Wespen
Van de in totaal circa 400 soorten wespen in Nederland zijn er ongeveer 11 die een sociale levenswijze hebben en in kolonies samenleven.
Nuttig
Iedereen kent wespen, meestal in negatieve zin. Toch zijn het erg nuttige dieren. Ze eten allerlei insecten zoals vliegen, muggen, rupsen en luizen.
Uiterlijk
De Gewone wesp (Vespula vulgaris) is 10 tot 15 mm lang. De koningin wordt ongeveer 20 mm. Een gewone wesp heeft een zwarte, anker-achtige tekening op de kop. Het eerste achterlijfssegment heeft vaak een gele band op het einde die aan de zijkant verbreedt.
Gewone wesp vrouwtje - foto: Natuurlijk-dichtbij.nl
Wespen hebben gevoelige, langwerpige ogen (facetogen) waarmee ze weliswaar geen rode kleuren kunnen zien, maar wel ultraviolet licht. Bovenop de kop zitten ook drie ogen, maar die zijn minder gevoelig dan de facetogen. Hun voelsprieten zijn lang en gebogen en bevatten zintuigcellen. De mond wordt gebruikt voor likken en bijten. De overgang van het borststuk naar het achterlijf is sterk ingesnoerd. Niet voor niets spreekt men wel van een 'wespentaille'.
Aan het borststuk zitten zes poten en een set vliezige vleugels. De gewone- en Duitse wespen (limonadewespen) zijn plooivleugelwespen (een vleugel die in de lengte samen kan vouwen). Op het lijf zitten zwarte stippen en zwarte banden die met elkaar zijn verbonden. Aan het achterlijf bevindt zich een angel waarmee ze meerdere keren kunnen steken. Sommige mensen zijn voor het wespengif zo gevoelig dat zij direct na het oplopen van een steek snel medische hulp nodig hebben.
De Duitse wesp (Vespula germanica) lijkt sterk op de gewone wesp, maar op het eerste achterlijfsegment is de zwarte voorrand in het midden uitgetrokken tot een zwarte pijl die naar achteren wijst. De tekening op de kop van voren, (het gele plaatje pal boven de kaken) is variabel.
Foto: Natuurlijk-dichtbij.nl
Duitse wespen hebben een ondergronds nest, dat door werksters wordt uitgegraven. Bovengrondse nesten komen niet vaak voor en bevinden zich dan in afgesloten ruimten.
Papierwesp
De gewone wesp (Vespula vulgaris) is een wespensoort die behoort tot de groep 'papierwespen'. Ze leven in kolonieverband en hebben één koningin. De koningin, die in het najaar bevrucht is, start in maart, april of mei met het bouwen van een nest. Tijdens de eerste anderhalve maand waarin het nest opgebouwd moet worden, staat de koningin er vrijwel alleen voor. Ze begint met het bouwen van een beperkt aantal zeshoekige cellen (raten), waar ze gevangen insecten naartoe brengt. Dat kunnen vliegen en muggen zijn, maar ook rupsen en spinnen die ze met haar gif heeft verlamd. Vervolgens legt de koningin een eitje in haar prooi. Wanneer de larve uit het ei komt, eet deze de prooi op. Direct nadat de larven zijn gevoerd geven ze een vloeistofdruppel af die de koningin oplikt en als voedsel voor zichzelf gebruikt.
Taken
Enkele weken na het leggen van de eerste eitjes komen hier, na de verpopping, de werksters uit (onvruchtbare vrouwtjes). Zij nemen de volgende verzorgende taken van de koningin over:
1 - het maken van cellulose uit houtige gewassen (een soort papier-maché). Ze vermengen dit met speeksel tot een papje en vormen er balletjes van, die ze gebruiken voor de bouw van het nest;
2 - de verdediging van het nest;
3 - het bouwen van nieuwe raten, die door een (min of meer ballonvormig) omhulsel zijn omgeven.
4 - Het voorzien van de raten van prooi.
De koningin hoeft nu alleen nog maar eitjes te leggen en kan wel voor 7.000-10.000 nakomelingen zorgen.
Nest
Een volgroeid nest kan een doorsnee van meer dan 30 centimeter bereiken. Aan de onderkant bevindt zich de in- en uitvliegopening. Het nest is vrijwel altijd gelig tot roodbruin van kleur. Soms zitten er lichte en donkere strepen op het nest. Het nestomhulsel van de gewone wesp is minder bros en grijzer van uiterlijk dan dat van de Duitse wesp. Uiteindelijk leven in zo’n nest wel 5000 wespen. Deze wespen tolereren geen andere nesten in de buurt, en verdedigen hun nest met hand en tand. Als je door een sociale wesp gestoken wordt, kijk dan uit voor de rest van de wespen in het nest die door uitgescheiden hormonen van de stekende wesp op je af komen en je ook willen steken.
