Flora en fauna
- Bosanemoon
- Jaar van de Eikelmuis

Natuurnieuws
- Onderwaternatuur van Nederland

- Hoogwaterveiligheid

Natuur Uit en Thuis
- UIT: Achelse kluis

- THUIS: Bijzondere gasten

 


Natuur kort
- Broedplekken purperreiger beschermd

- 'Nieuw' tijdschrift
- Bijvriendelijkste gemeente 2022
- Groot natuuronderzoek in Gelderse Poort

Natuurexcursie
- Zingende vogels - Park Schakenbosch

Website van de maand
- www.anwb.nl/nederland/natuurgebieden


Citaat van de maand van
- Stef Bos


Natuur Plus

-
IJsvogel

Bomenweetjes
- Nog niet ontdekt
- Bomen voor waterveiligheid

Uit-tips
-
'Waar tijd niet meer telt'
- Homan-Hupkens in Prent en Beeld

- Kunstroute Gaasterland 2022

 
NB. De links in onderstaande teksten zijn vet gedrukt en hebben een groene kleur.
 

 
   
   
   



Bosanemoon
(Anemone nemorosa)

Anemone was een nimf aan het hof van de godin Flora. Floras Zephyr, de god van de wind, werd verliefd op Anemone, waarna ze door de jaloerse godin Flora in een bloem werd veranderd. Nemorosa betekent ‘van het bos’. Een oude naam voor het kruid was Herba Venti wat letterlijk windbloem betekent.

In België noemen ze hem ook wel boswindroos, puidenblommekeof 'rappebloem. Bosanemoon is giftig. Het bevat een licht verlammend sap, dat blaasjes en huidontstekingen kan veroorzaken. Daardoor vond men het een duivelskruid. Andere bijnamen duiden hier ook op zoals wrattenbloem en duivelsbeet.
In de Middeleeuwen gold de bosanemoon als een heilige plant, die betovering en kwade invloed kon weren, als je haar als een amulet bij je droeg. Het giftige sap werd gebruikt tegen melaatsheid. Het sap zorgt er ook voor dat de plant zichzelf beschermt tegen vraat van vee. Dieren verbranden namelijk hun tong als ze hiervan eten.

Bosanemonen groeien vooral in loofbossen maar je kunt ze ook tegenkomen langs sloten en in graslanden. De paddenstoeltjes die op de wortel van de bosanemonen groeien heten Anemonenbekerzwammen. Ze hebben een bruine schotel die dicht tegen de grond gedrukt is. Als stinsenplant zijn bosanemonen te vinden op buitenplaatsen in Noord en Oost Nederland. Ze bloeien van maart tot in mei en bedekken grote oppervlakken, waardoor het er in het vroege voorjaar soms op lijkt of er nog sneeuw in het bos ligt. De heldere, van binnen witte en van buiten roze of violette bloemen richten zich allemaal op de zon om zoveel mogelijk voorjaarswarmte op te vangen. Ze worden daarom ook wel eens 'achteromkijkertje' of 'middagdraai' genoemd.


Jaar van de Eikelmuis

2022 is uitgeroepen tot Jaar van de Eikelmuis. De eikelmuis (Eliomys quercinus) is geen muis maar behoort tot de familie van de slaapmuizen. Hij wordt soms tuinslaapmuis of fruitdiefje genoemd (deed zich vroeger vaak tegoed aan appelvoorraden die mensen ’s winters op zolder bewaarden).

De eikelmuis met zijn zwarte boevenmasker en sierlijke pluimstaart is het meest bedreigde knaagdier van Nederland. Het verdwijnen van hun onderkomens, zoals rommelschuurtjes en hooizolders, kan een oorzaak zijn van hun achteruitgang.

De eikelmuis leeft voornamelijk van noten, vruchten, zaden, knoppen, insecten, slakken en miljoenpoten, maar eet ook eieren en jonge dieren (vogeltjes, muizen). De eikelmuis is een nachtdier. Zijn winterslaap brengt hij door in o.a. holle bomen, een grot, een holte in een muur, op hooizolders en in nestkastjes, waar hij zich, net als de andere slaapmuizen, oprolt in zn staart.
Eikelmuizen leven verscholen in dichte struiken van hellingbossen in Zuid-Limburg. Maar niemand kent ze. Daarom willen o.a. GaiaZOO, de Zoogdiervereniging en DierenPark Amersfoort onderzoeken waar eikelmuizen naar voedsel zoeken, waar ze slapen en welke bomen of struiken ze graag gebruiken. Met zon onderzoek kan het leefgebied van de eikelmuis beter worden ingericht en uitgebreid en hopen ze dat de aantallen groeien.

In het Jaar van de Eikelmuis worden er allerlei activiteiten georganiseerd om iedereen te betrekken bij zijn bescherming en er voor te zorgen dat men hem leert kennen. Door zijn sterke achteruitgang, loopt de eikelmuis de kans uit Nederland te verdwijnen. Waar er naar schatting in 1950 nog 1500 á 2000 dieren waren, is dat in 2022 gedaald naar enkele tientallen dieren.

