U kunt de volledige nieuwsbrief lezen of een keuze maken uit de onderwerpen die u aanspreken
door deze onder de inhoud (apart) aan te klikken.


 
   


Flora en fauna
- Waaiertje
- Veldmuis


Natuurnieuws
- Marker Wadden
- 1001 ha campagne

Natuur Uit en Thuis
- UIT: mooi hè

- THUIS: zwart - wit




Natuur kort
- Uitvoeringsprogramma voor Bentwoud
- IJveren voor nest- en verblijfplaatsen

Natuurexcursie
- Geen

ELFje
- Helleborus

Citaat van de maand
- William Hamilton Gibson

 


Boekennieuws
- Aard van het beestje

Natuur Plus
- Bosjes in het landschap

Bomenweetjes
- Betere bescherming monumentale bomen

Uit tips
- Bomen in vier seizoenen

- Power to the Flower
- Van Paarden en ander Moois


 
NB. De links in onderstaande teksten zijn vet gedrukt en hebben een groene kleur.
 

 
 

 
   
   
   


Waaiertje - Schizophyllum commune


Zelfs in de winter zijn er nog paddenstoelen, zoals onder andere het viltig judasoor, de spekzwoerdzwam en het ruig elfenbankje. Stuk voor stuk paddenstoelen waarbij het lijkt of ze een bontkraagje dragen tegen de winterkou. Ook zo’n bijzonder paddenstoeltje met 'bontkraagje' is het waaiertje.

Dit prachtige schelpvormige bijna steelloze crème-witte paddenstoeltje kan het hele jaar door worden gevonden op dood hout zoals afgestorven of afgevallen takken. Het heeft een donzig behaard hoedje en opvallende oudroze lamellen, die zich als een waaier vanaf één centraal punt uitspreiden. De naam Schizophyllum (met gespleten plaatjes) dankt de paddenstoel aan een speciale eigenschap. Bij droogte sluiten de lamellen zich om bij vocht weer open te gaan, ze openen en sluiten dus als een waaier. Op deze wijze beschermt de paddenstoel de op de lamellen aanwezige sporen en kan het waaiertje grote temperatuurschommelingen en barre omstandigheden aan. Het kan zelfs tegen temperaturen tot 150°C onder nul maar ook tegen hoge temperaturen. In de tropen wordt het waaiertje zowel in Afrika als Azië (China, Tailand) en in Mexico gegeten. Het waaiertje kan 1 tot 4 cm groot worden. Hoe mooi en sierlijk ook, zeldzaam is het niet; het is zelfs de meest verspreide paddenstoel ter wereld die in vrijwel alle landen voorkomt. Daarom vinden we het in ons land ook nog in de winter. Het waaiertje levert stoffen die gebruikt worden in de industrie en bij de bestrijding van kanker.


Veldmuis - Microtus arvalis

De veldmuis heeft een kortharige, bruingrijze vacht, een lichtgekleurde buik, een korte staart en een stompe snuit. Microtus betekent letterlijk: klein-oor, arvalis: uit het bouwland.

Deze kleine woelmuis leeft in akkers en kort grasland waar hij kleine holletjes, graafhoopjes en smalle looppaadjes maakt. Die looppaadjes legt hij ook in de sneeuw aan. Is de sneeuwlaag dik dan bevinden de paadjes zich onder de sneeuw. In het veld eet een veldmuis gras, wortels en zaden, maar hij is ook gek op graan, klaver en koolzaad. Hij moet ongeveer elke twee uur op pad om voedsel te zoeken, ’s winters vooral ’s nachts, ’s zomers meer overdag.

De veldmuis is de hele winter door actief. Hij houdt dus geen winterslaap, maar legt een wintervoorraad aan, die hij in de koudste maanden van het jaar ook nog aanvult met schors van jonge bomen. Hij maakt zijn gangen tussen het gras en doet zich tegoed aan bladeren en stengels. Onder een dikke sneeuwlaag zitten veldmuizen zó goed beschut, dat ze soms zelfs ’s winters jongen voortbrengen.

