U kunt de volledige nieuwsbrief lezen of een keuze maken uit de onderwerpen die u aanspreken door deze onder de inhoud (apart) aan te klikken.  



 
   


Flora en fauna
- Prachtframboos
- Lepelaar

Natuurnieuws
- Hoogwatervluchtplaats bij Oijen
- Zeldzaam galigaanmoeras door brand verwoest
- ‘Aanbellen’ bij de Visdeurbel

Natuur Uit en Thuis
- UIT: Sterren en klinkers

- THUIS: De een zijn dood...


Natuur kort
- Drijvend wandelpad in Wilgenbos bij Almere
- Natuurgebied ’t Gulden Land officieel geopend

Natuurexcursie
- Kriebelbeestjes in Park Rusthout

ELFje
- Akkerhommel

Citaat van de maand
- Jean-Marie Guyau


Boekennieuws
- Hoe lees je een boom

Natuur Plus
- Sperwer

Bomenweetjes
- Meiboom

Uit tips
- Spacefarming
(De Toekomst van Voedsel)
- Wij zijn natuur

 
NB. De links in onderstaande teksten zijn vet gedrukt en hebben een groene kleur.
 

 
   
   
 



Prachtframboos - Rubus spectabilis

Toeval bestaat niet...!? Daar lijkt het sterk op als ik van een abonnee op NatuurNetNieuws eind maart uit het oosten van het land een foto van een prachtige bloem toegestuurd krijg met de vraag of ik die bloem (her)ken. Niet dus, maar de plantenapp brengt uitkomst: het is de prachtframboos. Als ik een dag later iets zoek in m’n fotovoorraad van april 2011 en daar dezelfde onbekende bloem zie, dan weet ik het zeker: toeval bestaat niet!

Prachtframboos komt van nature voor in bossen en langs rivieren en beken. De planten vormen vaak dichte struwelen op open plekken tussen vegetatie. De plant, die afkomstig is uit Noord-Amerika is dus een exoot en na 1900 verwilderd of aangeplant.

In België en Nederland is deze vrij zeldzame soort verwilderd te vinden in of in de buurt van (kasteel-)parken en buitenplaatsen. In Nederland is hij algemener dan in België (waar hij zeer zeldzaam is) en komt ondermeer in de (binnen)duinen, aan de rand van de Veluwe en rond en op buitenplaatsen voor.

Prachtframboos is een rijkbloeiende sierbraam, die weinig stekels heeft. Hij bloeit in het voorjaar van maart tot in mei aan korte takken met helderpaarsachtig rode, zo’n 3 cm grote, geurende rozerode klokvormige alleenstaande of met twee bij elkaarstaande bloemen. De kroonbladen zijn langer dan de kelk.
Later verschijnen de grote rode, gele, oranje of oranjerode vruchten die tweemaal zo groot zijn als die van framboos (Rubus idaeus).

Rubus = de Latijnse naam voor bramen en braamstruiken, afgeleid van ruber (= rood) hetgeen verwijst naar de kleur van vruchten. Spectabilis = fraai. En fraai zijn ze!


Lepelaar - Platalea leucorodia

Lepelaars zijn van februari tot september/oktober in Nederland, de meest noordelijke plek in Europa waar ze broeden. Dit doen ze bij voorkeur op rustige plekken, niet veel verder dan 50 km van de plek waar ze voedsel kunnen vinden, dat bestaat uit visjes, waterdieren, slakken, bloedzuigers, insecten en wormen en soms plantendelen.

Lepelaarjong (foto: Saxifraga-Peter Meininger)

Ze broeden vrijwel overal in gemengde kolonies samen met reigers, aalscholvers, grauwe ganzen of zilver- en/of kleine mantelmeeuwen. Meestal in rietvelden, moerassen met veel waterriet, uiterwaarden en in ooibossen langs rivieren. Als ze op de grond broeden zijn ze gevoelig voor predatie o.a. door vossen. Het gebeurt steeds vaker dat ze hun nesten in bomen en struiken bouwen.
Lepelaars in Nederland broeden van eind maart tot en met eind juli. Ze hebben één legsel per jaar van meestal 4 eieren die zo'n 25 dagen worden bebroed. Rond 1970 waren er nog maar 170 broedparen in ons land, nu ruim 2.500.
Een paar mooie plekken om in het goede seizoen lepelaars te zien broeden zijn het uitkijkpunt Voornes Duin - Quackjeswater (ZH).
Op de eilandjes in dit duinmeer zitten ze dan op en rond hun nesten. Ook een prima plek is te vinden in Noord-Holland, natuurgebied De Liede: klik hier

terug naar boven >>

   
 
   
   


Hoogwatervluchtplaats bij Oijen

Eind februari is in een zijtak van de Maas bij Oijen een drijvende hoogwatervluchtplaats voor bevers geïnstalleerd. Hiermee wordt gepoogd te voorkomen dat bevers tijdens hoogwater in de dijk gaan graven. Al in de nacht van 27 op 28 februari werd de constructie door een bever verkend.

