Flora en fauna
- Daslook
- Citroenvlinder

Natuurnieuws
- Heggen en houtwallen

- Bijzondere plantensoorten

Natuur Uit en Thuis
- UIT: Onderonsje

- THUIS: Het Kraaiennest

 


Natuur kort
- Winnaar boom van het jaar

- Eerste kievitsei

- Bijvriendelijkste gemeente

Natuurexcursie
- Rondje Rietvink

Website van de maand
- www.vers-hout.nl

Boekennieuws
- Nu ga ik er eens op uit - Jac. P. Thijsse


Citaat van de maand van
- Charles Dickens


Natuur Plus

- De
Kauw

Bomenweetjes
- Nationale Bomen Top 50
- Stadsbomen

Uit-tips
-
À la campagne
- Expositie Alexandra Klimas

- Floriade 2022

 
NB. De links in onderstaande teksten zijn vet gedrukt en hebben een groene kleur.
 

 
   
   
   


Daslook (Allium ursinum)

Daslook behoort tot de eerste lenteboden, het zijn stinsenplanten die eeuwen geleden zijn geplant rondom buitenplaatsen, boerderijen, grote huizen en in parken. Daslook is inheems in zowel Nederland als België al is het een vrij zeldzame plant in het wild. Daslook bloeit vanaf april tot juli.
De langwerpig-eironde bladeren en de zuiver witte bloemen met zes witte stervormige bloemdekbladen, gegroepeerd in losse bolvormige schermen, zijn van een verrassende schoonheid.

Daslook is familie van ui, bieslook en knoflook. En dat ruik je! Het liefst groeit deze plant als onderbegroeiing in vochtige loofbossen en hagen. Ze kan zowel in de schaduw, halfschaduw als in de zon groeien. Het verhaal gaat dat dassen ze eten, maar de soortnaam ursinum is afgeleid van Ursus (beer) en betekent ‘van de beren’. De naam is ontstaan door het oude bijgeloof dat beren na hun winterslaap zich eerst aan deze plant tegoed deden.

In het boek 'In het Bos' van Jac. P. Thijsse en E. Heimans wordt ze dan ook 'Berelook' genoemd. Andere namen voor daslook: borslook, uienbloem of woutknooplook. Daslook vermeerdert zich voornamelijk via zaden met daaraan zogeheten mierenbroodjes. Mieren worden hierdoor gelokt, dragen het zaad mee naar hun nest en werken zo mee aan de verspreiding. Daarnaast vormt de plant ook nevenbolletjes. Daslook is een aantrekkelijke bijenplant die zowel nectar als stuifmeel levert. Ze wordt ook bezocht en bestoven door (zweef)vliegen, hommels, kevers en dag- en nachtvlinders. Vroeger werden er darmklachten, wormen en aderverkalking mee bestreden.

"Eet prei in maart en daslook in mei, dan is men het hele jaar doktervrij.”


Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni)

Nog een lentebode!

Als de zon aan kracht wint en de thermometer 10º C of meer aangeeft, is de kans groot dat je de citroenvlinder ziet fladderen. Meestal al eind februari, begin maart. Deze mooie citroengele vlinders met op de vier vleugels een oranje stipje kun je bijna niet missen.

De vrouwtjes zijn iets bleker dan de mannetjes. Door het koude, natte voorjaar heeft het even geduurd maar op 12 maart jl. zag ik mn eerste citroentje! Het zijn vooral de mannetjes die je als eerste ziet, omdat ze iets eerder uit hun winterrustplaats komen dan de vrouwtjes. Op zonnige dagen patrouilleren ze kilometers lang op zoek naar vrouwtjes.

 

 

De vlinders laten zich eerst door de zon opwarmen en gaan dan op zoek naar nectar. In het vroege voorjaar vinden ze dit o.a. op groot hoefblad, paarse dovenetel en sleutelbloem. Nectar is de enige voedselbron voor volwassen citroentjes. Het is hun energieleverancier om te kunnen vliegen en de vlindervrouwtjes hebben het nodig voor de ontwikkeling van hun eitjes.

Citroentjes zijn goede vliegers en na de paring en het afzetten van de eitjes kunnen ze over grote afstanden zwerven. De enige twee soorten waarvan de rupsen kunnen leven zijn sporkehout en wegedoorn, die in en rond bossen en houtwallen groeien. Rond de paartijd kun je vlinders hier massaal aantreffen. Na het leggen van de eitjes sterven de vrouwtjes voor de zomer begint. Tegen die tijd ontpopt zich de tweede generatie en volgt een hogere piek. Citroenvlinders zoeken in het najaar een beschut plekje om te overwinteren. Ze leven ongeveer 340 dagen en zijn daarmee de langst levende vlindersoort. De vliegtijd is van juli tot en met oktober en van februari tot en met mei. In de tussentijd wordt een winterslaap gehouden, verscholen in holten in bomen of lage, groene struiken.

terug naar boven >>

   
 
   
   


Heggen en houtwallen

Een eeuw geleden werd het Nederlandse boerenland doorkruist door een netwerk van duizenden kilometers aan heggen en houtwallen.