Meer informatie:

1- Zoogdiervereniging.nl/jaarvandeeikelmuis
2- Dierenparkamersfoort.nl/eikelmuis
3- Gaiazoo.nl/eikelmuis

terug naar boven >>

   
 
   
   


Onderwaternatuur van NederlanD

De onderwaternatuur van Nederland bevat verrassingen die nooit eerder zijn gezien. De makers van de film ‘Nederland Onder Water’ ontdekten onder meer onbekende organismen.

Aan de film is sinds 2019 gewerkt. Regisseur en visonderzoeker Arthur de Bruin bracht de onderwaternatuur van Nederland in beeld. De film toont een wereld die niemand tot nu toe zo gedetailleerd kende, zegt RAVON, kennisinstituut voor reptielen, amfibieën en vissen. Ecologen en natuurfilmers hebben twee jaar dag en nacht onder water doorgebracht om opnames te maken.



Het maken van Nederland Onder Water was dertig jaar geleden onmogelijk geweest. Het zoete water was toen veel te troebel en veel soorten waren bijna uitgestorven. Sindsdien is de waterkwaliteit van rivieren en plassen, onder meer door het werk van de waterschappen, aanzienlijk verbeterd. Ecologen werden tijdens de opnames geregeld verrast door onbekende natuur, aldus de makers.

De onderwaterfilm is geproduceerd door Ispida Wildlife Production, die eerder ook betrokken was bij de films over de Marker Wadden en de wolf. AVRO/TROS zendt de natuurfilm in het najaar op televisie uit. De première van de film is in maart tijdens de Waterschapsdag van de Unie van Waterschappen.

Bron: BNN/VARA

terug naar boven >>

 


Hoogwaterveiligheid

Vijf natuur- en landschapsorganisaties hebben de handen ineen geslagen bij het opstellen van een plan om via natuurlijke oplossingen te werken aan extra hoogwaterveiligheid in het Geul- en Gulpdal.

De Postcode Loterij stelt er 2 miljoen euro voor beschikbaar. Hiermee gaan de initiatiefnemers de komende drie jaar onder andere Zuid-Limburgse hellingbossen herstellen en beken laten meanderen. De bijdrage zal o.a. ook worden ingezet voor het organiseren en
begeleiden van activiteiten voor het inspireren, motiveren en activeren van de Limburgse regio. Daarnaast gaat ruim 1 miljoen euro in een speciaal fonds voor het stimuleren en financieren van lokale initiatieven. De natuur kan op allerlei manieren bijdragen aan hoogwaterveiligheid in Limburg, zodat regen langer wordt vastgehouden en dieper de bodem intrekt. Er kan ook veel worden bereikt met de aanleg van natuurvriendelijke oevers, hagen, akkerland omzetten in grasland en opvang van water in stedelijke tuinen.



Het project start in het Geul- en Gulpdal waar de recente wateroverlast dwingt tot een snelle aanpak. De oplossingen van lokale initiatieven kunnen echter ook een inspiratiebron zijn voor overheden elders in Nederland waar ook geworsteld wordt met het hoge water. Het initiatief ligt bij LandschappenNL, Het Limburgs Landschap, de Natuur en Milieufederaties, ARK Natuurontwikkeling, Natuurmonumenten en het Wereld Natuur Fonds.

Bron: Natuurmonumenten

   
   
   
   


Elke maand schrijf ik een stukje over iets wat ik in de afgelopen maand heb gezien tijdens een van mijn wandelingen.
UIT: ergens in het land.
THUIS: Maasland (ZH) en omstreken.

Tiny van der Meer


NATUUR uit: achelse kluis

In februari jl. liep ik geen route in het land. Dat gebeurt sporadisch, maar als ik in m’n fotoarchief duik en de route Achelse Kluis van Mooisteroutes.nl zie die ik exact 6 jaar geleden liep, dan ga ik graag even terug in de tijd!

Vijf graden, weinig wind, veel zon, topweer voor een route die start in het Belgische Achel. Op het water van de Warmbeek ligt, glinsterend in de zon, een flinterdun vliesje ijs. Rietkragen vangen het warme zonlicht op in hun pluimen en een ‘slangetje’ zit gevangen in een bevroren waterplas.
Ik wandel langs de Gastelsche Heide, door het Langbosch en langs natuurreservaat Het Soerendonkse Goor. Oorstrelende namen voor een oogstrelend gebied. In het Goor, een grote plas in een moerassig gebied, zie ik vanuit een vogelkijkhut heel veel watervogels.

Aan de overkant hebben een aantal blauwe reigers zich verzameld. Ze komen hier om te broeden. Een roodborstje kijkt me na als ik het slingerend heidepad langs de Groote Heide volg.