Bevers kunnen in korte tijd lange gangen in de dijk graven en daarmee de stabiliteit van de dijk in gevaar brengen. In het ergste geval kan dat tot een dijkdoorbraak leiden. De drijvende hoogwatervluchtplaats draagt bij aan de waterveiligheid door een alternatief te bieden. Het gaat om een klein drijvend huis van 2 bij 2 meter.

Drijvende hoogwatervluchtplaats (foto: Maikel Samuels)

Uit ervaringen in het buitenland met open drijvende hoogwatervluchtplaatsen, blijkt dat bevers deze weliswaar gebruiken, maar bij slecht weer alsnog droge schuilplaatsen graven, vaak in een dijk. De komende periode moet duidelijk worden of bevers tijdens het eerstvolgende hoogwater langs de Maas ook echt gebruik maken van de hoogwatervluchtplaats die deel uitmaakt van een project waarin drie verschillende typen hoogwatervluchtplaatsen voor bevers zijn ontwikkeld.

Naast deze drijvende versie zijn er ook een hoogwatereiland in de uiterwaarden en een hoogwatervluchtplaats tegen de dijk, waarbij grond door gaas van de dijk is gescheiden. Zo kunnen bevers een hol graven zonder schade aan de dijk toe te brengen. Het project is uitgevoerd in een samenwerking tussen waterschap Aa en Maas, waterschap Rivierenland en de Zoogdiervereniging.

Bron: Zoogdiervereniging


Zeldzaam galigaanmoeras door brand verwoest

Brand heeft een flink stuk zeldzaam galigaanmoeras in het Kempen~Broek bij Weert in de as gelegd. In dit moeras broedden roerdompen en veel andere vogels. De moerasplant galigaan is in Nederland heel zeldzaam. De natuur zal zich uiteindelijk herstellen maar heeft een knauw gekregen. Bij onderzoek vonden brandweer en politie een etiket van een fles wasbenzine. Het heeft er de schijn van dat deze brand werd aangestoken.
 
Galigaan is een scherpe moerasplant, je wilt niet onbedekt een stukje galigaanmoeras doorkruisen. Voor broedvogels is het dan ook een perfecte beschermende omgeving.

In het gebied maakten veel vogels zich op voor het broedseizoen. De brand en de bijkomende schade door alle blusactiviteiten maken een flink stuk van het natuurgebied voorlopig ongeschikt als leefgebied. Na deze brand zal de galigaan - en andere moerasplanten - vanuit de wortels in een jaar weer kunnen uitlopen. Binnen enkele jaren kan het leefgebied van de roerdomp, waterral en kleine karekiet zich dan ook weer herstellen. Dankzij de inzet van de brandweer is voorkomen dat een groter gebied vernietigd werd.

De brand in Noord-Limburg woedde in het grotere cluster van gebieden dat gezamenlijk het Kempen~Broek vormt. In deze regio werkte ARK Rewilding Nederland aan het vergroten en verbinden van resterende natuurgebiedjes, tot grotere meer samenhangende gebieden. Dat gebeurt samen met Belgische en Nederlandse natuurorganisaties, zoals Limburgs Landschap, Regionaal Landschap Kempen en Maasland en Natuurmonumenten. 

Bron: ARK Rewilding Nederland


‘Aanbellen’ bij de Visdeurbel

Middenin de stad Utrecht ligt de prachtige Weerdsluis, die nog met de hand moet worden geopend. Ieder voorjaar zwemmen duizenden vissen door de Oudegracht in Utrecht. Ze zijn op weg naar een plek verderop om hun eitjes te leggen. Maar: de Weerdsluis is vaak dicht en dan moeten de vissen blijven wachten.

Daardoor verspillen ze tijd en energie en zijn ze een makkelijke prooi voor vogels of roofvissen. Om de vissen te helpen, hangt onder water bij de sluis een camera. Zijn er vissen in beeld? Druk dan op de bel. De sluiswachter krijgt een seintje en zal, als er veel vissen zijn, de sluis openen.