Door ruilverkavelingen en het gebruik van prikkeldraad is daar veel van verdwenen. Er zijn echter verschillende organisaties actief in Nederland die de heggen proberen te herstellen. Lokaal zijn losse heggen en houtwallen bewaard gebleven, maar slechts op een paar plekken ook het volledige landschap. Een voorbeeld vormt het Maasheggengebied, op de grens van Brabant en Limburg. De heggen die er nog staan worden door ecologen gezien als genenbank voor inheemse struiken, bomen en klimplanten. Ook vanwege de cultuurhistorische waarde is Maasheggen uitgeroepen tot Werelderfgoed. In Olst heeft de organisatie Hoopheggen in drie jaar ruim twintig kilometer gemengde heggen aangeplant. Er komen talloze soorten voor, van bloeiende klimplanten tot bijzondere schimmels en korstmossen.

Stichting Heg & Landschap wil grootschalig plantgoed beschikbaar maken voor natuurorganisaties en particulieren op basis van de laatste wilde populaties. Die beslaan minder dan 3% van de bossen en heggen. De komende jaren zal het werk aan heggen en houtwallen nationaal moeten opschalen.
Uiterlijk in 2030 moet 10% van het buitengebied bestaan uit natuurrijke verbindingen. Naast heggen en houtwallen gaat het ook om bosstroken en 'plas-dras-overgangen', natuurlijke oevers, met ruimte voor moerasplanten.

Bron
: NU.nl

terug naar boven >>

 


Bijzondere plantensoorten

Veel bijzondere plantensoorten zijn teruggekeerd of stabiel gebleven in de Zuid-Hollandse duingebieden. Dat blijkt uit de resultaten van 20 jaar lang monitoren van 95 aandachtsoorten.




Links: Rood guichelheil en rechts: Grote sneeuwroem

De waterwingebieden Meijendel, Solleveld en Berkheide zijn bijzonder waardevol en rijk aan biodiversiteit. Op de circa 2.400 hectare komt ongeveer 60% van alle soorten van Nederland voor.
Er zijn bijna 7000 soorten geteld in Nationaal Park Hollandse Duinen. Daartussen zitten ook aandachtsoorten, veelal met een beschermde status.

Tellingen van planten en dieren doet waterwinbedrijf Dunea samen met een groep van circa 300 vrijwilligers. Op basis van tellingen rekenen plantenonderzoekers van FLORON uit welke plantensoorten nieuw zijn verschenen, toegenomen zijn, stabiel zijn gebleven of zijn afgenomen en in welk gebied bijzondere plantensoorten zijn teruggekeerd. Soorten hebben meer ruimte gekregen.

De vochtige duinvalleien zijn vanaf 1997 uitgebreid van 2 naar 50 hectare. De meeste verbeteringen zijn het directe resultaat van ingrepen in natuurbeheer. Dat geldt bijvoorbeeld voor het omzetten van delen van infiltratieplassen naar natte duinvalleien en het schoonmaken van bestaande valleien.

Bron: Dunea

   
   
   
   


Elke maand schrijf ik een stukje over iets wat ik in de afgelopen maand heb gezien tijdens een van mijn wandelingen.
UIT: ergens in het land.
THUIS: Maasland (ZH) en omstreken.

Tiny van der Meer


NATUUR uit: onderonsje

Via statige, imposante beukenlanen loop ik naar landgoed Broekhuizen en constateer dat de Route De Wildeman, na mijn vorige wandeling hier, een stuk ‘wilder’ is geworden! De stormen Dudley, Eunice en Franklin hebben hun verwoestende sporen achtergelaten. Langs de statige beukenlanen zijn diverse bomen gesneuveld of als luciferhoutjes afgeknapt. Gelukkig… een boom met het hart op de goede plaats mocht blijven staan!

Het landhuis toont zich dubbel mooi door de weerspiegeling in de vijver. Ik steek beken over via smalle bruggetjes, zie een winterkoninkje dat al pootjebadend in een ondiep watertje, op zoek is naar insecten.

Op landgoed Darthuizen staat een bankje met uitzicht op een open veld. Een fantastisch zonnig plekje voor de lunchpauze. Vergezeld van het geschetter van een ondersteboven aan een tak hangende Vlaamse gaai, wandel ik verder langs kromme knotwilgen en door prachtig natuurlandschap met loof- en naaldbossen en kleine stukjes heide. Opeens vliegt een grote vogel op mij af. Een buizerd!