Via een prachtig bomenlaantje arriveer ik weer bij de abdij en natuurlijk gaat er trappistenbier mee naar huis, want nagenieten is net zo leuk als genieten.

Bij het terugzien van de fotos staat deze route weer bovenaan mijn routelijstje voor een lente- of zomerwandeling!

In 1846 stichtten de Trappisten van de abdij van Westmalle hier een priorij die in 1871 tot abdij werd verheven en sindsdien Sint-Benedictusabdij heet en in de loop der jaren werd uitgebouwd tot een klooster. Nog altijd is het klooster in gebruik door een kleine monnikengemeenschap. Hier wordt de Achel Trappist gebrouwen. De bisschop van Hasselt, mgr. Patrick Hoogmartens, heeft in 2017 zijn zegen gegeven over de komst van een nieuwe katholieke gemeenschap in de Sint-Benedictusabdij, dus blijft de abdij na 170 jaar ook in de toekomst een plaats van gebed en spiritualiteit.


NATUUR thuis: bijzondere gasten

Via een verrommeld parkje loop ik richting de polder. Opeens zie ik iets tussen de struiken. Op het restant van een boom zit een vogel. Een sperwer! Hij blijft zitten maar ik stoor hem blijkbaar bij zijn maaltijd, dus verdwijnt hij even later toch tussen de bomen en neemt zijn buit mee. Achteraf zie ik op m’n foto waar hij zo druk mee was. Tussen zijn poten ligt het restant van wat waarschijnlijk eens een koolmeesje was…

Windkracht 4 meldt het ene weerbericht, 5 beweert een ander. Windkracht 7 zeg ik als ik in de polder ben, want ik ervaar het aan den lijve. Bijna word ik van de dijk, die twee laaggelegen polders scheidt, in de vliet geblazen. Maar de zon schijnt en het is zelfs 12 graden (!) Ook dieren hebben last van de wind. De schapen liggen als platte bolletjes wol zo laag mogelijk in het gras. Een knobbelzwaan en een zilverreiger proberen op te stijgen,

maar geven de moed snel op en kiezen voor vaste grond onder de voeten. Toch krijgen al veel vogels lentekriebels. Futen baltsen, zitten zelfs al even op een nest. Tortelduiven tortelen, blauwe reigers slepen takken aan voor hun nest en aalscholvers zwemmen trots rond met witte kop- en heupvlek om de vrouwtjes te versieren. Opeens zie ik een witte reiger. Niet echt bijzonder, maar deze is wel héél klein. Is het de kleine zilverreiger? De afstand tussen ons is nog behoorlijk groot, toch vast maar een foto.

Net op tijd, want hij vliegt weg. Waar ik op hoop en ook vermoed is dat dit de koereiger is die zich al een aantal dagen af en toe in Maasland laat zien. Korte nek, korte poten… Buiten de broedtijd is hij egaal wit, met een gele snavel en geelgrijze poten. In de broedtijd kleurt de snavel iets meer naar oranjegeel en krijgt hij oranje veren op kruin, borst en rugsierveren. Ik zie op de foto al een oranje zweem op zijn kruin. Kan bijna niet missen. Een paar jaar geleden zag ik er een in ‘Wildlands’ tussen de olifanten, maar ik zie hem honderd keer liever in een Maaslandse polder!

terug naar boven
>>


   
 
   
   
   


Broedplekken purperreiger beschermd

Het Naardermeer is een belangrijk leefgebied voor de purperreiger. Deze reigersoort broedt in rietkragen midden op het meer, maar ganzenvraat doet de rietgroei teruglopen.



De provincie Noord-Holland investeert daarom in het rasteren van de rietkragen, zodat ganzen er niet bij kunnen. Dit bleek vorig jaar goed te werken met een recordaantal broedparen als gevolg.

Vorig jaar werden er 111 nesten geteld in het Naardermeer, het hoogste aantal in meer dan 40 jaar. Dit jaar wordt daarom nog eens 5 kilometer waterriet extra beschermd.

Bron: Provincie Noord-Holland


‘Nieuw’ tijdschrift

Rob Buiter en Koos Dijksterhuis zijn de nieuwe hoofdredacteuren van 'De Levende Natuur', het oudste natuurtijdschrift van Nederland.



Hun eerste nummer van jaargang 123 is vers van de pers. Met hun aanstelling treden de twee natuurjournalisten ‘in de enorme voetsporen van Heimans en Thijsse, zoals ze schrijven in hun eerste voorwoord. Het oudste natuurblad van Nederland is immers opgericht in 1896 door Eli Heimans en Jac. P Thijsse, veruit de bekendste pioniers van de Nederlandse natuurbescherming.
Voor de nieuwe jaargang is de vormgeving opgefrist, met wat meer ruimte voor fotos en drie steunkleuren. Ook is het logo van een libel, uit de tijd van Heimans en Thijsse, in ere hersteld. 

