Flora en fauna
- Wilde judaspenning
- Vlaamse gaai

Natuurnieuws
- Bevloeiing van grasland

- Wild zwijn in GrensPark Kempen~Broek

Natuur Uit en Thuis
- UIT: Landgoed Staverden

- THUIS: Bloesemfietstocht

 


Natuur kort
- Aziatische hoornaars

- De geur van regen

Natuurexcursie
- Natuurtuin Rusthout, Leidschendam

Website van de maand
- https://puuurmiddendelfland.nl

Filmnieuws
- 'Meadow Wild'


Citaat van de maand van
- Ralph Waldo Emerson


Natuur Plus

- De
eekhoorn

Bomenweetjes
- Experimenten met bomen en struiken
- Bijzonder bosperceel

Uit-tips
-
Ademloos
- Over de mens en de natuur - deel 1

- Land art 'stille omgang'

 
NB. De links in onderstaande teksten zijn vet gedrukt en hebben een groene kleur.
 

 
   
   
   


Wilde judaspenning
(Lunaria rediviva)

Net als vorige maand staat mijn onderwerp voor het rubriekje ‘Flora’ plotseling letterlijk voor m’n voeten! In de bossen bij Ede zie ik een groepje prachtige bloemen. Ze lijken veel op pinksterbloemen maar de bladeren zijn breed en hebben een gezaagde rand. Wat speurwerk op internet levert niets op.

Als ik thuis langs mijn bloeiende paarse judaspenningen loop, zie ik gezaagd blad en vier bloemblaadjes… Dit zijn ze!! Wat ik in het bos heb gezien is de wilde judaspenning. Wit van kleur, met een lila/roze tint. De bloeitijd is mei en juni. Welriekende Judaspenning wordt ze ook wel genoemd, deze geurende, vaste vorm van Judaspenning. De naam verwijst naar oude legendes en bijbehorende volksnamen zoals maanbloem, zilverzaad, zilverling, penningbloem en judasgeld.

Lunaria komt van het Latijnse luna (maan) en het achtervoegsel arius (vormig), een verwijzing naar de zilverwitte grote peulen. Rediviva betekent herlevend. Met name in de schemering, verspreidt wilde judaspenning een welriekende zoete geur die sterk aan viooltjes doet denken. Vlinders als oranjetipje en koolwitje drinken de nectar graag.

Wilde judaspenning is in Nederland en Vlaanderen zeldzaam. De plant komt in een groot deel van Europa in het wild voor in vochtige bossen en op leemhoudende gronden. Van oorsprong komt wilde judaspenning, afkomstig uit de bergen van Midden- en Zuid-Europa, niet voor in ons land (hij wordt er als adventief beschouwd: organismen die door toedoen van de mens, maar onopzettelijk, op een nieuwe plaats terechtgekomen zijn, dus niet spontaan of door natuurlijke oorzaken).

De wilde soort heeft, anders dan de tuinjudaspenning, een wortelstok die elk voorjaar opnieuw wijd vertakt uitloopt. Een zichtbaar verschil met de tuinjudaspenning zijn de langwerpige in plaats van ronde zaden en de spitse punt onder aan de 'penning.


Vlaamse gaai (Garrulus glandarius)

De gaai leidt een wat verborgen leven en is vooral een bosvogel. Zijn wetenschappelijke naam Garullus glandarius betekent ‘voortdurend krassende eikelzoeker’. De officiëleNederlandse naam voor de in Noordwest-Europa voorkomende ondersoort die wij in onze bossen zien is: Vlaamse gaai.