Zo mooi! Zo dichtbij! Hij landt een paar meter van mij af op een boomtak. ‘Kijk eens even om…’ fluister ik. En hij kijkt! Dan vliegt hij op en landt in de volgende boom. Ik loop heel voorzichtig naar hem toe. Hij blijft rustig zitten. Ik zoom in, maak m’n foto. Dan verstoort een auto dit bijzondere onderonsje. Weg is hij. Kan ik me een mooiere afsluiting van mijn wandeling wensen !?



NATUUR thuis: het kraaiennest

Bruin, wit, zwart… er scharrelt van alles door elkaar. Geen geharrewar om de beste plek. Sommige trekken zich helemaal nergens iets van aan, zitten met de snavel in de veren een beetje te dutten. Ik ben in het Kraaiennest, en dan heb ik het niet over het nest van een kraai maar over het natuur- en recreatiegebiedje aan de grens van Maasland. Speciaal voor grutto's en andere weidevogels is de voormalige zwemplas omgetoverd in een vogelparadijs.

Er zijn vogeleilandjes en slikranden gemaakt, eendenkorven voor wilde eenden geplaatst en schelpen over het eiland uitgestrooid, de ideale broedplek voor kluut, scholekster en visdief. Om te voorkomen dat honden naar de broedplek zwemmen, is een hek aangebracht.

Aan de rand van de plas wacht een lange oeverzwaluwwand vol uitnodigende gaten op de paartjes die hier eind mei weer komen nestelen. Wonderlijk hoe snel vogels zo’n plek ontdekken en er gebruik van maken! Als ik aankom ben ik verrast door het grote aantal weidevogels. Grutto’s, kluten en scholeksters verzamelen zich aan de rand van het vogeleiland of zoeken voedsel in het ondiepe plas-dras gedeelte.

De wandelkade langs de plas is van maart t/m eind juli afgesloten om de vogels rust te geven. Honden en vossen, maar dus ook mensen worden zoveel mogelijk op afstand gehouden. Alles voor een goed broedresultaat. Van veraf is het ook genieten en ik ben hier zeker niet voor de laatste keer want ook de ‘wintervoederakker’ voor vogels wordt weer ingezaaid met klaprozen, zonnebloemen, en andere insectenvriendelijke bloemen. Dat wordt weer een feest om te zien!

terug naar boven
>>


   
 
 
   
   


Winnaar Europese boom van het jaar

De Europese verkiezing 'Tree of the Year' onderstreept het belang van bomen en verbindt gemeenschappen door heel Europa.

En de winnaar is…  De Eik: Dunin met 179.317 stemmen

Soort:
 Zomereik (Quercus Robur L.)
Leeftijd: 400 jaar
Regio: Przybudki, Provincie Podlaskie, Polen



Beschermheer van het Woud van Białowieża
Deze eik groeit aan de rand van het Woud van Białowieża, een van de bekendste laaglandbossen, niet alleen in Polen, maar ook in Europa.
Hij wordt in het bijzonder gerespecteerd en bewonderd door de lokale bevolking, maar ook door toeristen die dit gebied in Polen komen bezoeken.
Hij verwondert in ieder seizoen, als hij vol in het blad zit, maar ook wanneer hij zijn kale, mysterieuze, ronde takken laat zien.

De winnaars van dit jaar: klik hier
Voorgaande verkiezingen en winnaars: klik hier  

 


Eerste kievitsei

Op woensdag 9 maart is in Hengevelde in de gemeente Hof van Twente het eerste kievitsei van 2022 gevonden. Dit is de start van het weidevogelseizoen 2022. Vrijwilligers van de provinciale landschapsbeheerorganisaties, de Bond van Friese Vogelwachten en het SBNL Natuurfonds, trekken tot half juni het land in om samen met agrariërs waar nodig naar nesten van de kievit, grutto, tureluur en andere weidevogels te zoeken en deze te markeren.



Hierdoor kan de boer rekening houden met de nesten tijdens veldwerkzaamheden. Door om een nest heen te maaien of een nest te verplaatsen krijgen weidevogels meer kans om de eieren succesvol uit te broeden.
Op de website: https://www.boerenlandvogelsnederland.nl staan de aantallen gevonden nesten van de afgelopen vijf jaar. Ook de bevindingen uit 2022 krijgen een plek op deze website.

Bron: LandschappenNL



Bijvriendelijkste gemeente

De gemeente Arnhem is door Nederland Zoemt verkozen tot bijvriendelijkste gemeente van Nederland. Op 11 maart werd de prijs uitgereikt. Door de hele stad zijn kleine en grote bijenoases te vinden, van geveltuintje tot stadspark.

De jury van Nederland Zoemt roemt Arnhem om de samenwerking met bewoners en lokale groene initiatieven, zoals Arnhem Zoemt. Ook het maaibeleid draagt bij. Door de natuurvriendelijke aanpak in parken, bermen en op velden is er extra voedsel voor wilde bijen beschikbaar.