Veldmuizen zijn al geslachtsrijp als ze 20 dagen zijn, en werpen voor het eerst als ze zes weken zijn een groot aantal jongen die in hun zelfgegraven ondergrondse stelsel van gangen en holen worden grootgebracht.
Het voortplantingsvermogen van de veldmuis is bijzonder groot. In gunstige omstandigheden kan de populatie in korte tijd sterk in aantal toenemen wat kan leiden tot een bevolkingsexplosie.

Maar er is een grote sterfte onder de vele jongen en er zijn een massa vijanden. Voor hermelijnen, wezels, dassen, uilen, steenmarters, vossen, kraaien, reigers en roofvogels zoals de buizerd is de veldmuis een belangrijk prooidier. Wezels kunnen hem zelfs tot in zijn holletje volgen. Loslopende huiskatten verschalken ook graag een veldmuis. Veldmuizenplagen doen zich met enige regelmaat voor, ze zijn een natuurlijk verschijnsel. Door voedselschaarste, regen, sneeuw en vorst wordt de populatie vaak weer drastisch uitgedund.

terug naar boven >>

   
 
   
   


Marker Wadden

Wetenschappers tonen de ecologische waarde van Marker Wadden aan en laten zien hoe het nieuwe natuurgebied in verbinding staat met andere natuur in Nationaal Park Nieuw Land. De eilandengroep in het Markermeer trekt grote aantallen vogels aan. De combinatie van goede, veilige broedplekken, rust en voldoende voedsel in de buurt is essentieel. Dit blijkt uit drie jaar veldonderzoek, uitgevoerd in opdracht van Natuurmonumenten. 

In het onderzoek staan vier kenmerkende vogelsoorten centraal, met elk hun eigen behoeften en gewoonten. Zenderinformatie laat zien welk gebied zij gebruiken, wat zij eten, waar zij broeden en hoe zij verbonden zijn met de andere gebieden in Nationaal Park Nieuw Land. Het was al bekend dat Marker Wadden een belangrijke broedplek is voor pionierssoorten als kluut en visdief.

Nu is bewezen dat het steeds voedselrijkere gebied ook waardevol is voor soorten als lepelaar en wintertaling en dus ook voor vogelsoorten waar ze model voor staan. Zo vinden kluten vlak bij hun nest eten voor hun kuikens op de slikvlaktes en eten in het najaar tienduizenden wintertalingen de zaden van moerasplanten. Het onderzoek is uitgevoerd in Nationaal Park Nieuw Land en de resultaten zijn gepubliceerd in ‘De Levende Natuur’.

Bron: Natuurmonumenten


1001ha campagne

De nieuwe 1001 ha campagne van Urgenda, Bionext en de LTO vakgroepen Melkveehouderij en LTO Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen, is voortvarend van start gegaan. In enkele weken hebben 100 boeren gebruik gemaakt van de 50% korting en gezamenlijk ruim 15.000 bomen en struiken besteld. De meeste boeren bestelden windsingels en voederhagenpakketten en in mindere mate de fruit- en notenbomen voor het boerenerf.

De campagne is bedoeld om boeren laagdrempelig te laten beginnen met bomen en struiken op het land, waarna ze mogelijk gebruik zullen maken van bestaande subsidiestromen voor de bevordering van de groenblauwe dooradering op het platteland. De bomen leggen koolstof vast en huisvesten insecten en vogels. Minder bekend is dat bomen en struiken ook landbouwkundige voordelen hebben.



