nederland. Ze foerageren tijdens hun winterverblijf vooral op grazige veenweiden, akkers met overgebleven oogstresten van onder andere bieten en aardappels en grasland. Op graslanden eten ze het eiwitrijke Engelse raaigras. Elke avond keren de zwanen terug naar groot water om er te slapen. Hier zijn ze veilig voor roofdieren, zoals vossen en marters. In gebieden met vrij ondiep water, zoals het Veluwemeer en Lauwersmeer, eten ze vooral de winterknolletjes van fonteinkruiden. Ze zijn dol op deze wortelknolletjes van het schedefonteinkruid. Deze plant zit tot ongeveer twee meter diep in het meer en vormt in de herfst eiwitrijke mini ‘aardappeltjes’ in de bodem. Met hun grote zwemvliezen wabbelen(watertrappelen) de zwanen deze knolletjes uit de bodem en dankzij hun lange hals kunnen ze deze daarna makkelijk onder water verorberen.

Geluid
Tijdens het fourageren laten de groepen een muzikaal gansachtig gebabbel horen. Het geluid dat kleine zwanen maken is betoverend mooi! Hun melancholische getoeter is een prachtige aankondiging van de op handen zijnde winter. Hun roep in de vlucht is luider, met gansachtige geluiden.

Geluid van de kleine zwaan: klik hier

Foto: Saxifraga-Mark Zekhuis

Ringen
Kleine zwanen werden sinds de jaren zeventig en tachtig met gekleurde pootringen of halsbanden geringd in verband met het onderzoek door het NIOO en Sovon (www.geese.org). De bedoeling van het ringen was om meer te weten te komen over kwetsbare kleine populaties, zoals die van de kleine zwanen. Er werd gebruik gemaakt van gele halsbanden met een inscriptie bestaande uit een combinatie van drie cijfers en een letter. Vogelliefhebbers konden de cijfers op de ring aflezen en doorgeven. Tegenwoordig worden satellietzenders gebruikt en zijn al hun bewegingen nauwkeurig te volgen.

Foto: Jaap van der Linden

Paramotor
Om aandacht te krijgen voor de problemen van de kleine zwanen en om zelf te ervaren waar de kleine zwanen onderweg mee te maken krijgen, heeft de Britse Sacha Dench zes jaar geleden het plan opgevat om dezelfde route als de kleine zwanen te vliegen met een paramotor, een soort parachute met een propeller. Van Noord-Rusland naar Engeland, met dezelfde snelheid en op dezelfde hoogte als de kleine zwanen, om op die manier bijna zelf een zwaan te worden. Klik hier voor een filmpje.

terug naar boven >>

   
   
   
   
   
   
 

 

 

 

 


De Regenboog boom - Regenboogeucalyptus (Eucalyptus deglupta)

De schors van de Eucalyptus Deglupta bladdert op natuurlijke wijze af: de stukken die loskomen, brengen de onderste lagen van het hout aan het licht. De onderlaag bevat alle kleuren van de regenboog: oranje, paars, roze, blauw…

Wat een droom om ooit door een bos vol regenboogbomen te lopen. De bomen zijn niet alleen qua kleur ware kunstwerkjes, maar ook qua grootte. Ze worden zo’n 75 meter! Dat moet een prachtig gezicht zijn.

Helaas wordt de regenboogboom veelvuldig gekapt voor het produceren van papier. De boom groeit in de tropische bossen van de Filipijnen en is niet bestand tegen vorst.

terug naar boven >>

 
 
   
   
   


Tao Meng - Flower power - t/m 7 mei 2023

Begin twintigste eeuw is de art nouveau (of jugendstil) van grote invloed op het Gouds plateel. Inspiratie voor nieuwe ontwerpen wordt gevonden in de natuur.

Vooral bloemen floreren in al hun pracht op vazen, borden en ander aardewerk. De zwierige decoraties van Willem Hartgring zijn fijn geschilderd. In de ontwerpen van Henri Breetvelt heeft juist de abstractie de overhand.