Bron: Nederland Zoemt

terug naar boven >>

   
 
 
   
   


Natuurexcursie - Rondje Rietvink,  Leidschendam

Op woensdag 13 april, neemt IVN-gids Ria Hoogstraat u mee voor een rondje Rietvink. De wandeling gaat door het voormalig tuinbouwgebied, langs ooit doorwaadbare plaatsen langs de Vliet (wedden).

We nemen een kijkje bij de houtzaagmolen 'De Salamander' en wandelen terug langs een stukje opgegraven Gracht van Corbulo.

Om 14.00 uur start de excursie bij de ingang van Park Rozenrust, Veursestraatweg 102 A, (huis De Parkwachter), Leidschendam, waar u ook kunt parkeren.
Bereikbaar met bus 45.
De wandeling is niet geschikt voor kleinere kinderen.


Info tel. Tel. 06 1822 5941 of www.ivndenhaag.nl.
 

terug naar boven >>

   
   
   
   


http://www.vers-hout.nl

Hout! Maar dan vers! Dat wil zeggen; de hele stam of tak; zo van de boom…. Dit is een totaal nieuwe (en heel oude…) manier van hout bewerken. 

Zonder machines. In het bos. Met en in de natuur… De houtsnijders laten zich inspireren door de engelse traditie van 'green woodwork' en de Zweedse traditie van het lepelsnijden.


terug naar boven >>

   
   
   
   
   



‘Nu ga ik er eens op uit’

Begin juli 2021 verscheen 'Nu ga ik er eens op uit': wandeldagboeken 1884-1898. Met deze rijk geïllustreerde uitgave wordt een onbekend deel van Thijsse's oeuvre op zeer aantrekkelijke wijze ontsloten voor een groot publiek. Inmiddels is de tweede druk verschenen.

‘Nu ga ik er eens op uit’ bevat twee van de zes dagboeken die Thijsse tijdens zijn leven bijhield. Het gaat om natuurdagboeken. Dat Thijsse een dagboek bijhield is nauwelijks bekend. Nu ga ik er eens op uitbevat de twee oudste en boeiendste dagboekdelen, die de jaren 1884‒1887 en 1894‒1898 beslaan.

Thijsse is dan als jonge onderwijzer werkzaam in Amsterdam en vult zijn vrije tijd met lange wandelingen in de wijde omgeving van de stad. De dagboeken van Thijsse zijn echte natuurdagboeken en gaan over de planten en dieren die hij op zijn wandelingen waarneemt en waarover hij met smaak en literair talent weet te vertellen. Zijn waarnemingen vult hij aan met opmerkingen over het weer en het omringende landschap. Deze uitgave is zeer rijk geïllustreerd met Thijsse's eigen tekeningen, en met het prachtige beeldmateriaal dat we kennen uit de Verkadealbums en andere boeken van Thijsse.

Meer info: klik hier
ISBN: 9789028220010
Gebonden, 240 pagina's

Prijs: € 35,—

terug naar boven >>

 

   
 
   
   

terug naar boven >>

   
   
   
   


De KAUW (Corvus monedula)

Liefde op het eerste gezicht...
Zij slaat beschroomd haar ogen neer als ze in de gaten heeft dat hij zijn ogen niet van haar af kan houden. Als die stoere bink vervolgens op haar afkomt en zij ineen duikt en met haar vleugels en staart trilt, dan weet hij hoe laat het is. Ze is verliefd op hem...

Koppie k(r)auw
Verliefde kauwtjes maken fluisterende, bijna kinderlijke geluidjes en het mannetje verwent haar door haar allerlei lekkere hapjes te voeren, waarbij zij zich gedraagt als een bedelend jong dat nog niet voor zichzelf kan zorgen. Een geliefkoosde bezigheid is het wederzijdse koppie krauwen.

Bevriende kauwen verzorgen elkaar ook wel op die manier, maar bij verliefden is dit pure tederheid, vooral wanneer zij de veertjes van haar ventje poetst, waar hij met toegeknepen oogjes van geniet. Deze liefde en tederheid neemt met de jaren alleen maar toe. Kauwtjes sluiten een band voor het leven en de koppeltjes zijn onafscheidelijk. Ze worden bijna even oud als mensen en veel stelletjes 'vieren' hun 50-jarig huwelijk.

Lentekriebels
Op het eind van het tweede levensjaar vormen ze een paartje, maar gebroed wordt er pas in het derde levensjaar. Op zachte winterdagen krijgen ze al lentekriebels en klinkt het bekende 'kjack- kjack-kjack' als ze de toekomstige nestplaatsen zoals schoorstenen, torens, muurgaten, holle bomen of nestkasten van torenvalken inspecteren, maar het huwelijk wordt pas in het voorjaar gesloten. De balts is een haast middeleeuws aandoende aangelegenheid. Het mannetje buigt vele malen met gespreide vleugels en staartveren voor zijn lief alvorens meer te willen.