Nesten worden vaak gemaakt in ondergrondse ruimtes, bijvoorbeeld in oude holen van muizen of mollen. De nesten worden, indien nodig, in de loop van het seizoen vergroot, maar ze worden ook wel in bovengrondse, donkere afgesloten ruimtes gebouwd, bijvoorbeeld in gebouwen. Het aantal raten bedraagt vijf tot negen, soms meer.
Wespennesten kun je overal tegenkomen, vooral op plekken waar wespen goed beschut zijn tegen kou, slecht weer en vijanden, zoals zolderruimtes, spouwmuren, schoorstenen, tussen dakpannen, onder dakgoten of dakranden, in garages, schuren, tuin- of zelfs vogelhuisjes, maar ook in of aan bomen (ook holle boomstronken), onder struiken of heggen. Zolang het nest niet op een plek zit waar de wespen voor overlast zorgen kun je het rustig laten zitten, want wespen ontdoen hun directe omgeving dagelijks van duizenden vliegjes, muggen en andere kleine insecten. Een populatie van 400 wespen kan per dag wel 3000 gevangen prooidieren naar het nest brengen!
Rechts: gewone wesp man (dar) - foto: Natuurlijk-dichtbij.nl
Paring
In augustus of september legt de koningin steeds meer onbevruchte eieren waaruit mannelijke wespen (darren) worden geboren en korte tijd daarna nieuwe, maar nu wél vruchtbare vrouwtjes. Zij verlaten het nest om te gaan paren. Mannetjes vliegen van eind augustus tot half november. Vrijwel direct na de paring sterven de mannelijke wespen. In de herfst gaan ook de koningin en alle werksters dood door gebrek aan voedsel. De jonge, bevruchte vrouwtjes brengen de winter door achter boomschors, in muurspleten of tussen opgeslagen hout. Eigenlijk zijn het nu nog kroonprinsessen, want ze hebben nog geen eigen volk. Afhankelijk van de weersgesteldheid en het insectenaanbod gaat een bevrucht vrouwtje op zoek naar een geschikte plaats om in het voorjaar een eigen nest te bouwen.
Voeding
De werksters voeden zich met nectar van planten, honingdauw (de suikerhoudende, vloeibare afscheiding van bladluizen), boomsappen, vruchtvlees en sappen van rijp fruit. Vooral voor de voeding van de larven hebben wespen eiwitten nodig. Die krijgen ze binnen door andere insecten te vangen en op te eten. Dat kunnen allerlei vliegensoorten en muggen zijn, maar ook volwassen hooiwagens, cicaden en hun larven, onbehaarde rupsen, de larven van bladwespen, zaagwespen, honingbijen en spinnen. Het meest gewaarde voedsel zijn bladluizen.
Boven: Wespen op wilg met bonte wilgenluis
(Over)last
In de maanden augustus-september is het aantal volwassen wespen (werksters) relatief groter dan het te verzorgen broed, waardoor de werksters minder te doen hebben en ze ook minder voeding krijgen. Daardoor ontstaat er een tekort aan zoetstof die door de larven wordt opgebraakt in ruil voor het aangeboden voedsel. De volwassen wespen gaan dan op zoek naar zoetigheid die ze in overvloed vinden op plaatsen waar ook de mensen komen.
In Nederland leven enkele soorten Langkopwespen waarvan de meest voorkomende de Saksische wesp (Dolichovespula saxonica) en de Middelste wesp (Dolichovespula media) zijn. In tegenstelling tot limonadewespen bouwen ze hun nesten meestal op plekken waar ze goed zichtbaar zijn.
Links: Saksische wesp
Foto: John Bouwmans
Zo bouwt de Saksische wesp haar nest vaak in schuurtjes en vogelhuisjes en hangt het nest van de Middelste wesp vaak in struiken of aan gevels. Deze nesten zijn altijd relatief klein.
Rechts: Middelste wesp
Foto: Natuurlijk-dichtbij.nl
Beide wespen hebben een vriendelijk karakter (behalve bij verstoring) en hebben totaal geen interesse in onze zoetigheid. Het seizoen van de Saksische wesp en de Middelste wesp is kort. Hun nesten sterven respectievelijk in de maanden augustus en september al uit.