Het blad verschijnt ook digitaal: klik hier

©De Levende Natuur

 


Bijvriendelijkste gemeente 2022

'Nederland Zoemt' selecteerde dit jaar zeven gemeentes die voor de titel 'Bijvriendelijkste gemeente 2022' in aanmerking komen: Arnhem, Gemert-Bakel, Hoogeveen, Leidschendam-Voorburg, Maastricht, Nijmegen en Papendrecht.



Zij zetten zich bijzonder in om van hun gemeente een voedselrijke thuishaven te maken voor wilde bijen.

De verkiezing van de Bijvriendelijkste gemeente vindt voor de vijfde keer plaats, dit jaar voor het eerst in het voorjaar. Tijdens NLDoet op 11 maart wordt de Bijvriendelijkste gemeente van 2022 bekendgemaakt. Eerder werden Zoetermeer, Moerdijk, Utrecht en Zuidplas bekroond. De winnende gemeente ontvangt onder andere een groot insectenhotel en biologische bloembollen en planten.

Bron: Nederland Zoemt


Groot natuuronderzoek in Gelderse Poort

Biologen, ecologen en andere natuurliefhebbers gaan komend jaar proberen om zoveel mogelijk vogels, insecten, mossen en andere boom- en plantensoorten te ontdekken in de Gelderse Poort. Het doel is om aan het eind van 2022 minimaal 5000 soorten geteld te hebben.

De Gelderse Poort is het gebied waar de Rijn vanuit Duitsland Nederland binnenkomt en zich vertakt in de Waal, de Nederrijn en de IJssel. De grenzen van de Gelderse Poort lopen vanaf de Duitse grens tot aan Nijmegen en Arnhem. De vogelwerkgroep Gelderse Poort gaat samen met de Flora en Faunawerkgroep Gelderse Poort en Staatsbosbeheer het veld in om zo veel mogelijk soorten te ontdekken in dit gebied.

Bron: De Gelderlander

   
 
   
   
   


Natuurexcursie - woensdag 16 maart 2022

Zingende vogels - Park Schakenbosch Leidschendam

Op woensdag 16 maart gaat IVN Natuurgids Ria Hoogstraat met u op zoek naar zingende vogels in Park Schakenbosch. Er wonen veel soorten vogels in het park, er broedt zelfs een ooievaarspaar op de toren van de voormalige kapel. We starten dan al vroeg: om 9.00 uur.
Tip: neem je verrekijker mee. Grotere kinderen zijn welkom.

Verzamelen om 09.00 uur bij de ingang van Park Schakenbosch aan de Veursestraatweg 185 in Leidschendam. Bereikbaar met bus 45 en 46. Halte GGZ Haagstreek. Autos en fietsen kunt u parkeren bij de voormalige kapel. De wandeling duurt anderhalf tot 2 uur, deelname is gratis. 

Info tel. Tel. 06 1822 5941 of www.ivndenhaag.nl

terug naar boven >>

   
   
   
   


https://www.anwb.nl/eropuit/dagje-uit/nederland/natuurgebieden

De Meinweg

Nederland barst van de natuurgebieden. Zo telt ons land 21 nationale parken. Deze parken geven samen een bijzonder beeld van de Nederlandse natuur. Alle grote ecosystemen, zoals duinen, bossen, heide, laag- en hoogveen en vennen zijn erin vertegenwoordigd.
Natuurbehoud is een belangrijke pijler van de parken, maar het zijn ook fantastische plekken om al wandelend of fietsend je hoofd leeg te maken en gewoon heerlijk te ontspannen. In de nationale parken liggen de mooiste wandel- en fietsroutes. In de meeste parken kun je samen met een gids natuurwandelingen maken en uiteraard ook zelf op pad gaan.

terug naar boven >>

   
 
   
   

terug naar boven >>

   
   
   
   


De ijsvogel (Alcedo atthis)

Uiterlijk
Door zijn grote kop met lange snavel in verhouding tot zijn gedrongen lijfje met korte pootjes, korte nek, korte, afgeronde vleugels en korte staart lijkt het ijsvogeltje een forse vogel maar hij is met zijn 16-17,5 cm van snavelpunt tot staarteinde maar net even groter dan een huismus.

Het meest opvallende aan de ijsvogel is natuurlijk zijn schitterende verenpak! Niet voor niets luidt zijn bijnaam vliegende edelsteen. Het verenkleed is aan de bovenzijde, kop, nek en staart glanzend kobaltblauw. Wangen en onderzijde zijn oranje-roodbruin gekleurd.

De keel en zijkanten van de nek zijn wit. Door de structuur van de veren (die ultrakleine deeltjes bevatten die bepaalde golflengten van het licht absorberen of reflecteren) zorgen weerkaatsingen van licht voor de blauwe kleur. De snavel vormt bijna een kwart van zijn totale lengte. Het vrouwtje is aan de basis van de ondersnavel roodgekleurd, bij het mannetje is dit zwart. Beide hebben rode poten. Juveniele ijsvogels hebben zwarte poten en het puntje van de snavel is wit. Veel mensen vinden de ijsvogel de mooiste vogel die er bestaat.