De Vlaamse gaai heeft vele (dialect)namen als goudvogel, smeerlap, stinkerd, houtekster, hannebroek of morkolf. Hij wordt niet voor niets ook schreeuwekster genoemd. Zijn alarmroep is een zeer rauwe schrille kreet "schrèèk-schrèèk". Daarnaast heeft hij nog een hele woordenschat van scherpe geluidjes. Iedereen kent hem door zijn geschreeuw, maar hij kan wel degelijk zingen. In het voorjaar en de zomer kunnen ze onderling keuvelen en hele knusse zanggeluidjes maken. Vlaamse gaaien zijn, net als spreeuwen en spotvogels, in staat om andere vogels te imiteren. Tijdens het broedseizoen zijn ze juist opvallend stil. Vlaamse gaaien broeden van half april tot in juni, meestal 1 legsel met 5-7 eieren, die uitkomen tegen de tijd dat de eerste rupsen aan de bladeren beginnen te vreten. De ouders verzamelen honderden van deze sappige hapjes om aan hun jongen te voeren. Na zon drie weken kunnen de jongen vliegen en verlaten het nest.

Het meest kenmerkende aan de Vlaamse gaai is de buitenzijde van de vleugel: lichtblauw met fijne zwarte strepen. Zijn verenkleed is roze/bruin, hij heeft een stevige zwarte snavel en een lichte keel- en stuitstreek. De licht gestreepte kuif kan hij bij irritatie tot een wilde pruik opzetten.

's Winters eten gaaien vooral eikels, maar ook beukennootjes, granen (mais) en fruit. In het voorjaar staan er naast insecten ook eieren en jongen van zangvogels op het menu.
‘De grootste bosbouwers van de wereld’, zo worden ze ook wel genoemd. Hij kan maar liefst zes tot acht eikels in een keer via zijn keel in zijn krop bewaren! Zo verspreidt en verstopt een gaai meer dan 5000 eikels tijdens een mastjaar die hij lang niet allemaal terug kan vinden!

terug naar boven >>


   
 
   
   


Bevloeiing van grasland

Samen met een aantal andere Europese landen heeft Nederland de techniek van graslandbevloeiing voorgedragen voor de UNESCO-lijst voor immaterieel erfgoed.

Op deze representatieve lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid staan tradities, gebruiken en ambachten uit de hele wereld die het waard zijn om door te blijven geven. (Er staan op dit moment drie Nederlandse tradities op de internationale Unesco-lijst: het ambacht van molenaar, de corsocultuur en de valkerij). In Nederland wordt graslandbevloeiing al vanaf de Middeleeuwen toegepast.

In delen van Overijssel en Noord-Brabant gebeurt dit nog steeds. Graslandbevloeiing houdt in dat je water uit een rivier, beek of bron op zon manier omleidt dat het over een weide stroomt. Door het stromende water komen water en voedingsstoffen op het land terecht, waardoor het land vruchtbaarder wordt, minder snel uitdroogt en beter tegen vorst kan. Het omleiden is een ingenieus proces dat veel expertise en samenwerking vereist: het gebeurt onder andere door het bedienen van sluizen, het aanleggen van dammen en het graven van geulen.

Graslandbevloeiing stimuleert daarnaast de flora en fauna op het land en in de bodem. Het is bovendien een manier om verdroging tegen te gaan – een van de gevolgen van klimaatverandering.

Het maken van een geul t.b.v. graslandbe-vloeiing.

(Foto: Stichting Waterpark en Veldwerkcentrum Het Lankheet)

In Nederland gebruiken twee gemeenschappen de techniek van graslandbe-vloeiing: Het Lankheet in Overijssel en De Pelterheggen in Noord-Brabant. De kennis gaat daar over van generatie op generatie. Tussen de beoefenaars in Nederland, Oostenrijk, België, Zwitserland, Duitsland, Luxemburg en Italië bestaan veel internationale contacten. Daarom hebben deze landen samen besloten om deze techniek voor te dragen voor de UNESCO-lijst.