In deze expositie vind je de mooiste florale decors uit de plateelcollectie. Van gedetailleerd en natuurgetrouw tot eenvoudig en nauwelijks meer herkenbaar. Ook zijn er drie recente aanwinsten te zien.

Museum Gouda

Adres: Achter de Kerk 14, 2801 JX Gouda
Meer info: klik hier



Human Nature - t/m 29 januari 2023

Tien kunstenaars gaan in op de verhouding tussen mens en natuur en doen dat op geheel eigen, soms zeer verrassende wijze. De fascinatie van kunstenaars voor de relatie tussen mens en natuur is van alle tijden. In Human Nature belichten zij vele kanten: nietigheid versus grootsheid, harmonie tegenover strijd, maakbaarheid versus vrije natuur.

De tentoonstelling gaat over kunst en natuur, maar ook over de mens zelf en hoe wij in het leven staan. Het museum geeft een podium aan kunstenaars die ons met een andere blik naar de wereld en de uitdagingen van deze tijd laten kijken. Het is verfrissend, confronterend, hoopvol en in ieder geval inspirerend. Fotograaf Irina Dzhul

De openingstijden zijn donderdag t/m zondag van 13 – 17 uur, groepen ook op afspraak buiten deze tijden. Speciaal voor deze expositie biedt het museum rondleidingen voor grote én kleine groepen aan waarin de vele verhalen bij de kunstwerken worden verteld. Bethany de Forest.


In de kleine zaal is een mini-expositie te zien met stillevens van fotograaf Dik Nicolai. Zijn composities refereren aan de oude meesters, maar onderscheiden zich door het gebruik van hedendaagse elementen.

Plastic but royal: Dik Nicolai

Het Flower Art Museum heeft een daktuin met uitzicht op de watertoren en de Westeinderplassen. De tuin is open voor bezoek en bevat verschillende kunstwerken (met name in voorjaar/zomer).

Op het buitenterrein van het museum is ook de 64 meter lange Wall of Flowers van AlexP te bezichtigen, in 2020 vervaardigd in een gezamenlijk project met het Flower Art Museum (d.m.v. crowdfunding).

FLOWER ART MUSEUM

Adres: Kudelstaartseweg 1, 1431 GA Aalsmeer
Meer info: klik hier


terug naar boven >>


   
   
   
   
   
   


Reageren op NNN

Voor reacties op de inhoud van NatuurNetNieuws, uw waarnemingen, nieuws of vragen over de natuur, mail naar: tiny@groen-natuurlijk.nl
Voor het wijzigen van uw e-mailadres (vermeld ook uw oude e-mailadres!) of afmelden voor de nieuwsbrief mail naar: info@groen-natuurlijk.nl

Samenstelling: Tiny van der Meer. Vormgeving: Hans Steinfort.

Voor het aanmelden als abonnee op NatuurNetNieuws kijk op: https://groen-natuurlijk.nl/natuurnieuwsbrieven/
Het overnemen van informatie is toegestaan, mits u duidelijk vermeldt:
Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN! natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl

Behalve voor u is er ook een natuurnieuwsbrief (NatuurNetNieuwsJunior) voor uw (klein)kinderen in de basisschoolleeftijd met een verhaaltje, veel informatie over dieren en/of planten (handig voor een spreekbeurt) en uittips voor kinderen. Net zoals u gratis abonnee bent van NatuurNetNieuws, kunt u of kunnen zij zich ook gratis abonneren op NatuurNetNieuws Junior (komt zes keer per jaar uit!). U hoeft alleen maar een mailtje te sturen naar: info@groen-natuurlijk.nl of het formulier in te vullen: klik hier


   
   


Volg ons ook op
Facebook

Onze Natuurnieuwsbrief verwijst soms naar websites van derden. We hebben geen controle over de aard, de volledigheid noch de juistheid van de informatie op deze websites en zijn daarom niet aansprakelijk voor de inhoud daarvan.

terug naar boven >>