Voor het vijfde jaar op rij staat de visdeurbel in Utrecht weer aan. Via een onderwatercamera op visdeurbel.nl kunnen mensen meekijken en het laten weten als er vissen wachten voor de sluis. De monumentale sluis kan alleen handmatig worden geopend. Voorheen lagen vissen soms wekenlang te wachten voor de sluis, omdat deze in het voorjaar nog niet vaak opengaat voor plezierbootjes.

Je kunt ‘aanbellen’ bij de Visdeurbel van begin maart tot en met eind mei. Dat wordt ieder jaar volop gedaan. In 2024 trok de Visdeurbel zo’n 2,7 miljoen kijkers, van Amerika tot Brazilië. Over de hele wereld is de Visdeurbel al onder de aandacht gebracht. Hierdoor hebben veel mensen kennisgemaakt met het fenomeen vismigratie en de onderwaterwereld van Utrecht.

Ook jij kunt de vissen verder helpen! Zie je een vis, druk op de bel. Dan kan de sluiswachter de sluis open doen. Meer weten over de Visdeurbel, hoe het begon en wie erbij betrokken zijn?

terug naar boven >>

   
   
   
   


Elke maand schrijf ik een stukje over iets wat ik in de afgelopen maand heb gezien tijdens een van mijn wandelingen.
UIT: ergens in het land.
THUIS: Maasland (ZH) en omstreken.

Tiny van der Meer


NATUUR UIT: sterren en klinkers

Direct bij de start van m’n route ‘De Ginkel’ staat een waarschuwingsbord. In de bossen is een jonge wolf gesignaleerd die gezelschap zoekt en actief honden benadert. Met klem wordt geadviseerd te allen tijde de hond aan te lijnen.

De meeste hondeneigenaren hebben er lak aan. Ik heb geen hond, zie ook geen wolf... wel bomen, bomen en nog eens bomen. Vind ik dat saai? Verre van dat! Tijdens de twee routes van de mooisteroutes.nl in de buurt van Leersum die ik in de tweede helft van maart loop, bewonder ik ze in allerlei vormen en maten. Er ligt zelfs een reus languit, waarschijnlijk een keer gevloerd door een storm.



Ik zie heel veel opgestapelde boomstammen in deze eerste route. Het enige wat ik daaraan mooi vind zijn de soms bijzonder gevormde sterren in het hart van de stam. Door de warme weken steken er in de tweede route (‘Kromme Klinkers’) oude stoere knotwilgen prachtig af tegen het wit van de bloeiende sleedoorn, staan er veel krentenboomjes in bloei en zijn veel bomen en struiken inmiddels gehuld in een tere lichtgroene waas.



De routenaam ‘Kromme Klinkers’ is afgeleid van de klinkers die arbeiders vroeger met de hand moesten maken in de steenfabriek van Elst. Van lastig hanteerbare kromme misbaksels moesten vakbekwame straatmakers er toch in keperverband een weg naar de 14 meter hoge Graftombe van de familie van Nellesteyn op het hoogste punt van de Donderberg (36 m) in Leersum mee bestraten. Vakmanschap was ook toen al meesterschap!


NATUUR thuis: DE EEN ZIJN DOOD ...

In het weiland zit een zwarte kraai. Kraaien zijn schuw en vliegen direct weg als je te dicht in de buurt komt. Maar deze is zo ingespannen bezig met een prooi dat hij er niet over peinst om te verdwijnen. Onder zijn scherpe klauwen ligt iets zwarts. Het is een (hopelijk al dode) mol. Hij hakt er in met zijn snavel, tilt hem op, schudt hem heen en weer en doet verwoede pogingen om er hapklare brokken van te maken. Voor een kraai lijkt het me een lastig maaltje.

Dat een blauwe reiger of een ooievaar een mol vangt, onderdompelt in een sloot en dan naar binnen laat glijden heb ik vaker gezien maar nooit eerder dat een kraai zich tegoed doet aan een mol. Dat hij niet de enige is die z’n honger wil stillen, blijkt als een sperwer in m’n tuin een mus te pakken heeft. Niet iets om vrolijk van te worden. Hij wel uiteraard, maar ik niet. Na mijn poging om vanuit huis een foto te maken, loop ik heel voorzichtig naar buiten, weg is hij, met prooi. Hij landt halverwege in een heel hoge els waar hij zijn maaltijd ongestoord kan voortzetten.