Bron: Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap

terug naar boven >>

 


Wild zwijn in Grenspark Kempen~Broek

Wilde zwijnen kunnen in het GrensPark Kempen~Broek een impuls geven aan de natuurontwikkeling. Een groot robuust grenspark met een divers en rijk voedselaanbod zal de kans op overlast in landbouwgebieden beperken. In combinatie met rasters worden wilde zwijnen er van weerhouden hun heil in voedselrijk landbouwgebied te zoeken.

Het GrensPark Kempen~Broek, een gebied van 25.000 hectare, bestaat uit moerassen, beekvalleien, vennen, bossen, heide, hooilanden, weilanden, akkers en grootschalige landbouwgebieden. In het gebied werken diverse partijen, waaronder ARK Natuurontwikkeling, al 20 jaar samen aan de versterking van de natuur. Paarden, runderen en herten spelen een grote rol in de natuurontwikkeling van het gebied. Door natuurlijke begrazing ontstaan gevarieerde natuurlijke bosranden: het bos gaat via struweel en bloemenruigte geleidelijk over in grasland. In een deel van het grenspark, het Stramprooierbroek, zijn de eerste resultaten van die begrazing al te zien en zijn gevarieerde, natuurlijke bosranden ontstaan, rijk aan insecten, vogels en kleine zoogdieren.


De natuurlijke grazers hebben gezelschap gekregen van wilde zwijnen die vanuit België en Duitsland de natuurgebieden in Limburg en Brabant zijn ingetrokken. De aanwezigheid van het wilde zwijn biedt kansen: wroeten in de grond is voor de natuur van grote meerwaarde. Dat doen ze het liefst aan bosranden. De aanwezigheid van het wilde zwijn stuit ook op weerstand. De dieren trekken vanuit het bos ook de velden in. Als op deze agrarische percelen voedsel te vinden is, kan hier schade optreden. Naast de schade aan de landbouw, zijn er risico's voor wildongevallen. Bovendien maken veehouders zich zorgen over de kans op verspreiding van Afrikaanse Varkenspest door wilde zwijnen.

Meer info is te vinden in het rapport 'Wild boar rewilding in Border Park Kempen~Broek'.

   
   
   
   


Elke maand schrijf ik een stukje over iets wat ik in de afgelopen maand heb gezien tijdens een van mijn wandelingen.
UIT: ergens in het land.
THUIS: Maasland (ZH) en omstreken.

Tiny van der Meer


NATUUR uit: landgoed staverden

Naast het mooie, eindeloos lange smalle paadje tussen torenhoge beuken, stroomt een nóg smaller beekje. Toch zwemt er, veraf, een sliertje van drie eendjes in. Zie ik het goed?

Zijn het de kleurrijke mandarijneendjes? Even later klimmen ze op de kant. Goed gezien… Die had ik hier in de Staverdense beek al helemaal niet verwacht!


Maar er is hier nog veel meer moois. Het witte kasteel, al weer het vierde op deze zelfde plek. Ooit stierf Vrouwe Eleonora hier aan liefdesverdriet. Ze ligt begraven op het eilandje Eleonora’s Pol en schijnt er af en toe ’s nachts nog rond te dolen…

Nu geniet ik vooral van de vele schitterende bomen in lentetooi. Waar ik ook loop, steeds zie ik het streelzachte ontluikende groen van de vele beuken. De bosbodem is op veel plekken bedekt met een tapijt van akkerhoornbloempjes en bosbessenstruikjes. Hier en daar staan boerderijen, toevertrouwd aan de zorg van Geldersch Landschap & Kasteelen, te zien aan de luiken met de kenmerkende gele ruit en de rode mispelbloem.

De meanderende beek zoekt al slingerend zijn weg door het bos. Een nieuw, dynamisch beekdal dat veel meer water vasthoudt dan voorheen, zorgt er voor dat deze langste beek van de Veluwe, die ontspringt bij het Uddelermeer om 17 kilometer noordelijker uit te monden in het Veluwemeer bij Hierden en die zelfs drie namen heeft: Leuvenumse beek, Hierdense beek en Staverdense beek, weer stroomt en soms zelfs overstroomt!