Europese Hoornaar (vespa crabro) behoort bij de familie van de plooivleugelwespen. Het is de grootste Nederlandse wespensoort. Een hoornaarkoningin kan wel 35 mm groot worden. Ze hebben een overwegend roodbruine tot donkerbruine kop, borststuk en achterlijf. Nesten worden gebouwd in donkere ruimtes zoals holle bomen, spouwmuren en zolders. Hoornaars zien er angstaanjagend uit. Toch zijn ze niet erg agressief, behalve als je te dicht bij het nest komt of het nest verstoort. Een steek van een hoornaar doet weliswaar flink pijn, maar het gif is minder krachtig dan van de gewone- of Duitse wesp. Het nest van een hoornaar wordt gemaakt van cellulosevezels die van nabijgelegen bomen worden geknaagd.
Sinds 2017 wordt ook de uit China afkomstige Aziatische hoornaar (Vespa velutina) waargenomen in Nederland. Hij is goed te herkennen aan zijn volledig zwarte borststuk. Ook de poten zijn zwart, maar de uiteinden zijn knalgeel. Op het achterlijf is aan de voorzijde een smalle gele band te zien. Verder naar achter is een dikkere gele band zichtbaar. Deze hoornaar heeft het onder andere voorzien op bijen. Bij het jagen op honingbijen vliegt de wesp met gestrekte poten heen en weer voor de bijenkast en wacht op terugkerende bijen die door de wesp uit de lucht worden geplukt. Dit gedrag wordt ook wel 'bee-hawking' genoemd. Een steek van deze wesp zal vervelender aanvoelen dan van een gewone wesp omdat ze een langere angel heeft.
Franse veldwespen (Polistes dominula) zijn sierlijke sociale wespen die ook familie zijn van de plooivleugelwespen. Het is is één van de vier in Nederland voorkomende veldwespen. Veldwespen zijn forse wespen die vliegen met hangende poten. Ze komen vooral in het zuid-oosten van Nederland voor maar verschuiven richting het noorden.
Franse veldwesp links) en zijn nest (rechts): foto's Natuurlijk-dichtbij.nl
Ze maken kenmerkende papiernestjes met open raten. De Franse veldwespen hangen hun nest vaak aan steen, onder dakpannen etc. Ze hebben een overwegend zwart lijf met gele strepen en oranje voelsprieten. Een Franse veldwesp eet honingdauw wat uitgescheiden wordt door wolluis.
De Bergveldwesp (Polistesbiglumis) bouwt haar nestjes meestal aan plantenstengels en heeft verder een vergelijkbare levenswijze als de Franse veldwesp. Tot vorige eeuw kwam deze wesp binnen Nederland slechts op enkele vindplaatsen in Limburg voor. Inmiddels lijkt de soort zich definitief gevestigd te hebben.
Foto nest : Feikje
Enkele solitaire wespen
Naast de wespen die in volken leven in wespennesten, zijn er in ons land ook een 300-tal soorten solitaire wespjes, die alleen leven en we ook wel 'wilde' wespen noemen. Ze maken hun (kleine) nest uit papier, in de grond of in holle ruimtes. Enkele soorten maken zandurntjes. Ook de graafwesp leeft solitair. Typerend voor graafwespen is dat zij zichzelf ingraven om een nest onder de grond aan te leggen.
Galwespen lijken qua uiterlijk niet op gewone wespen. Ze hebben een smaller achterlijf en vaak een bruinere kleur. Met hun lange legboor leggen ze eitjes op bladeren, knoppen en takken waardoor gallen ontstaan. Een gal is een woekering van het bladweefsel. Een bekende galwespensoort is de eikengalwesp (links). De galappel dient als onderdak maar ook als voedsel voor de wespenlarve.
Er zijn nog een groot aantal andere solitair levende wespensoorten waaronder de grote, dunne zwarte leem- of metselwesp (rechts).
De Eumeninae (die nestjes maken van modder en klei in hout en holle stengels
Een goed of slecht wespenjaar
Wanneer er zachte winters zijn en een warm voorjaar kunnen er al in januari en februari wespen zijn. Maar wanneer er op het einde van mei veel buien vallen en/of stormen zijn, gaan er veel werksters dood en wordt het een slecht wespenjaar.
Kunt u geen genoeg krijgen van de wondere wereld van de wespen, dan is dit een zeer uitgebreide website: klik hier
terug naar boven >>
|