Een eveneens bijzonder maar veel vrediger tafereeltje zie ik als ik door de Foppenpolder langs de Middelvliet naar de Vlaardingse Broekpolder fiets. Halverwege hebben blauwe reigers er al een paar jaar een kleine broedkolonie, restant van de vroegere grote kolonie op de vlietlanden in een groep elzen.
Tussen het blauw zit iets wits. Een paar lepelaars hebben besloten om hier ook hun nest te bouwen. Misschien komen ze uit Delft waar zo'n twintig lepelaars het vogeleiland in een stukje bos bij de A13 in Delft hebben uitgekozen om te broeden. Er is veiligheid, ruimte en voldoende voedsel in en om de vlietlanden. Het zou mooi zijn als meer lepelaars hun voorbeeld volgen om hier te gaan broeden. Ik hou ze de komende jaren in de gaten...

terug naar boven >>

   
 
 
   
   


Drijvend wandelpad in Wilgenbos bij Almere

Begin april is het IJsvogelpad in het Wilgenbos bij Almere officieel in gebruik genomen. Het Wilgenbos is een onderdeel van Nationaal Park Nieuw Land.

Het vernieuwde wandelpad voert bezoekers over de zwaaikom van de Lage Vaart. Het pad drijft door het gebruik van een vlechtwerk van wilgentenen en dikke buizen.


Het pad zelf is begroeid met gras en mogelijk gemaakt door bijdragen uit het Fonds Verstedelijking Almere en eigen middelen van Het Flevo-landschap. Naast het drijvende wandelpad in het Wilgenbos is onder meer ook een stuk plankenpad aangelegd. Verder zijn de stuwen hersteld, waardoor het waterpeil weer beter te beheren is.

Bron: Provincie Flevoland

terug naar boven >>

 


Natuurgebied ’t Gulden Land officieel geopend

Op 5 april is het natuurgebied ’t Gulden Land, tussen de Kop van Aarle-Rixtel en Helmond officieel geopend. Het was voorheen een verwilderd en moeilijk toegankelijk terrein. Nu is het weer een natuurgebied met veel recreatiemogelijkheden.

De afgelopen jaren werkten gemeente Laarbeek, gemeente Helmond en waterschap Aa en Maas intensief samen aan de herinrichting van dit gebied. Een project dat mede mogelijk was dankzij subsidies van provincie Noord-Brabant en Groen Ontwikkelfonds Brabant. Er zijn tal van maatregelen uitgevoerd op het vlak van water, natuur, recreatie en cultuurhistorie. De Aa en de Gulden Aa meanderen weer door het landschap, waarbij de oevers soms geleidelijk aflopen. Foto: Bjorn Snelders


Dit geeft extra ruimte aan de opvang en afvoer van water bij een flinke regenbui. Er zijn ecologische verbindingszones aangelegd. Voor de bezoeker is het gebied ook toegankelijker gemaakt, door verbetering en aanpassing van de fiets- en wandelpaden en bruggen.

Bron: Gemeente Helmond

   
   
   
   



Onder dit hoofdstukje treft u in elke uitgave van onze maandelijkse nieuwsbrief een 'ELFje' aan.

Een 'ELFje' is een eenvoudige, compacte dichtvorm van vijf regels waar je een bepaalde sfeer mee op kan roepen.
De regels bestaan uit: één woord, twee woorden, drie woorden, vier woorden en dan weer één woord. Samen zijn dat de elf woorden van de ELF.

ELFje en foto: Jannie Harmsen

terug naar boven >>

   
   
   
   




Woensdag 21 mei 2025 - Kriebelbeestjes in Park Rusthou
t

Op woensdag 21 mei gaat IVN Natuurgids Ria Hoogstraat op stap in de natuur. We gaan op zoek naar kriebelbeestjes. Waarom noemen we ze zo, hoe zien ze eruit en waarvoor zijn die sprieten op hun kop?

Deze wandeling is speciaal voor (groot)ouders met (klein)kinderen.
De gids zorgt voor loeppotjes en verzamelbakjes.

We verzamelen om 14.00 uur bij de speeltuin tegenover de Stadstuin aan de Noordsingel.
Te bereiken met bus 46 en tram 19.
Halte Mall of the Netherlands.

De wandeling is gratis en duurt ongeveer anderhalf uur. Het park is verboden voor honden.