Bomen kunnen de bodem gezonder maken en daar profiteren teelten ook van. Daarnaast dragen voederhagen bij aan de gezondheid van koeien. Er zijn al veel landelijke of regionale subsidiepotjes voor boeren en tuinders die meer bomen of struiken willen planten. Een enquête van Urgenda toont echter aan dat de helft van de boeren niet weet of ze bomen mogen planten op hun land. De nieuwe campagne is bedoeld om boeren en tuinders te helpen om hier achter te komen. Urgenda, Bionext en de aangesloten vakgroepen roepen gemeentes en provincies op om, omwille van klimaat en biodiversiteit, strenge regels rondom het planten van bomen te herzien zodat het aanplanten van bomen vergemakkelijkt wordt.

Bron: Urgenda

terug naar boven >>

   
   
   
   


Elke maand schrijf ik een stukje over iets wat ik in de afgelopen maand heb gezien tijdens een van mijn wandelingen.
UIT: ergens in het land.
THUIS: Maasland (ZH) en omstreken.

Tiny van der Meer


NATUUR UIT: mooi hÈ

Dikke jas aan! En ik niet alleen. Ook de brandrode runderen die warm afsteken tegen het gele pijpenstro hebben hun bontjas aan.


Ik loop in de Kampina (NB) de route ‘Mooi hè’ van de Mooisteroutes. Er ligt hier en daar een vliesje ijs op een plas, waarin ik heel toepasselijk aan de einde van het jaar niet alleen een ster zie, maar zelfs een gotisch kerkraam.

En dat is niet de enige wat opvalt, want tussen de takken van een den, zit een goudhaantje te pronken met zijn gele kopstreepje. Slechts een paar minuten later de tweede verrassing!

Een kuifmeesje probeert nog iets eetbaars te vinden in een jonge den. Hij is daar zo druk mee bezig dat ik de kans krijg ook hem op de foto te zetten. Na het smalle paadje langs de vrij snel stromende Rosep wandel ik een natuurlijke tunnel binnen. Aan weerzijden buigen berken zich naar elkaar toe, hun ‘voeten’ verstopt in een brede strook pijpenstro. Mooi! Maar het kan altijd nog mooier! Als ik bij het volgende pad aankom doet me dat direct denken aan het bijbelverhaal van de wonderbaarlijke doortocht van het volk Israël door de Rode Zee, die ook wel Schelfzee of Rietzee wordt genoemd. Een toepasselijker naam had ik niet kunnen bedenken!
Over dit indrukwekkende tussen heel hoog pijpenstro verdiepte pad (rechtsboven) vervolg ik mijn wandeling en bereik via de Zandbergsvennen en de grote zwerfkeien (het graf van Van Tienhoven, de grondlegger van Natuurmonumenten) het eindpunt van deze bijzondere route.


NATUUR thuis: zwart-wit

Toch zie ik ook thuis, als de zon zich sporadisch laat zien, een overdaad aan geel- en bruintinten. Het riet langs sloten en vlieten steekt prachtig af tegen de donkere lucht. De regenbui zal niet lang op zich laten wachten…

As ik over het dijkpolderpad wandel, belemmert een diepe grote plas mijn weg. Er (ruim) omheen lopen over het bouwland levert een dikke laag kleverige klei onder m’n wandelschoenen op.
De vogels vinden zo’n drassig weiland prima! Meerkoeten en spreeuwen maken graag gebruik van de brede stroken water die op de weilanden zijn ontstaan. Het weer mag dan vaak koud, nat en saai zijn, er is genoeg te zien!



Een kraai is driftig bezig om een buizerd te verjagen. Ik ben atijd benieuwd wat daar de reden van is… Vliegen lukt beter dan zitten want het waait hard en als hij even later landt op een dunne tak moet hij zich stevig vastklemmen om zijn evenwicht te bewaren. Een roek zoekt met een felle blik het weiland af naar wormen en engerlingen.