Voor mij geen natte voeten, maar een onvergetelijke herinnering aan deze wandelroute van mooisteroutes.nl.



NATUUR thuis: bloesemfietstocht

Als ik omhoog kijk, steken de zachtroze knoppen en bloesem van de appelboom prachtig af tegen een strakblauwe lucht. Wat mooi!

Ik sta samen met andere deelnemers van de door Natuurvereniging Vockestaert uitgezette bloesemfietstocht in Maasland in een van de drie te bezoeken hoogstamboomgaarden. Voor de organisatie was het best lastig om ruim van tevoren in te schatten wanneer dit jaar de fruitbomen op hun mooist zouden zijn! Er is gekozen voor 28 april… kantje boord! De lente is vroeg dit jaar. De heel oude perenboom die ik elke lente bewonder vanuit mijn huis stond eind maart al uitbundig in bloei en stak wel héél vreemd af tegen het besneeuwde dak van de boerderij.

Gelukkig heeft de appel minder haast. We fietsen van de eerste boer via polderweggetjes naar de Trekschuit en draaien ons naar de overkant over de Vlaardingsevaart (heen en weer, heen en weer… en nog een keer) naar de volgende boomgaard. Elke boer vertelt zijn eigen verhaal: over oude rassen, over stoofpeertjes, zoete appeltjes, Ermgaard en Jutteperen en de geschiedenis van de boerderij. Ik dwaal tussen de fruitbomen door. Op de boerenerven is, behalve de nog bloeiende hoogstammen, genoeg te zien. Een in vuur en vlam staande rode beuk steelt de show en Lakenvelders laten zich aaien.

Bij de kringloopboer worden we niet alleen getrakteerd op zijn boeiende uitleg over duurzaam boeren, maar krijgen we ook koele melk en karnemelk van zijn Montbéliarde koeien, 100% puur peren- en appelsap en zelfgemaakte mueslikoekjes uit de streekwinkel. Dat er ook schapen in de boomgaard lopen, merk ik niet alleen als twee schapen het met elkaar aan de stok krijgen, de een de ander in de sloot duwt, er even later zelf ook in springt en daarna samen zonder hulp weer op de kant klauteren, maar ook als ik thuis kom. Als gratis souvenir heb ik een heel tastbare en geurige herinnering aan deze mooie middag meegenomen onder m’n schoenen in de vorm van een stevig plakkaat schapenpoep!

terug naar boven
>>


   
 
 
   
   

Aziatische hoornaars

Er zijn de afgelopen tijd weer Aziatische hoornaars waargenomen. De Aziatische hoornaar eet veel honingbijen, wilde bijen en andere insecten en is om die reden in 2016 door de Europese Commissie op de Unielijst geplaatst.



Er staan inmiddels 66 soorten planten en dieren op de Unielijst waarvan vestiging en verspreiding in de hele Europese Unie moet worden voorkomen.

In Nederland is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) verantwoordelijk voor de opsporing van Aziatische hoornaars en is de provincie verantwoordelijk voor de bestrijding. In 2017 is de Aziatische hoornaar voor het eerst in Nederland gezien. 

Bron: Stichting Platform Stop invasieve exoten.


terug naar boven >>

 


De geur van regen

Wanneer het dagenlang droog is geweest en na lange tijd de eerste regendruppels weer vallen, wordt de lucht vaak vervuld met een aardse geur. 'Bloed van de goden'…

De geur wordt door de meeste mensen als zeer prettig ervaren en heet met een duur woord Petrichor, een term die uit het Oudgrieks komt. Petra betekent steen en Ichor is een aanduiding voor het bloed dat door de aderen van de goden stroomde.