Info tel. 06 1822 5941 of www.ivndenhaag.nl

terug naar boven >>



   
   
 
 
 
   

 

terug naar boven >>

   
       
   
   


Hoe lees je een boom

In elke boom schuilt een bijzonder verhaal. Over zijn leven, het landschap, de mensen, de dieren, het weer… Leer zijn geheimen te ontrafelen, zo wordt iedere wandeling in de natuur een avontuur!

‘Zien twee bomen er ooit precies hetzelfde uit? Het antwoord is nee, maar waarom is dat zo? Elk klein verschil in formaat, vorm, kleur en textuur heeft een betekenis. Telkens als we langs een boom lopen, vertellen zijn unieke kenmerken ons wat de boom allemaal heeft meegemaakt en geeft informatie over de plek waar we ons op dat moment bevinden. Een boom geeft ons een beeld van het plaatselijke landschap.’
In ‘Hoe lees je een boom’ neemt Tristan Gooley (wandelaar, navigatie-expert en auteur) je mee op een ontdekkingstocht door de wereld van de boom. Hij leert je op een andere manier te kijken naar deze reuzen van het woud. De aanwijzingen zijn vaak duidelijk zichtbaar: in de takken en bladeren, in de bast, knoppen en bloemen, zelfs in de wortels en de kruin. Geschreven in een heldere en toegankelijke stijl en vol mooie illustraties.

Auteur:
ISBN:

Tristan Gooley
9789043931960
Uitvoering:
Uitgever:
Prijs:
Paperback
Kosmos Uitgevers - 2024
€ 24,99

terug naar boven >>

   
   
   
   


Sperwer - Accipiter nisus



Foto: Peter van de Braak

De sperwer is een kleine, schuwe roofvogel die vaak uit het niets opduikt en een supersnelle aanval uitvoert op de vogels op en rond je voedertafel. Dat gebeurde half april ook weer in mijn tuin (zie Natuur Thuis).

Uiterlijk
De sperwer is een kleine roofvogel met vrij korte, afgeronde vleugels en een lange smalle staart met 4 brede donkere dwarsbanden. Mannetjes zijn gemiddeld 30 cm groot, wijfjes 38 cm. Zij is ongeveer even groot als een mannetje havik.
Het verschil in grootte is opmerkelijk (zelfs het grootste van alle in Nederland levende vogelsoorten). Het mannetje heeft donker leigrijze bovendelen, roodbruine wangen en soms een wittige plek op het achterhoofd. Zijn onderzijde heeft een roestrode dwarsbandering.
Het vrouwtje heeft donker-bruingrijze bovendelen, een witachtige wenkbrauwstreep en bruin dwarsgebandeerde onderdelen. Ze hebben lange, dunne gele poten en een opvallende gele iris.

De kleur van de jongen lijkt op die van het vrouwtje, maar is wat bruiner. De sperwer is familie van de havikachtigen (Accipitridae) maar hij is een stuk kleiner dan de havik.

Vliegpatroon
Een sperwer is vanaf grote afstand te herkennen aan de karakteristieke manier van vliegen. Hierbij maakt hij enkele snelle vleugelslagen, waarbij hij enigszins stijgt, gevolgd door een langere langzaam dalende glijvlucht. Vliegend heeft hij een spanwijdte van 60 tot 75 centimeter.   Foto: Saxifraga-Tom Heijnen

Naam
Omdat prooien in het algemeen bestaan uit kleine vogels wordt de sperwer o.a. ook wel mussenpakker, duivendief, klaper, stekvogel en vinkensperwer genoemd. Het mannetje wordt wegens z’n snelle vlucht mosket of musket genoemd, namen die uit de valkerij afkomstig zijn en afgeleid zijn van het Frans mousquet. De betekenis van zijn wetenschappelijke naam is: snelle grijper Nisus.

De soortnaam komt van Nisos, een figuur uit de Griekse mythologie, die in een zeearend werd veranderd.

Leefgebied
Nog niet eens zo heel lang geleden leefde de sperwer bij ons vooral in bossen en bosjes in halfopen landschap. Daar joegen ze met succes op hun prooien: mussen en boerenzwaluwen, die toen nog overal in de vele heggen en hagen en rond boerderijen voorkwamen.

Deze bosrandvogel verkiest kleinschalige landschappen met voldoende (naald)bos om in te broeden maar jagen doet hij vaker in iets meer open landschappen met voldoende dekking (struiken, houtkanten). Vooral in de winter duiken ze meer en meer op in stadsparken en tuinen. De voorjaarstrek vindt vooral tussen half maart en half april plaats. Opvallender, vanwege grotere aantallen, is de najaarstrek in oktober en begin november.