Maar het is niet allemaal zwart in de polder. Een grote zilverreiger, ook op zoek naar een maaltje, stapt behoedzaam langs de rand van een sloot. Maar het meest verrassende wit is het (nu nog vrij zeldzaam) koereigertje dat gezellig een poosje in de buurt van een schaap rondscharrelt in de hoop wat eetbaars te vinden. Deze kleine, witte, gedrongen reiger met zijn korte gele snavel en lichtgele (in de winter donkere) poten, is waarschijnlijk, net als de grote zilverreiger in de afgelopen jaren, aan een opmars bezig. Leuk vooruitzicht!

terug naar boven >>

   
 
 
   
   


Uitvoeringsprogramma voor Bentwoud

De komende 5 jaar wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van het Bentwoud. Het natuurgebied wordt aantrekkelijker gemaakt voor recreanten, de natuurbeleving versterkt en de regionale bekendheid vergroot.

Het nieuwe uitvoeringsprogramma Bentwoud 2024-2029 is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen bewoners, recreanten, ondernemers en betrokkenen. De omgeving is afgelopen periode actief betrokken bij het ontwikkelen van de plannen voor het recereatiegebied.



Het uitvoeringsprogramma Bentwoud is opgesteld in opdracht van provincie Zuid-Holland en Staatsbosbeheer en in afstemming met de gemeenten Alphen aan den Rijn, Waddinxveen en Zoetermeer.
Met 2,5 miljoen bomen en struiken en 80 kilometer wandel- en fietspaden is het 800 hectare grote Bentwoud het grootste aaneengesloten bosgebied in de Randstad.

Sinds de oplevering in 2016 heeft zich een gevarieerd landschap ontwikkeld en is het Bentwoud zeer aantrekkelijk voor veel planten- en diersoorten én ook voor bezoekers.

Bron: Provincie Zuid-Holland

terug naar boven >>

 


IJveren voor nest- en verblijfplaatsen


Minister Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft besloten dat bouwers niet langer verplicht zijn om nest- en verblijfplaatsen te maken voor dieren zoals huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen bij nieuwbouw of renovatie.



Dit besluit maakt deel uit van het programma STOER, dat bedoeld is om het aantal regels te verminderen. Landschapsbeheer Flevoland roept gemeenten, provincies en woningcorporaties op om nestvoorzieningen vrijwillig te blijven plaatsen. In de afgelopen jaren werd het aanbrengen van nestgelegenheid in veel bouwprojecten al succesvol meegenomen. Nestkasten en andere voorzieningen maken gebouwen natuurvriendelijk en zorgen ervoor dat beschermde dieren zoals mussen en vleermuizen een plek hebben. Landschapsbeheer Flevoland wil daar samen met overheden, woningcoöperaties en bouwbedrijven aan blijven werken.

Bron: Landschapsbeheer Flevoland

   
   
   
   



Onder dit hoofdstukje treft u in elke uitgave van onze maandelijkse nieuwsbrief een 'ELFje' aan.

Een 'ELFje' is een eenvoudige, compacte dichtvorm van vijf regels waar je een bepaalde sfeer mee op kan roepen.
De regels bestaan uit: één woord, twee woorden, drie woorden, vier woorden en dan weer één woord. Samen zijn dat de elf woorden van de ELF.

ELFje en foto: Jannie Harmsen

terug naar boven >>

   
   
   
   


GEEN


Info tel. 06 1822 5941 of www.ivndenhaag.nl

terug naar boven >>

   
   
 
 
 
   

 


terug naar boven >>

   
       
   
   


Aard van het beestje
De beekprik, de wielewaal en 98 andere landgenoten

De prijs voor het beste natuurboek van Nederland ging in 2024 naar het boek ‘Aard van het beestje’ van Caspar Janssen en Margot Holtman (illustraties). De eerste Natuurboekenprijs is uitgereikt tijdens een uitzending van het NPO Radio 1-programma Vroege Vogels op landgoed de Horte in Dalfsen. ‘Aard van het beestje’ is verschenen bij uitgeverij Atlas Contact. In 100 mini-reportages reis je mee door de natuur aan de hand van diersoorten.