Nest
De kauw is een algemene broedvogel en holenbroeder. Het zijn fanatieke nestbouwers: binnen enkele dagen tijd vullen ze een voor hen te grote of te diepe ruimte met stevige takken.

Zon nest kan enorme proporties aannemen. Het echtpaar bouwt samen aan het nest dat bestaat uit bladeren van verschillende planten, aarde en takken, die direct van de bomen worden getrokken.

Van binnen bekleden ze het met veren, droog gras, haar en wol, die ze van een paarden- of schapenrug plukken. Vroeger zat het nest vooral in boomholtes, maar nu worden nesten ook in nestkasten en schoorstenen gemaakt. Kauwen nestelen graag in elkaars omgeving, al zijn het niet persé kolonievogels.


Broedpopulatie: 100.000-150.000 (2018-2020)

Vanaf half april tot begin mei vangt het broedseizoen aan. De 4 tot 6 blauwachtige eieren, worden in 15 tot 20 dagen door vooral het vrouwtje uitgebroed. De jongen worden daarna door beide ouders gevoed en verlaten na een maand het nest maar kunnen dan nog nauwelijks vliegen. Pas na een maand gaan de jongen hun eigen gang. Eind juli zit het broedseizoen er voor de kauw op. Zelfs als hun legsel verloren is gegaan maken de ouderdieren geen tweede legsel zoals andere kraaiachtigen wel doen.

(Niet) populair
Kauwen, zijn de meest voorkomende vogels in Nederlandse steden maar zijn niet erg populair bij veel mensen omdat een kauw graag veel soortgenoten om zich heen heeft waarbij luidruchtig met elkaar wordt ‘gekauwd’. Meest kenmerkend is het explosieve “ka!”.

Leefgebied
Kauwen komen in heel Europa voor tot 'halverwege' Scandinavië. Vooral Bulgarije herbergt een enorm aantal paren; bijna de helft van de Europese populatie. De kauwen in Nederland zijn overwegend standvogels met wat zwerfneigingen. Een deel van de populatie trekt in de herfst weg naar België, Noordwest-Frankrijk en Engeland. In deze periode verschijnen hier weer exemplaren uit Noord- en Oost-Europa. De kauw is een beschermde inheemse diersoort en is in Nederland geregeld in de Wet natuurbescherming.

Uiterlijk
Deze kleine kraaiachtige is een stuk minder zwart en een stuk kleiner dan zijn grotere neven, de zwarte kraai en de roek. Kauwen zijn gedrongen vogels met een lichtgrijze nek en achterhoofd. De kauw loopt met zijn kop knikkend rechtop. Hij heeft een opvallend zwart petje, een kleine korte, scherpe, donkere snavel en lichte ogen met een opvallende blauwwitte iris. Kauwen communiceren daarmee. Door oogcontact te maken met hun soortgenoten houden ze concurrenten op afstand. Uit onderzoek blijkt dat kauwtjes de mensen om zich heen herkennen.
Ook komen er kauwen voor met leucisme. De leucistische kauw heeft zelf niet in de gaten dat hij afwijkt, maar de andere kauwen wel. Ze herkennen hem niet als soortgenoot en dus komt hij aan de rand van de kauwensamenleving terecht. Verstoten op basis van veerkleur.

Spelen met de wind
Kauwen demonstreren graag dat ze de luchtacrobatiek volledig beheersen en daar intens van genieten. Zonder veel inspanning vliegen ze tegen een storm in. Eerst laten ze zich door de wind hoog de lucht invoeren, vervolgens maken ze zich heel klein en storten naar beneden, waarbij ze snelheden kunnen bereiken van meer dan 100 kilometer per uur! Daarna, als ze bijna bij de grond zijn, slaan ze hun vleugels uit om het kunstje te herhalen. Alle handigheidjes bij het vliegen, zoals het spelen met de wind, het afremmen, het afstanden inschatten, het weten van opwaartse luchtstromingen en wervelingen leert de jonge kauw van zijn ouders of andere ervaren kauwen uit de groep.

Boven zijn stand
De bekende Oostenrijkse bioloog Konrad Lorenz had zijn hart verpand aan kauwtjes. Hij noemde ze ’de vogels met de zilveren ogen’ (ze kunnen ongeveer 2 x zo goed zien als de mens). Weinig vogels hebben zo'n sterk ontwikkeld familie- en gemeenschapsleven als kauwen. Hij heeft het sociale gedrag van de kauw beschreven in zijn boek ’De ring van koning Salomo’. Die ijzersterke familieband uit zich niet alleen in de paarvorming maar ook in de strikte rangorde in de kauwengemeenschap. Daar geldt dat een mannetje nooit boven zijn stand mag trouwen. Wanneer het kauwmannetje, dat aan het hoofd van de groep staat een beeldschoon, half jaar oud kauwvrouwtje trouwt, is zij terstond de bazin over alle andere vrouwtjeskauwen.