Vistechniek
In de herfst en winter vind je ijsvogels werkelijk zon beetje overal, de uitgevlogen jonge ijsvogels zijn vooral op zoek naar een makkelijk te vangen maaltje vis. Als uitkijkpost -op zoek naar voedsel- gebruikt de ijsvogel meestal een tak, die zon 1 tot 3 meter boven het water hangt zodat hij de omgeving kan afspeuren en vanaf die hoogte meteen zijn duik kan inzetten, maar hij zoekt vaak ook biddend (op dezelfde plaats in de lucht blijven hangen door snelle vleugelslagen te maken) naar een goede buit.

Zo gauw een prooi is ontdekt duikt hij bijna loodrecht naar beneden, waardoor hij met hoge snelheid het wateroppervlak kan doorbreken. Tijdens de duik slaat hij kort met zijn vleugels om die snelheid te behalen zodat hij tot een diepte een meter kan duiken, maar meestal zijn enkele decimeters voldoende.Tijdens het duiken worden z’n ogen goed beschermd door een extra ooglid dat half doorzichtig is (knipvlies).

Als hij zijn prooi goed vast in zijn dolkvormige snavel heeft, 'roeit' hij met krachtige vleugelslagen naar de oppervlakte en vliegt vervolgens met de gevangen vis naar zijn uitkijkpost terug. Daar wordt het visje een aantal keren flink tegen de tak geslagen en vervolgens in zijn geheel doorgeslikt met de kop naar voren zodat eventuele stekels van de prooi zich niet kunnen vastzetten in zijn keel waardoor hij zou kunnen stikken.

Voedsel
Dagelijks eet een ijsvogel ongeveer zijn eigen gewicht aan vis. Dat is zo'n 30-40 gram. Zijn menu bestaat voornamelijk uit elritsen en stekelbaarsjes. Ook waterinsecten, kikkervisjes en kreeftachtigen staan op het menu. Het voedsel moet uit helder, liefst stromend water komen.

Naam
In Frankrijk wordt hij Martin-pêcheur genoemd en in Engeland Kingfisher; een zeer toepasselijke naam voor deze prachtige, bijna tropisch uitziende meestervisser. Waarom wij hem dan ijsvogel noemen, terwijl hij juist níet tegen ijs kan is een mysterie. Toch werd er wel vaak een verband gelegd met ijs bij het verklaren van zijn naam. In 'Nederlandsche Vogelen' staat bijvoorbeeld:
'De benaaming van Ysvogel is daar van afkomstig, dat men hem op de binnen-Wateren meest aantreft by vriezend Weer.'

De ijsvogel wordt inderdaad vaker gezien in de kou omdat hij zich dan niet kan verschuilen achter bladeren maar goed zichtbaar is op een kale tak in de buurt van een wak.

‘IJs’ zou ook van het Oudhoogduitse (8ste eeuw) isarn afgeleid kunnen zijn. Isa is ‘ijs’ en Arn ‘arend’ dus ijsarend. En de manier waarop de ijsvogel al stootduikend zijn vis vangt, lijkt op de manier waarop bijvoorbeeld de visarend dat doet. Arn zou heel vroeger ook gewoon ‘vogel’ zijn geweest, waardoor isarn letterlijk op ijsvogel uitkomt. Het zou ook een verbastering van de Germaanse naam ‘Eisenvogel’ kunnen zijn wat ijzervogel betekent en verwijzen naar de metalige glans van zijn blauwe veertjes. Later werd dit Eisvogel en tegenwoordig schrijven we ijsvogel. Een andere verklaring voor de naam is dat de ijsvogel 's winters bij het ijs werd gezien om uit een wak vissen te vangen.

Poetsen
De ijsvogel is schoon op zichzelf. De dichte veren worden zo’n zes tot acht keer per dag gepoetst en gekamd. Eén zo’n poetsbeurt kan wel 20 minuten duren. Hij doet dat op een manier die uniek is voor vogels: met de binnenkant van zijn vleugel wrijft hij over zijn koppie. Ook neemt hij regelmatig een bad.

Geluid
Alleen als je geluk hebt zie je de ijsvogel voorbij flitsen – hij heeft het niet zo op mensen.
De kans om hem te zien neemt enorm toe wanneer je zijn geluiden leert herkennen. Hij heeft een zeer herkenbare roep, vooral tijdens het vliegen. Het hoge abrupt afgebroken “tji” of “tjitu” wijkt duidelijk af van de roep van andere vogels.

Klik hier voor een filmpje.

Paartijd
Aan het begin van de paartijd in februari zoekt het mannetje een vrouwtje, meestal hetzelfde vrouwtje als het voorgaande jaar. Tijdens de balts achtervolgen de ijsvogels elkaar op een zeer luidruchtige manier, waarbij de vogels het ene moment vlak over het water scheren en het volgende moment hoog door de toppen van de bomen schieten. Het elkaar najagen kan uren duren. Als de broedtunnel nog niet klaar is, hangen beide ijsvogels 'biddend' voor de wand, al pikkend in het zand net zo lang tot ze met hun snavels een kleine opening gemaakt hebben.