De jury: "Aard van het beestje heeft alles wat een natuurboek nodig heeft. Je leert ervan, het leest vlot, de illustraties zijn gedetailleerd zonder oubollig te zijn. In 100 mini-reportages reis je mee door de natuur, aan de hand van diersoorten. Niet alleen de bekende spektakelsoorten, maar ook minder sexy exemplaren zoals de snotolf en de rivierdonderpad. De verhalen gaan niet alleen over deze dieren, maar ook over de connectie met hun leefomgeving. Zo rijst het besef: in de natuur hangt alles met alles samen. De boomgaard met de steenuil en de rafelige akkerrandjes met de patrijs. ‘Aard van het beestje’ is een ode aan de natuur, én aan de mensen die ervoor zorgen.”

Bron: BNNVara


Auteur:
Illustraties:
ISBN:


Caspar Janssen
Margot Holtman
9789045049403

Uitgeverij:
Aantal pagina's:
Uitvoering:

Atlas Contact
336
Paperback

terug naar boven >>

   
   
   
   


Bosjes in het landschap

- Geriefhoutbosje/hakhoutbosje
- Koebocht/koebosje
- Pestbosje
- Huftbosje

Gerief- of hakhoutbosje
Een geriefhoutbosje is een bosje dat zich bevond op het land van de boer en niet groter was dan 500 m². Elke boerderij had zo’n gerief- of hakhoutbosje. Kenmerkend voor deze bosjes is de vierkante perceelsvorm, begrensd door een sloot, zodat koeien er niet bij konden. Bomen die in een geriefhoutbosje voorkwamen waren eik, berk, zwart els, wilg, hazelaar en gewone es. De bosjes lagen vaak in de laagste delen van de polder, op plekken die minder geschikt waren om te gebruiken als weiland.

Elke boer had veel hout nodig dus boeren teelden in deze bosjes rond de boerderij zogenaamde geriefbomen die hout leverden dat werd gebruikt voor de fabricage van manden en ander vlechtwerk, bezems, gereedschapsstelen, meubels, klompen, rasters, hekken en als windkering. Voor dit doel werden de takken van de bomen periodiek (om de 6 tot 10 jaar) afgezaagd waarna op de stompen weer nieuwe (kaarsrechte) takken groeiden. Hakhoutpercelen komen zowel op natte als op droge gronden voor. De term ‘hakhout’ wordt door sommigen met name gebruikt voor hout dat voor de verkoop wordt geteeld, om het verschil aan te geven met geriefhout, waarbij het gaat om teelt voor eigen gebruik. Soorten die veel voorkomen in hakhoutbosjes zijn zwarte els, gewone es, zomereik, hazelaar en wilgensoorten.

Het hakhout werd over het algemeen geoogst van lage stompen (hakhoutstoven) die een hoge leeftijd konden bereiken. Hakhout komt in heel Nederland voor, en is al bekend uit de Middeleeuwen. Van sommige elementen is bekend dat ze al eeuwenlang op dezelfde plaats liggen.
Al sinds de prehistorie beheersen boeren de techniek van het vlechten voor het vervaardigen van gebruiksvoorwerpen zoals manden, eendenkorven en fuiken voor het vangen van vis. Hiervoor werden vooral de twijgen van kornoelje, wilg en hazelaar gebruikt omdat deze over dunne, sterke en buigzame twijgen beschikken. De talloze knotwilgen in ons huidige landschap herinneren er nog aan dat de boeren dit gebruik nog niet zo heel lang geleden hebben opgegeven.

Het knotten van knotwilgen wordt nu, met het oog op landschapsbehoud en natuurwaarde, in stand gehouden door goed opgeleide vrijwilligers. Op veel plaatsen zijn gerief- en hakhoutbosjes in onbruik geraakt maar soms worden ze vanwege de hoge natuurwaarde kunstmatig in stand gehouden.