Rangorde
In een kauwenkolonie kennen alle dieren elkaar. Bij kauwtjes hebben de laagst geplaatste weinig te vrezen van de hooggeplaatste. De schermutselingen vinden vooral plaats tussen dieren van ongeveer gelijke rang. Hooggeplaatste kauwen doen alsof de laaggeplaatste kauwen lucht zijn. Alleen als ze dichtbij komen nemen ze een dreighouding aan, maar die leidt zelden tot een daadwerkelijke aanval. Hooggeplaatste kauwen grijpen ook in als er een ernstig conflict is tussen lager geplaatste kauwen. Hierbij wordt het dan opgenomen voor de meest zwakkere van het tweetal.

Voedsel
Tot ver in de 20e eeuw zijn kauwen vervolgd. Ze kregen de schuld van de achteruitgang van vrijwel alle vogelsoorten, waar het slecht mee ging. Maar kauwen halen geen nesten uit; kraaien, eksters en gaaien wel. Je ziet kauwen soms langs de dakgoten struinen op zoek naar mussennesten, maar ze eten dan vrijwel uitsluitend dode jongen, die door mussenouders uit het nest zijn verwijderd. Kauwen hebben een zeer uitgebreid menu dat voornamelijk bestaat uit kleine ongewervelden (insecten, slakken, spinnen), zaden, granen (vooral in de herfst en de winter), eieren, fruit en soms zelfs muizen. In de omgeving van de mens doen kauwen zich ook tegoed aan etensresten, kattenbrokken en karkassen van overreden dieren.
Ze delen voedsel met soortgenoten, ongeacht de onderlinge verwantschap. De reden voor dit voedseldelen is nog niet volledig bekend. Hiermee kopen kauwen vermoedelijk rust af en worden ze niet lastiggevallen door soortgenoten

Vijanden
Overdag verspreiden ze zich in zwermen en gaan op zoek naar voedsel. ‘s Avonds komen ze weer samen. Ze overnachten vaak in bosjes van jonge bomen. In een groep zijn ze beter beschermd tegen een aanval van een uil, kat, marter of een ander roofdier. Voordat ze zich verzamelen om te gaan overnachten, verblijven ze nog op een verzamelplek, vaak is dat een boom, kerk of het dak van een flat. Rondom zo’n verzamelplek voeren ze langdurig speelse kantel-, draai- en buitelvluchten uit.

Slimste
Dit kleinste lid (33 cm) van de familie van de kraaiachtigen (roeken, raven, zwarte kraaien, eksters en gaaien) is waarschijnlijk ook slim. Zijn herseninhoud is wel 5 keer groter dan die van een duif. Hij gebruikt werktuigen; stokjes in de snavel om bijvoorbeeld spinnetjes en torretjes uit een boomspleet te peuteren. Zelfs na maanden weet hij zijn verstopte voorraadje eikels nog terug te vinden. Kauwen zijn gek op spelletjes, die geen enkele zin hebben, zoals het van grote hoogte laten vallen van kiezelstenen op dakramen. Ze nemen wel eens een rookbad door op de rand van schoorstenen te gaan zitten om zo parasieten te verdrijven.

Naam
De kauw (Corvus monedula) dankt zijn naam waarschijnlijk aan zijn roep die klinkt al ‘kawo'.
De roep is een tsjak-tsjak-achtig geluid. In de groep hebben ze veel geluiden waarmee ze communiceren, van vrolijk kwetteren tot zacht tokkelen ("kikakaka ko"). De bekendste roep is "kauw kauw" waaraan ze hun naam ontlenen. Betekenis van de wetenschappelijke naam is: Raafachtige die centen wegpikt.

In België noemt men een troep kauwtjes ‘de duiven van de deken’. De Vlaamse namen Nonneke en Huiveke zinspelen op de blauwachtige kop van de vogel.
Enkele dialectnamen voor de kauw zijn kalle, torenkraai. Een reeks streekgebonden volksnamen geeft hun gekrakeel weer: Kaauw, Kauwke, Kaai, Kouw(ke) en Kaantje.
De soort nestelt bij voorkeur in holle bomen, kerktorens, schoorstenen en soms zelfs in konijnenholen. Vandaar namen als Kerkka of Kerkkauw, (Kerk)kraai en Karrekaauw. Ook de volgende namen hebben eenzelfde achtergrond: Torenkraai, Torenka, Torenkaone, Skoarnstienka en Skustienka(= schoorsteenka).


terug naar boven >>

   
 
   
 



Nationale Bomen Top 50

Geluk is niet te koop en welzijn is niet in geld uit te drukken, oftewel er zijn ongelofelijk veel zachte waardeswaar bomen positief aan bijdragen die niet in geld zijn om te zetten. Het welbevinden van mensen neemt toe naarmate er bomen in de omgeving aanwezig zijn. Maar ook de hele keten die met de boom en zijn biotoop verbonden is, wat varieert van micro-organismen tot bodemleven, insecten, vogels, zoogdieren en amfibieën, een enorm scala aan levende wezens, profiteert van de aanwezigheid van bomen.