De sperwer komt in delen van Afrika en Azië en in vrijwel geheel Europa voor, met uitzondering van IJsland en het uiterste noorden van Scandinavië en Rusland. Sperwers die in Nederland broeden trekken in de winter zelden weg. De populatie wordt 's winters aangevuld met vogels uit het noorden. Nederlandse vogels zijn jaarrond aanwezig. Sperwers in Noord- en Oost-Europa zijn (deels) trekvogels en overwinteren in West- en Zuid-Europa. In Nederland werd rond het jaar 2000 het aantal broedparen geschat op 4000-5000, maar in 2018-2020 is dit aantal gedaald naar 2250-2700 broedparen.

Geluid
De sperwer heeft een scherpe, klagende roep die lijkt op "kie-kee-kee" of "kwee-kwee-kwee". Deze roep wordt vaak herhaald. Het mannetje en vrouwtje hebben vergelijkbare roepen, maar de roep van het mannetje is meestal iets hoger dan die van het vrouwtje. Op en bij de horst (het nest) klinken vaak opgewonden 'gigigig'-roepen en een zachte 'guuh'-lokroep. Pas uitgevlogen jonge vogels zijn te herkennen aan een luide, vaak herhaalde bedelroep. Buiten het broedseizoen zijn sperwers meestal zwijgzaam.   Geluid: klik hier

Jager
Een sperwer is een snelle, wendbare jager die z’n prooi vanuit dekking probeert te overrompelen. Hij verrast ze vanuit een stilzittende positie, jaagt in (korte) achtervolgingsvlucht, valt prooien aan vanaf zeer grote hoogte met een zogenaamde stootduik of sluipt over de grond voor een verrassingsaanval. Wat de jachtmethode zo uniek maakt, is de manier waarop het dier de achtervolging inzet. Eerst onzichtbaar, vervolgens in luttele seconden in staat om doelgericht langs huizen, heggen en schuttingen te scheren, waardoor hij bliksemsnel een nietsvermoedende mus of merel kan grijpen. Met zijn lange, dunne poten met opvallend lange tenen probeert hij prooidieren in elke situatie te grijpen, zelfs in beschuttend struikgewas. Sperwers zijn in staat om snelheden te halen tot 50 km/uur en kunnen kortstondig snelheden van meer dan 100 km/uur bereiken tijdens de aanval op hun prooi.

Voedsel
Sperwers vangen hoofdzakelijk zangvogels zoals koolmees, spreeuw, huismus, vink en roodborst. Het vrouwtje pakt ook wel grotere prooien, zoals lijsters, Turkse tortels, spreeuwen en gaaien. Kleine zangvogels, zoals de huismus, proberen het risico om door een sperwer te worden verschalkt te verkleinen door risicovolle plaatsen te mijden. Dus kiezen ze vooral tuinen uit waar een dichte haag, boom of struik snel dekking biedt tegen jagende sperwers.
Naast vogels vangen sperwers ook kleine zoogdieren. Als er in de herfst veel veldmuizen zijn, worden ook die verorberd. Wanneer de sperwer een zangvogel te pakken krijgt, zal hij die soms ter plekke rustig plukken en verorberen. De sperwer gebruikt vaak min of meer vaste plukplaatsen. Zo’n plukplaats (hoopje losgerukte veren) verraadt dat er een sperwer aan het werk is geweest. Bij verstoring vliegt hij, als de prooi niet te zwaar is, razendsnel weg met de buit. 

Balts en broeden
Tijdens baltsvluchten duiken sperwers afwisselend met tegen het lichaam aangehouden vleugels stijl naar beneden om even later weer omhoog te schieten. Deze vluchten dienen om het territorium te verdedigen en aan te geven dat het bezet is. Ook voeren ze samen zweefvluchten boven het territorium uit. Sperwers zijn al in de 10de maand geslachtsrijp, terwijl ze nog in jeugdkleed zijn. Dergelijke jonge vogels hebben echter minder broedsucces dan oudere sperwers. Sperwers zijn monogaam, ze kiezen een partner voor het leven.
Ze broeden bij voorkeur in in naaldhoutpercelen met sparren, dennen of lariksen hoog in de boom. Het nest is een kom van twijgen, gebouwd rondom de stam. Overwegend zijn het plaatsen langs paden, wegen en waterlopen, die een vrij af- en aanvliegen mogelijk maken. Omdat er in onze bossen steeds meer haviken voorkomen die veel groter en sterker zijn dan de sperwer en ze soms zelfs opeten, broedt de sperwer nogal verborgen.