Foto: Han Roordink

Het uitgraven van een nest doen mannetje en vrouwtje ijsvogel omstebeurt, met hun snavel en poten. Als de één graaft, zit de ander op de uitkijk. In zo ’n twee weken maken ze een nestgang van minstens 60 centimeter diep die aan het einde iets oplopend is en niet wordt bekleed. Achterin zit de broedkamer, diep genoeg om hun kroost veilig te stellen voor de lange snavel van een blauwe reiger. Ook bij het broeden en voeden wisselen ze elkaar af. Als het mannetje het wijfje naar binnen heeft gelokt, begint het zo genoemde baltsvoeren. Het mannetje brengt hierbij voedsel aan het wijfje: hij duikt voor het wijfje in elkaar met hangende vleugels en strekt dan zijn kop in haar richting om haar een visje aan te bieden. Het wijfje krijgt door deze baltsvoedering voldoende voedsel om de zes of zeven eieren te leggen.

Broedtijd
De broedtijd van ijsvogels loopt van april tot juli. Ze kunnen twee legsels groot brengen, de laatste jaren soms zelfs drie. Meestal nestelen ijsvogels in holten die zij graven in steile zandige of leemachtige wallen dicht bij stromende heldere beekjes, sloten en meren, maar ook de wortelstronken van omgewaaide bomen zijn populair. Er moet bovendien voldoende voedsel te vinden zijn en de omgeving van het nest moet rustig zijn. Slim bedacht, zo ’n nest in een stijle oeverwand. Zijn vijanden, zoals de bunzing en de wezel, komen er lastig bij. Ook voor roofvogels is het moeilijk hem te grijpen omdat hij rakelings over het water scheert. Naast strenge winters is de mens de grootste vijand van de ijsvogel door watervervuiling, watersport en oevers die worden ‘verfraaid’ met stenen.
Buiten het broedseizoen zie je ijsvogels op allerlei plekken waar water te vinden is. Sommige blijven in de buurt van het nest, andere trekken een eind weg, maar altijd solitair.

Kuikens
Het vrouwtje legt 6-7 eieren die door beide ouders 21 dagen worden bebroed. Als de kuikens uit het ei zijn moeten ze nog zo'n 25 dagen worden gevoerd en nog enkele dagen nadat ze het nest al verlaten hebben. Bij het observeren van een nest van de ijsvogel is duidelijk te zien wanneer er zich grote jongen in het nest bevinden. Die zitten dan al in de nestpijp te wachten en de oudervogel kan in de broedbuis niet meer omdraaien en moet daarom achterwaarts naar buiten. Omdat niet alle verorberde prooien worden verteerd, worden de resten uitgebraakt in de vorm van braakballetjes. Ze zijn te vinden in de buurt van het nest aan de waterkant en in het nest en bestaan uit visgraten, schubben en slijm en vallen snel uit elkaar. Ook de uitwerpselen vallen op. Een ijsvogel spuit zijn ontlasting met een flink straaltje naar buiten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een zangvogel, die zijn ontlasting naar beneden laat vallen.

Vijanden
De ijsvogel zou zo’n 15 jaar kunnen worden, maar in het eerste levensjaar is het sterftecijfer hoog. Het gemiddelde ligt op zo’n 2 jaar. De natuurlijke vijanden zijn de boomvalk en de sperwer. Vijanden van de ijsvogels in de broedtunnel zijn o.a. hermelijn, bunzing, rat en vos. Andere doodsoorzaken zijn: tegen ramen aanvliegen, verkeersslachtoffer, te weinig voedselaanbod in strenge winters (dichtgevroren water), huiskatten en netten over (tuin)vijvers.

Kwetsbaar
IJsvogels zijn kwetsbaar. Hun naam doet vermoeden dat ze goed tegen kou en vorst kunnen, maar dat is niet zo, ze staan niet voor niets op de rode lijst. Omdat ze bij voorkeur kleine visjes eten zijn ze afhankelijk van open water. Als ze te weinig kunnen eten nemen de vetreserves af. De stuitklier waarmee ze de veren waterdicht houden werkt dan minder goed, waardoor de veren teveel water opnemen bij een duik in het koude water. Hierdoor sterven ze massaal de hongerdood. Na een strenge winter hebben ijsvogels verschillende jaren nodig om weer in aantal toe te nemen.

De strenge winter van 2008-2009 was voor de ijsvogel dramatisch. In de Volkskrant was dat toen ook te lezen: “ (…) De grootste slachtingen vielen deze winter in Limburg, Noord-Brabant en Gelderland. Daar was het het koudst. In december telde men in Gelderland nog 39 ijsvogels en in januari nog maar 3. In februari was er nog maar 1 te zien. (…)”. Volkskrant 16 maart 2009. In 2000 waren er nog geen 300 paren in Nederland. Ruim drie jaar geleden waren dat er ongeveer 700.