Het aantal oude bomen in Nederland is schrikbarend laag. Dit zit vooral in onze cultuur van vernieuwing. En ook stormen, zoals van februari, doen geen goed. De roep om oude bomen te beschermen wordt steeds luider. Ze zijn de levende dragers van de geschiedenis van onze voorouders en onszelf en verdienen het behouden te blijven. De Nationale Bomenbank heeft ter ere van haar 50-jarig bestaan 'De Nationale Bomen Top 50' ontwikkeld. Iedere inwoner van Nederland kan zijn/haar favoriete boom nomineren. De bomen en vooral ook de verhalen die erbij horen, worden beoordeeld door een vakjury. Zij zullen hieruit De Nationale Bomen Top 5 kiezen. Deze vijf bomen zullen door de boomtechnische adviseurs van Terra Nostra worden voorzien van een levenslang beheerplan en de boomspecialisten van de Nationale Bomenbank zullen deze levenslang gratis gaan onderhouden.

Nomineer je favoriete boom
Help het bewustzijn van oude bomen te vergroten, maak kans op levenslang gratis boomonderhoud en nomineer je favoriete boom op: https://www.denationalebomentop50.nl

Bekijk de spelregels:  klik hier

Bron: Terra Nostra


Stadsbomen

De stormen Dudley, Eunice en Franklin hebben pijnlijk aangetoond dat veel van onze stadsbomen niet goed geworteld zijn. En dat had veel schade tot gevolg.

Bomen in de stad worden nu hooguit veertig jaar, terwijl hun soortgenoten in het bos honderden jaren oud kunnen worden. In het bos is de lucht vochtiger en koeler. De losse, voedselrijke bosgrond houdt water vast en heeft ook een goede drainage. In de stad is de bodem compact en aangestampt en wordt vaak blootgesteld aan direct zonlicht, omdat de blaadjes die het bodemleven beschermen, worden opgeruimd. Het gevolg is dat bomen niet goed wortelen en de bodem snel uitdroogt. Dit leidt vaak tot een vroegtijdige dood van de stadsboom.

Daarnaast zijn oude stadsbomen vaak het slachtoffer van wegwerkzaamheden. Gelukkig worden gemeenten zich steeds meer bewust van het belang van oude bomen in de stad voor luchtzuivering, schaduw, verkoeling, waterberging en voedsel en huisvesting voor talloze dieren.
Maar dan is die goede standplaats wel belangrijk. Een boom heeft minimaal één meter diepe losse, voedselrijke bodem nodig die bruist van het leven, zoals wormen, schimmels en bacteriën. En bomen willen bij elkaar staan, zodat hun wortels onder de grond contact kunnen maken met andere bomen en voedingsstoffen kunnen uitwisselen.

Oude bomen zijn voor een stad van levensbelang. Ze drinken water en verdampen dit. Op warme dagen kunnen zij wel zorgen voor 8 graden verkoeling. En een losse bodem is niet alleen goed voor de bodem, maar ook voor de opvang van extreme regenbuien. De voedselrijke laag werkt als een spons en neemt veel water op, daarnaast kan het water via de bodem gemakkelijk het grondwater aanvullen en dit ontlast het riool weer. De investering in goede standplaatsen voor stadsbomen maakt de stad niet alleen mooier, maar ook klimaatbestendiger en meer biodivers.

Bron: IVN Natuureducatie

terug naar boven >>

   
   
   
   
   
   



À la campagne - van Maris tot Monet - t/m 17 juli 2022

De Franse impressionisten uit Museum Boijmans Van Beuningen zijn in Leeuwarden! Ontdek de invloed van het Franse licht in de 19de-eeuwse schilderkunst, met prachtige landschappen van Franse meesters als Monet en Cézanne maar ook Nederlandse kunstenaars als Maris en Weissenbruch.