Wanneer druppels op zeer droge grond vallen, vangen ze als het ware een luchtbelletje dat onder de druppel komt. Deze luchtbel wil weer omhoog net zoals luchtbellen in een zwembad. Op die manier barsten allemaal kleine luchtbelletjes door de bovenkant van de druppel heen. Ze trekken een waterspoortje mee en bevatten ook bacteriën, miniscule planten- en dierenresten die op de grond lagen. Vervolgens zweven deze aërosolen door de lucht. Alle elementjes waar de aërosol uit is opgebouwd hebben hun eigen geur. Samen vormen zij een melange van geuren die wij als de geur van regen ervaren.

Bron: weerplaza

   
 
 
   
   


Natuurexcursie - Natuurtuin Rusthout -  Allemaal beestjes

Woensdag 15 juni, 14.00 uur, Natuurtuin Rusthout, Leidschendam, allemaal beestjes. Deze wandeling is speciaal voor kinderen en hun (groot)ouders. We gaan op zoek naar kriebelbeestjes, waarom heten ze zo, waar kriebelen ze mee en waarvoor zijn toch die sprietjes op hun kop?  Hebben ze allemaal zes pootjes of misschien wel meer? En kunnen ze ook vliegen?

We gaan het allemaal ontdekken, loeppotjes en verzamelbakjes zijn te leen bij de gids.
We starten bij de ingang van Natuurtuin Rusthout, bij het bordje Stadstuin. Het ligt aan de Noordsingel, tegenover de Mall/Leidsenhage.
Daar kunt u het beste parkeren (gratis).
Ook bereikbaar met bus 46. Deze rijdt vanaf Voorschoten en stopt vlakbij het park. Halte Bachlaan, klein stukje lopen richting winkelcentrum, voor de drukke asfaltweg (Noordsingel) linksaf.
De wandeling duurt ongeveer anderhalf uur.

terug naar boven >>

   
   
   
   


https://puuurmiddendelfland.nl

Landelijk. Open. Groen. In Midden-Delfland is ruimte. Ruimte voor jou! Dit is het landschap van de grazende koeien, de overvliegende grutto's, de gemoedelijke boeren en de eigenwijze ondernemers.

Kom hier lekker uitwaaien, genieten van streekproducten en slapen in de stilte.


terug naar boven >>

   
   
   
   
   



'Meadow Wild' - 'Weiland, een paradijs naast de deur'.

De gevarieerde en veelzijdige bloemenweide – een paradijs, een hotspot van biodiversiteit vlak voor onze deur!
'Meadow Wild' is een verkenning van deze kleurrijke habitat. Hoe komt het dat deze habitat alleen bestaat als hij regelmatig wordt vernietigd?



Waarom maken zoveel dieren hun thuis in een weide die twee keer per jaar door machines wordt gemaaid? Kunnen we de weiden niet gewoon met rust laten, ze laten groeien, stoppen met kappen? De film geeft antwoord op al deze vragen en vertelt over de drastische achteruitgang van duikerweidenover de hele wereld. Door de moderne landbouw is deze habitat bijna verdwenen.

Trailer van 1,5 minuut: klik hier   (De film is in première gegaan op 12-05-2022)

Bron:  De Groene Belg

terug naar boven >>


   
 
   
   

terug naar boven >>

   
   
   
   


Eekhoorn (Sciurus vulgaris)

Naam
De eekhoorn wordt ook vaak gewone- of rode eekhoorn genoemd. De Latijnse naam van de eekhoorn betekent 'gewone schaduw-staart'
. Soms, wanneer hij zit, heeft hij z'n grote pluimstaart langs zijn rug omhoog en zit hij eigenlijk in de schaduw van z’n eigen staart. Met zijn staart bewaart de eekhoorn zijn evenwicht tijdens het springen, regelt hij zijn lichaamstemperatuur en communiceert hij over zijn gemoedstoestand. Rode eekhoorns kunnen ook goed zwemmen en voelen zich prima thuis in het water.