Bij de Chinezen staat de ijsvogel voor schoonheid, snelheid en gezegende dagen. In de Griekse cultuur was de ijsvogel een heilige vogel en in de Keltische cultuur staat de ijsvogel voor flamboyant, kleurrijk en scherpzinnig.


terug naar boven >>

   
 
   
 



Nog niet ontdekt

Er zijn op aarde waarschijnlijk nog circa 9000 boomsoorten niet ontdekt, waarvan 3000 uiterst zeldzame soorten. Dat stellen Italiaanse wetenschappers, verbonden aan de Universiteit van Bologna, op basis van een onderzoek dat 3 jaar in beslag nam. Ze gebruikten daarbij een nieuwe onderzoeksmethode. Maandag 31 januari j.l. publiceerden ze over hun studie in PNAS. 

De wetenschappers maakten gebruik van kunstmatige intelligentie. Daarmee combineerden zij datasets van individuele tellingen, waardoor op grotere schaal uitspraken gedaan kunnen worden over de verspreiding en het bestaan van boomsoorten in een gebied. In Oceanië werden naast bijna 6700 bekende boomsoorten 1500 nieuwegevonden. Met name in het noordoosten van Australië en op eilanden in de Grote Oceaan zijn volgens de onderzoekers nog enorm veel onontdekte soorten aanwezig. Dat geldt ook voor het Andesgebergte en het Amazonegebied in Zuid-Amerika.

Meer informatie is te vinden in de publicatie 'The number of tree species on earth' in PNAS: klik hier

Bron: PNAS


Bomen voor waterveiligheid

Er wordt wereldwijd veel beweerd over de rol die natuur kan spelen bij het verminderen van overstromingen, tyfoons of tsunami s. Er was tot nu toe maar weinig onderzoek gedaan naar het gedrag van natuurlijke systemen onder extreme condities waaronder een superstorm. In een gepubliceerde paper in Scientific Reports geven wetenschappers van Deltares, NIOZ en de TU Delft, de eerste inzichten over hoe bomen het best zijn in te zetten voor waterveiligheid.

Ze onderzochten in 2018 in de Deltagoot hoe een bos van wilgen golven kan dempen. Hun belangrijkste conclusie is dat bomen uitstekend kunnen werken om golven te dempen bij maximale golfhoogtes van 2,5 meter. Dan breken de bomen niet. Bomen zijn veel flexibeler dan tot nu toe werd gedacht en bewegen goed met de golven mee. Bij zeer hoge en langere golven neemt de dempende capaciteit van de bomen echter af.

De bomen dempen het meeste bij middelhoge waterstanden waarbij de golf middendoor de kruin gaat en daardoor de meeste boomoppervlakte tegenkomt. Op basis van de proeven kregen de wetenschappers nieuwe inzichten over de factoren die van belang zijn bij het voorspellen van de golfdempende eigenschappen van vegetatie. Bladeren van wilgen bleken bijvoorbeeld weinig bij te dragen, maar van zijtakken bleek de bijdrage juist veel hoger dan werd verondersteld.
Meer informatie is te vinden in de publicatie 'Wave attenuation through forests under extreme conditions' in Scientific Reports. Klik hier.

Bron: Deltares

terug naar boven >>

   
   
   
   
   
   



Waar tijd niet meer telt t/m 17 april 2022

De tentoonstelling 'Waar tijd niet meer telt' is verlengd tot en met 17 april 2022. Deze tentoonstelling draait geheel om het werk van urbex-fotograafHans Borst uit Hattem. Urbex is een samenvoeging van de woorden 'urban exploring. Hans Borst fotografeert in verlaten gebouwen en op niet openbaar toegankelijke locaties. Zijn fotos geven een indrukwekkend beeld van wat hij tijdens zijn rondzwervingen allemaal tegenkomt.

Hans is zich de laatste jaren gaan richten op het fotograferen van gebouwen die al 20 tot 40 jaar verlaten zijn. Hij gebruikt het woord 'verlaten, omdat de gebouwen zelden tot nooit leeg zijn gehaald. Sporen van menselijke vernielingen ontbreken. De tijd heeft er stil gestaan. Het trage knagen van de tijd is goed zichtbaar. Afbladderende verflagen, oude patronen en kleuren, roestplekken, het verval wordt onverbiddelijk door de urbex-fotograaf vastgelegd en, om dit alles te benadrukken, op groot formaat afgedrukt.

Voerman Museum

Adres: Achterstraat 46–48, 8051 GC Hattem
Meer info: klik hier


Homan-Hupkens in Prent en Beeld - t/m 29 mei 2022

Naast eigen werk, beelden van Sofie Hupkens en etsen van Reinder Homan, worden er prenten tentoongesteld van 1500 tot heden uit de eigen collectie. Een greep uit de vele namen: Jan van de Velde, Bartholomeus Beenbergh, Theo van Hoytema, Tjeerd Bottema, Seymour Haden, James McNiell Whistler, Kathe Kollwitz, Horst Janssen, Auguste Lepère en Louis Adolphe Hervier. De collectie wisselt regelmatig.