Foto: Dolf Siebert - sperwer bijt voor de nestbouw zelfs takjes van de bomen af.

Man en vrouw sperwer bouwen samen elk jaar vanaf eind april een nieuw nest. Het mannetje zorgt voornamelijk voor de hoofdstructuur waarna het vrouwtje de nestkom met schors bekleedt.

Er worden meestal (om de twee dagen) vier of vijf eieren gelegd. Terwijl het vrouwtje die ongeveer 30 dagen bebroedt, brengt het mannetje haar voedsel. Wanneer de eieren uitkomen, voert het mannetje ook de jongen.

Als na 32 - 36 dagen de jongen uit het ei komen zijn ze bedekt met wit dons. Hun ogen zijn direct open ze eten dan ook al stukjes vlees. Ze krijgen vaak en veel te eten en vliegen soms al uit als ze nog geen maand oud zijn. Voor vogels van dit formaat is dat heel snel. Na het uitvliegen blijven de jongen nog een tijdje bij hun ouders voordat ze zelfstandig worden. Een opmerkelijke eigenschap van jonge sperwers is dat ze regelmatig op bezoek gaan bij nabijgelegen sperwernesten.  Ze kruipen tussen de andere jongen op het nest en eten een hapje mee met wat de gastouders komen brengen.
Foto: werkgroep roofvogels

Levensverwachting
Na strenge, koude winters worden minder jongen vliegvlug dan na een milde winter omdat veel kleine vogels doodgaan, zodat er in het voorjaar minder voedsel voorradig is voor de sperwerjongen. De levensverwachting van sperwers is 7 - 12 jaar maar gemiddeld worden ze maar 2 jaar oud. De havik is de grootste vijand van de sperwer. Daarnaast vallen er veel slachtoffers als ze met hoge snelheid in tuinen tegen ramen aanvliegen.

Volksgeloof
Vroeger werd gedacht dat de koekoek na het broedseizoen in een sperwer veranderde. In het voorjaar veranderde de sperwer dan weer in een koekoek. Met die aanname probeerde men te verklaren waarom de koekoek in ons land alleen in het broedseizoen werd gezien.


terug naar boven >>


   
 
   
 

De meiboom

De traditie van de meiboom heeft een lange geschiedenis en wordt in veel regio’s opgericht als teken van voorspoed en vruchtbaarheid. Voorouders van de meiboom zijn: de wereldboom, de levensboom en de geluksboom. De meiboom wordt meestal op het dorpsplein (de brink), tussen de kerk en de herberg, geplant. Vaak wordt een fijnspar gebruikt als meiboom. Deze altijd groene boom wordt in de mythologie beschouwd als geboorteboom en symboliseert het eeuwige leven.

Meiboom Noorbeek (L)

De meiboom wordt uit het bos gehaald en van de meeste takken ontdaan. Op de top wordt een haan bevestigd en de boom wordt versierd met linten, die tijdens/door het dansen om de paal worden gevlochten. De witte linten staan symbool voor de vruchtbaarheid van de man, de rode linten staan voor die van de vrouw. In Zuid-Limburg wordt in veel dorpen nog elk jaar een meiboom geplant die na de meimaand wordt verwijderd. In bepaalde gebieden in Zuid-Limburg en Zuid-Duitsland blijft de meiboom het gehele jaar staan.

Dat er bij een bouwplaats soms een hoge grote, kale boom met bloemen (of een bierkrat) erin te zien is, is vooral in de Achterhoek en Limburg nog een oude traditie. Zo gauw zichtbaar is dat binnen afzienbare tijd het hoogste punt bereikt wordt van een nieuw gebouw voordat het dak is dichtgemaakt, komt de vriendengroep, de buurt of familie bij elkaar om een meiboom te plaatsen. De boom symboliseert voorspoed en moet hoger zijn dan het hoogste punt.

terug naar boven >>

   
   
   
 

 

 


Spacefarming - t/m 25 mei 2025
De Toekomst van Voedsel

Spacefarming onthult de voedselrevolutie die ons te wachten staat op planeet Aarde en ver daarbuiten. Ontdek een wereld van toekomstig voedsel zoals je het nog nooit hebt gezien! Next Nature brengt deze tentoonstelling uit in het Evoluon in Eindhoven.