Een ander woord voor hakhout is strubbe.
Strubben bestaan uit eikenhakhout en beslaan gewoonlijk wat grotere oppervlakten. Bekende strubben liggen nu nog bij Zeijen en Anloo in Drenthe. De eiken werden als hakhout beheerd voor het hout en voor het eikenschors, waaruit run (vermalen eikenschors) gewonnen kon worden ten behoeve van de leerlooierij.
Koebocht/koebosje
De oorspronkelijke functies van de koebochten zijn inmiddels grotendeels achterhaald. Tegenwoordig worden ze beschouwd als monumenten uit het verleden. Om die reden wordt er door diverse organisaties aandacht besteed aan het herstel en onderhoud van deze en andere historische landschapselementen.

De koebocht, ook wel krocht, melkbocht of veebocht genoemd, kwam al voor in de 11e eeuw. Behalve een functie voor de productie van hout moesten die bosjes er ook voor zorgen dat er een plek in het land was waar beschutting was voor mens en dier tegen diverse weersinvloeden en waar de koeien gemolken konden worden. Ze werden vaak aangelegd in de vorm van een hoek (winkelhaak) en deels omringd door een sloot. De koeien werden soms ook 's nachts naar deze vaste plek gebracht met de bedoeling om mest te verzamelen.

Pestbosje
Een pestbosje of miltvuurbosje (ook krengenbosje, rustbosje of veepestbosje genoemd) is een historisch landschapselement dat op het platteland kan worden aangetroffen. Van het geïsoleerd liggende pestbosje ver van de boerderij wordt verteld dat hier bij een pestepidemie (mogelijk miltvuur of runderpest) de dode koeien werden begraven op een soort eiland. De plek werd met een raster of sloot omgeven en niet bewerkt of beweid, zodat de besmetting niet op nog levende dieren kon overgaan. In weinig veranderde landschappen komen pestbosjes nog voor. De sporen van de miltvuurbacterie, Bacillus anthracis (antrax) kunnen 100 tot 200 jaar actief blijven. De kadavers werden bij de begraving vaak met ongebluste kalk overdekt. Dit leidde tot witte plekken in de aarde. Indien een pestbosje (abusievelijk) geruimd zou worden, kunnen deze 'witte kuilen' een aanwijzing zijn dat de nodige veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen, omdat er nog sporen van de miltvuurbacterie aanwezig kunnen zijn.
In het Groene Hart zijn er nog heel wat van deze bosjes; ze zijn ook goed te zien op kaarten van ontginningslandschappen. Ondanks zijn macabere verleden heeft het pestbosje een groot aantal vrienden. Zo is er het initiatief ‘Laat het pestbosje zijn hart luchten’, waarbij pestbosjes worden beheerd door vrijwilligers. Burgers worden gestimuleerd pestbosjes aan te melden. Het project wordt gefinancierd door de Europese Unie, de provincie Zuid-Holland, Holland-Rijnland en het Streekfonds Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

Huftbosje

Als je het Van Dale Woordenboek opslaat lees je dat een huftbosje is bedoeld om het vee in de zomer in de schaduw te laten staan. Daarnaast is er een link naar het woord hucht, wat wildernis betekent. Een huftbosje is een klein bosje waarachter het vee schaduw of beschutting kan vinden. De term is bekend uit de Alblasserwaard, mogelijk kwam het verschijnsel ook in andere veenweidegebieden voor. Het is vergelijkbaar met een koebocht of koebosje. Er bestaan ook huftgrienden.

Ecologische waarden en potenties
De bosjes zijn ecologisch belangrijk omdat ze als toevluchtsoord kunnen dienen voor allerlei dieren in een verder grotendeels leeg landschap, bijvoorbeeld dat van de veenweiden. Zo kunnen ze bovendien functioneren als stepping stones voor dieren die zich over een grotere afstand willen verplaatsen. In het hakhoutelement kan oud inheems erfelijk materiaal aanwezig zijn. Bovendien bieden de bomen voedsel- en nestgelegenheid voor vogels.