Na zijn opleiding aan de academie Minerva te Groningen en de Jan van Eyckacademie te Maastricht specialiseerde Homan zich tot etser pur sang. Hij weet zijn onderwerpen met een schijnbaar speels gemak vast te leggen in zink en koper. Oude bomen, een enkel takje, maar ook bermen vol bloemen, een beekdal in vogelperspectief of de nevel boven de velden, allemaal onderwerpen die in zijn etsen langskomen, uiterst minutieus en subtiel uitgewerkt. Elk detail getuigt van een onvoorwaardelijke aandacht en overgave. Stilte, bezieling, liefde en respect voor de natuur zijn samengebald in etsen die uitblinken door vakmanschap. Verstilling is tot de hoogste macht verheven zonder dat de werkelijkheid geweld wordt aangedaan. De puurheid die de kunstenaar signaleert in natuurlijke elementen waar de meeste mensen achteloos aan voorbij gaan, is geïntensiveerd in prentkunst die de nuance zoekt.

Reinder Homan is op zoek naar de poëzie van de grillige werkelijkheid, naar een intensivering van de waarneming. Hij wordt omschreven als een kunstenaar in wie ambachtsman, dromer en dichter samenkomen en wiens etsen op eenzame hoogte staan.

In Bakhuizen vindt u van beiden de ateliers en de gemeenschappelijke expositieruimte waar publiek elke eerste zondag van de maand (13.00 -17.00 uur ) en op afspraak van harte welkom is.
Beelden rechts: Sofie Hupkens
U kunt hun ateliers ook bezoeken tijdens de Kunstroute Gaasterland. Elke eerste zondag van de maanden mei t/m oktober van 13:00 tot 17:00 uur vindt u 9 ateliers collectief geopend.

Expositieruimte

Adres: Gaestwei 14, Bakhuizen
Meer info: klik hier


Kunstroute Gaasterland 2022

Kunstroute Gaasterland is een initiatief van beeldend kunstenaars die wonen en werken in de Friese streek Gaasterland. De Kunstroute voert u langs 9 ateliers die elke eerste zondag van de maanden april t/m september collectief zijn geopend. Natuurlijk kunt u de ateliers ook op andere dagen individueel (op afspraak) bezoeken.

In 2022 vieren ze hun 10-jarig bestaan met extra activiteiten. Waaronder een gezamenlijke expositie in Museum Sloten van 1 april t/m 31 oktober.

Kunstwerk rechts: Hansje Busquet
Schilderij links:
Greetje Feenstra

Meer info: klik hier

De negen ateliers in deze kunstroute zijn alle gelegen in de bosrijke en glooiende streek Gaasterland (gem. De Fryske Marren). Omsloten door de Friese meren en het IJsselmeer. Een buitenbeentje in het Friese landschap. De route totaal is ruim 27 km. lang. Bezoek de ateliers van uw keuze per auto of mooier nog... per (e)fiets!

Voor de routekaart: klik hier

terug naar boven >>

   
   
   
   
   


Reageren op NNN

Voor reacties op de inhoud van NatuurNetNieuws, uw waarnemingen, nieuws of vragen over de natuur, mail naar: tiny@groen-natuurlijk.nl
Voor het wijzigen van uw e-mailadres (vermeld ook uw oude e-mailadres!) of afmelden voor de nieuwsbrief mail naar: info@groen-natuurlijk.nl

Kopfoto en samenstelling: Tiny van der Meer. Vormgeving: Hans Steinfort.

Voor het aanmelden als abonnee op NatuurNetNieuws kijk op: https://groen-natuurlijk.nl/natuurnieuwsbrieven/
Het overnemen van informatie is toegestaan, mits u duidelijk vermeldt:
Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN! natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl

Behalve voor u is er ook een natuurnieuwsbrief (NatuurNetNieuwsJunior) voor uw (klein)kinderen in de basisschoolleeftijd met een verhaaltje, veel informatie over dieren en/of planten (handig voor een spreekbeurt) en uittips voor kinderen. Net zoals u gratis abonnee bent van NatuurNetNieuws, kunt u of kunnen zij zich ook gratis abonneren op NatuurNetNieuws Junior (komt zes keer per jaar uit!). U hoeft alleen maar een mailtje te sturen naar: info@groen-natuurlijk.nl of het formulier in te vullen: klik hier


   
   

Volg ons ook op Facebook

Onze Natuurnieuwsbrief verwijst soms naar websites van derden. We hebben geen controle over de aard, de volledigheid noch de juistheid van de informatie op deze websites en zijn daarom niet aansprakelijk voor de inhoud daarvan.

terug naar boven >>