Van velden met klaprozen, lieflijke kusten en bloeiende boomgaarden tot woeste golven, lage horizons en weides vol koeien. De tentoonstelling met ruim 90 schilderijen en tekeningen laat zien hoe het licht een belangrijke rol speelde in de kunst: de zonnestralen schitteren op het water, het licht valt door de bladeren en de wind danst op het doek.
À la campagne! Het is een oproep de biezen te pakken en de natuur in te trekken. Weg met die geïdealiseerde en ideale landschappen, op naar de echte natuur. Rond 1850 ontstond deze beweging naar buitenom verschillende redenen. "Het was een tijd van ziekte. De natuur verzoende mensen met hun lot, gaf hen de ruimte en dwong hen tot nadenken"
, vertelt conservator Marlies Stoter.

Fries Museum

Adres: Wilhelminaplein 92, 8911 BS Leeuwarden
Meer info: klik hier
en/of hier


Solo-Expositie Alexandra Klimas - t/m 1 mei 2022

De realistische, bijna levensechte geschilderde dieren van Alexandra Klimas zijn op het oog tastbaar en zouden, als het geen olieverfschilderijen waren, zelfs hoorbaar zijn. Haar modellen zijn boerderijdieren met de zwartbonte koeien als favoriet. Ze schildert deze dieren met een reden.

Huisdieren worden vertroeteld en geadoreerd, maar dieren voor de vleesindustrie worden aan onze ogen onttrokken.
Deze groep vergetendieren wil ze graag onder de aandacht brengen. Haar modellen hebben namen en dwingen je als kijker tot een intieme relatie. En dat is precies haar doel.
Al schetsend tussen de koeien in het land leert Klimas de dieren persoonlijk kennen. Ze probeert elk dier zo levensecht mogelijk te schilderen en het eigen karakter goed weer te geven. De kunstenaar wil mensen zich meer verbonden laten voelen met deze prachtige dieren.

Woensdag t/m vrijdag: 11.00 – 17.00 uur
Zaterdag en zondag: 12.00 – 17.00 uur of op afspraak

Van Loon Galleries

Adres: Heuvel 4, 5261 EE Vught
Meer info: klik hier en/of hier



Floriade 2022  - 14 april tm/ 9 oktober 2022

Op 14 april 2022 opent Floriade haar poorten een half jaar lang in Almere. Je ontdekt hier oplossingen van innovators uit binnen- en buitenland die onze steden leuker, mooier en duurzamer maken. En je geniet van de geur en kleur van bloemen, planten, groenten en fruit.

Duik in het thema Growing Green Citiesen laat je verrassen! Het Floriade-park is een feest van groen en duurzame technologie. In dit levend laboratorium worden nieuwe technologieën voor groen, voedsel, energie en gezondheid onderzocht en toegepast, maar dat is nog niet alles. Er valt van alles te zien, ruiken en proeven op de Expo!

Onder het thema Growing Green Cities presenteert Floriade oplossingen die nodig zijn om steden groener, gezonder en leuker te maken. Een thema dat nu belangrijker is dan ooit. In 2050 zal namelijk maar liefst 68% van de wereldbevolking in de stad wonen, op slechts 2% van het totale aardoppervlak.

Greening the City:
meer groenvoorziening
Feeding the City: betere voedselvoorziening
Healthying the City: bewuster leven
Energising the City: slimmere energievoorziening

Lees meer over de thema's op de Floriade website: klik hier
Organisatie: Floriade

terug naar boven >>

   
   
   
   
   


Reageren op NNN

Voor reacties op de inhoud van NatuurNetNieuws, uw waarnemingen, nieuws of vragen over de natuur, mail naar: tiny@groen-natuurlijk.nl
Voor het wijzigen van uw e-mailadres (vermeld ook uw oude e-mailadres!) of afmelden voor de nieuwsbrief mail naar: info@groen-natuurlijk.nl

Kopfoto en samenstelling: Tiny van der Meer. Vormgeving: Hans Steinfort.

Voor het aanmelden als abonnee op NatuurNetNieuws kijk op: https://groen-natuurlijk.nl/natuurnieuwsbrieven/
Het overnemen van informatie is toegestaan, mits u duidelijk vermeldt:
Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN! natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl

Behalve voor u is er ook een natuurnieuwsbrief (NatuurNetNieuwsJunior) voor uw (klein)kinderen in de basisschoolleeftijd met een verhaaltje, veel informatie over dieren en/of planten (handig voor een spreekbeurt) en uittips voor kinderen. Net zoals u gratis abonnee bent van NatuurNetNieuws, kunt u of kunnen zij zich ook gratis abonneren op NatuurNetNieuws Junior (komt zes keer per jaar uit!). U hoeft alleen maar een mailtje te sturen naar: info@groen-natuurlijk.nl of het formulier in te vullen: klik hier


   
   

Volg ons ook op Facebook

Onze Natuurnieuwsbrief verwijst soms naar websites van derden. We hebben geen controle over de aard, de volledigheid noch de juistheid van de informatie op deze websites en zijn daarom niet aansprakelijk voor de inhoud daarvan.

terug naar boven >>