Websites en organisaties
Veel informatie over geriefhout en hakhout is in te winnen bij de provinciale organisaties Landschapsbeheer, www.landschapsbeheer.nl.
Stichting Probos, www.probos.net.

Bron (gedeeltelijk):
- Stichting Boerderij & Erf - Boer en Hoeve nieuwsbrief 123
- Handboek cultuurhistorisch beheer - hfdst 9


terug naar boven >>

   
 
   
 

Betere bescherming monumentale bomen

De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de landelijke Bomenstichting willen de kansen, bedreigingen en knelpunten inzichtelijk maken bij monumentale bomen in ons land. Verspreid over het land zijn voor het onderzoek vijftien monumentale bomen geselecteerd om een beeld te krijgen wat ervoor nodig is om zulke bomen nog generaties mee te laten gaan, waaronder de Heilige eik in de Vrachelse straat in Den Hout, de linde bij het bakhuisje in Garyp en de plataan aan de Potgieterssingel in Zwolle. Drie voorbeelden van monumentale bomen met een hoge ouderdom en bijzondere verhalen.

De plataan aan de Potgieterssingel in Zwolle - Beeld: Joris Hellevoort

“Bomen vertellen verhalen en iedereen kent wel een boom die betekenisvol is. Deze verhalen zijn waardevol voor toekomstige generaties. De bomen vertellen immers iets over de geschiedenis en de identiteit van een bepaalde plek. Met dit onderzoek worden de historische, ecologische en beleidsmatige wortels figuurlijk blootgelegd.”
Berthe Jongejan projectleider van de RCE.

“
We willen in beeld krijgen welke voorwaarden bijdragen aan de levenskwaliteit van monumentale bomen in ons land. De uitkomsten van het onderzoek moeten de gewenste zorg voor eeuwenoude bomen een stap verder brengen”, aldus Joris Hellevoort, bestuurslid van de Bomenstichting. De Bomenstichting is blij dat de RCE het onderzoek mogelijk maakt.

De uitkomsten van het onderzoek van Terra Nostra zijn eind 2024 naar buiten gebracht.

terug naar boven >>

   
   
   
 

 

 


Bomen in vier seizoenen  - tot 16 februari 2025

In de expositie tonen 33 botanisch kunstenaars 36 tekeningen en aquarellen van bekende en minder bekende bomen. In een zo wetenschappelijk mogelijke benadering laten de kunstenaars met aquarel, kleur- en/of grafietpotlood hun schoonheid in alle seizoenen zien. Tijdens de duur van de tentoonstelling worden demonstraties en workshops tekenen en schilderen voor volwassenen en kinderen gegeven.



Witte paardenkastanje - Aesculus hippocastanum
Inge E. Matthies

De kunstenaars zijn allen aangesloten bij de Vereniging van Botanisch Kunstenaars Nederland. Jaarlijks organiseert de VBKN een ledententoonstelling met werken van leden. Dit jaar is de keuze gevallen op het Boomkwekerijmuseum, dat met trots de prachtige werken laat zien.

Boomkwekerijmuseum Adres: Reijerskoop 52-54, 2771 BR Boskoop Meer info: klik hier



Power to the Flower - t/m 6 april 2025

In de openingstentoonstelling Power to the Flower – Bloemen in de art nouveau staan bloemen in de kunst van de Nederlandse art nouveau centraal. De bloem als komst voor een nieuwe tijd, precies zoals in het nieuwe Drents Museum De Buitenplaats.