Spacefarming onderzoekt het potentieel van het verbouwen van voedsel in de ruimte en onderzoekt manieren waarop deze baanbrekende prestaties kunnen bijdragen aan oplossingen in het hier en nu op de aarde.
Stap binnen in de adembenemende tentoonstellingsruimte waar aantrekkelijk vormgegeven koepels een overvloed aan verrassende ideeën en innovaties herbergen, afkomstig van wetenschappers, technologen, boeren, ontwerpers, filosofen, makers en kunstenaars. Dompel jezelf onder in alternatieve culinaire mogelijkheden en ontdek de spannende ontwikkelingen die ons te wachten staan op het gebied van voedsel.

Next Nature Museum Evoluon
Adres: Noord Brabantlaan 1A, 5652 LA Eindhoven Meer info: klik hier


WIJ ZIJN NATUUR -  t/m 31 augustus 2025



Singer Laren heeft in mei de deuren geopend voor de tentoonstelling ‘Wij Zijn Natuur’, naar de levensvisie van prinses Irene van Lippe-Biesterfeld, waarin zij nogmaals aandacht voor de diepgaande relatie tussen mens en natuur vraagt. Zij stelt dat de mensheid zich buiten en boven de natuur heeft geplaatst, met alle gevolgen van dien.


“
We hebben onszelf verwijderd van de natuur, terwijl we daar onlosmakelijk deel van uitmaken. Door ons te verbinden met de natuur en dus met elkaar, bouwen we samen aan een toekomst waarin het welzijn van al het leven tot haar recht komt.” In samenwerking met gerenommeerde internationale kunstenaars en artdirector en curator van de tentoonstelling Maarten Spruyt brengt zij haar visie krachtig voor het voetlicht. “Via kunst hoop ik mensen te bereiken in hun hart.”

De kunstwerken van onder anderen Henrique Oliveira, Jackie Mulder, Tomáš Libertíny, Sun-Hyuk Kim, Tony Matelli en Tineke van der Pouw Kraan fungeren als vensters, waardoor ze een intieme blik werpen op de verwevenheid van al het leven. Het is een serene reis die je meeneemt naar een wereld van verstilling en reflectie, en die uitnodigt tot het herontdekken van onze plaats binnen de natuur.
 
Wij Zijn Natuur is een uitnodiging om ons opnieuw te verbinden met de natuurlijke wereld om ons heen. De tentoonstelling zal vergezeld gaan van een uitgebreid publieksprogramma, variërend van workshops en lezingen, tot rondleidingen en optredens. Bij de tentoonstelling verschijnt een boek met een exclusief interview met prinses Irene door Matthijs Schouten. Het boek wordt vormgegeven door Loes Claessens en uitgegeven door Jap Sam Books.

Singer Laren Adres: Oude Drift 1, 1251 BS Laren Meer info: klik hier en/of hier

terug naar boven >>

   
   
   
   
   
   


Reageren op NNN

Voor reacties op de inhoud van NatuurNetNieuws, uw waarnemingen, nieuws of vragen over de natuur, mail naar: tiny@groen-natuurlijk.nl
Voor het wijzigen van uw e-mailadres (vermeld ook uw oude e-mailadres!) of afmelden voor de nieuwsbrief mail naar: info@groen-natuurlijk.nl

Samenstelling: Tiny van der Meer. Vormgeving: Hans Steinfort.

Voor het aanmelden als abonnee op NatuurNetNieuws kijk op: https://groen-natuurlijk.nl/natuurnieuwsbrieven/
Het overnemen van informatie is toegestaan, mits u duidelijk vermeldt:
Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN! natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl

Behalve voor u is er ook een natuurnieuwsbrief (NatuurNetNieuwsJunior) voor uw (klein)kinderen in de basisschoolleeftijd met een verhaaltje, veel informatie over dieren en/of planten (handig voor een spreekbeurt) en uittips voor kinderen. Net zoals u gratis abonnee bent van NatuurNetNieuws, kunt u of kunnen zij zich ook gratis abonneren op NatuurNetNieuws Junior (komt zes keer per jaar uit!). U hoeft alleen maar een mailtje te sturen naar:
info@groen-natuurlijk.nl of het formulier in te vullen: klik hier


   
   


Volg ons ook op
Facebook

Onze Natuurnieuwsbrief verwijst soms naar websites van derden. We hebben geen controle over de aard, de volledigheid noch de juistheid van de informatie op deze websites en zijn daarom niet aansprakelijk voor de inhoud daarvan.

terug naar boven >>