Met topstukken en verrassende objecten uit de collectie kunst rond 1900 van het Drents Museum en een paar uitstapjes naar het heden, neemt Drents Museum De Buitenplaats de bezoeker mee in de bloemverbeelding rond 1900.
De grootste inspiratiebron voor kunstenaars rond 1900 is de natuur. Tijdens de opleiding leren ze om planten en bloemen te tekenen, eerst natuurgetrouw in beeld gebracht, vervolgens steeds verder vereenvoudigd en maximaal tot de essentie. Deze prachtige gestileerde bloemen dienen als ornamenten in behang, stoffen, meubels en allerlei andere versieringen.

Drents Museum De Buitenplaats Adres: Hoofdweg 76, 9761 EK Eelde Meer info: klik hier



Van Paarden en ander Moois – Jan Peeters - t/m 13 april 2025
Museum Slager toont verbluffende aquarellen van Jan Peeters.

Jan Peeters’ passie voor paarden spat van zijn aquarellen, of het nu stoere Brabanders, dravers of dressuurpaarden zijn. Eyecatcher is het schilderij van amazone Dinja van Liere die met Hermès hoge ogen gooide tijdens de Olympische Spelen van Parijs. De aquarellen van paarden zijn ware portretten en bij menig schilderij hoort een boeiend verhaal. Volgens kenners zijn Jans paarden niet alleen anatomisch juist weergegeven, maar weet hij zelfs “de ziel van het paard te pakken”.

Zijn liefde voor het vastleggen van paarden ontstond al op jonge leeftijd, mede door de indrukwekkende schilderijen van Elizabeth Thompson, zoals haar weergave van een cavaleriecharge tijdens de Slag bij Waterloo, Scotland Forever!.

Daarnaast toont de tentoonstelling ook diverse landschappen en stadsgezichten. De schilder woonde en werkte jarenlang in ’s-Hertogenbosch en vereeuwigde onder meer de Parade en de Brede Haven, maar ook de Zeeuwse Hedwigepolder en het kustlandschap. Zijn uitzonderlijke vakmanschap is te bewonderen op zijn website.

Jan Peeters zal op de zondagen 5 januari en 9 maart aanwezig zijn voor Meet & Greet-sessies en rondleidingen om 13.30 uur. Ook is er op donderdag 6 maart een Kinderdag, die aansluitend op de expositie plaatsvindt.

Museum Slager Adres: Choorstraat 8, 5211 KZ Den Bosch Meer info: klik hier

terug naar boven >>

   
   
   
   
   
   


Reageren op NNN

Voor reacties op de inhoud van NatuurNetNieuws, uw waarnemingen, nieuws of vragen over de natuur, mail naar: tiny@groen-natuurlijk.nl
Voor het wijzigen van uw e-mailadres (vermeld ook uw oude e-mailadres!) of afmelden voor de nieuwsbrief mail naar: info@groen-natuurlijk.nl

Samenstelling: Tiny van der Meer. Vormgeving: Hans Steinfort.

Voor het aanmelden als abonnee op NatuurNetNieuws kijk op: https://groen-natuurlijk.nl/natuurnieuwsbrieven/
Het overnemen van informatie is toegestaan, mits u duidelijk vermeldt:
Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN! natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl

Behalve voor u is er ook een natuurnieuwsbrief (NatuurNetNieuwsJunior) voor uw (klein)kinderen in de basisschoolleeftijd met een verhaaltje, veel informatie over dieren en/of planten (handig voor een spreekbeurt) en uittips voor kinderen. Net zoals u gratis abonnee bent van NatuurNetNieuws, kunt u of kunnen zij zich ook gratis abonneren op NatuurNetNieuws Junior (komt zes keer per jaar uit!). U hoeft alleen maar een mailtje te sturen naar:
info@groen-natuurlijk.nl of het formulier in te vullen: klik hier


   
   


Volg ons ook op
Facebook

Onze Natuurnieuwsbrief verwijst soms naar websites van derden. We hebben geen controle over de aard, de volledigheid noch de juistheid van de informatie op deze websites en zijn daarom niet aansprakelijk voor de inhoud daarvan.

terug naar boven >>