Uiterlijk
De lichaamslengte van volwassen eekhoorns is 18 tot 24 centimeter. Mannetjes en vrouwtjes zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Hun vachtkleur is meestal rood(oranje) tot kastanje- of donkerbruin en ze hebben een witte pluizige buik. In de winter is hun vacht donkerder en grijzer dan in de zomer. De oren hebben pluimen, deze vallen vooral op in de winter.

Geluid
De eekhoorn maakt verschillende geluiden. Als hij opgewonden is, zwaait hij met zijn staart of trappelt met zijn achterpoten en laat een scherp 'tjuk-stuk-tjuk' of 'kek, kek, kek'
, horen. Bij gevaar 'chroe-roe-roe' en als hij een bekende eekhoorn ontmoet 'moek-moek-moek'. Jonge eekhoorntjes fluiten als ze honger hebben.

Acrobaat
Eekhoorns rennen en springen als acrobaten door de bomen. Hun achterpoten zijn veel langer dan hun voorpoten. De voorpoten hebben geen duim maar vier lange vingers met stevige lange scherpe nagels waarmee ze zich goed aan een boomstam kunnen vasthouden. Ze hebben grote naar voren gerichte zwarte kraalogen en een korte neus, die hen het zicht niet kan ontnemen om goed te kunnen inschatten waar ze terecht wlilen komen bij een sprong. Met een sneltreinvaart kunnen ze behendig langs de stam omhoog rennen om daarna over te springen naar andere boomtakken waarbij ze hun ledematen spreiden.
De losse huid bij de zijkanten (flanken) zorgt ervoor dat ze in de lucht blijven en lijken te zweven, de lange staart doet dienst als parachute bij het springen en neerkomen.

Paartijd
De eekhoorn plant zich voort tussen december en februari en nog eens in mei en juni. Vanaf december begint de paartijd. Dat is het moment dat je eekhoorns elkaar ziet achtervolgen van boom tot boom. Het mannetje dat de achtervolging het langst volhoudt, mag paren met het vrouwtje. Ze is slechts één dag vruchtbaar, maar een dominant mannetje mag soms al enkele dagen eerder bij een vrouwtje blijven slapen. Het vrouwtje paart soms nog met andere mannetjes, wat resulteert in een nest jongen van verschillende vaders. Voor de vader(s) zijn geen (opvoed)taken voor zijn nageslacht weggelegd. De draagtijd is 36 – 42 dagen, het vrouwtje bouwt in die tijd een kraamnest.

Nest en jongen
Het nest zit hoog in de boom en dicht tegen de stam. Het is gemaakt van takken en bekleed met afgescheurde bastrepen, mos en gras. In de winter worden de jongen in het hoofdnest (met dikkere bekleding) geboren. Een worp bestaat uit twee tot vijf jongen. Ze worden kaal en blind geboren en krijgen na drie weken hun vachtje en een week later kunnen ze kijken. Na zo’n acht weken komen ze voor het eerst uit het nest. De jonkies worden ongeveer tien weken gezoogd voor ze het nest verlaten. De eerste maanden blijven ze in de buurt van het geboortenest. Na drie maanden worden ze verstoten door hun moeder. Ze moeten dan op zoek naar een eigen territorium. Met negen tot tien maanden zijn de jongen geslachtsrijp.

Vijanden
Helaas sterven veel eekhoorns in hun eerste levensjaar, waarbij ziektes en parasieten zoals vlooien, teken en luizen een rol spelen. Verder heeft de eekhoorn volop natuurlijke vijanden zoals haviken en uilen, maar ook vossen, wezels, hermelijnen, bunzingen en steen- en boommarters. De eekhoorn kan een havik ontlopen door rond de stam omhoog te rennen. Een boommarter is wat lastiger, deze dieren kunnen namelijk ook goed klimmen. Maar niet van de ene boom in de andere springen, dus dit is weer in het voordeel van de eekhoorn. Honden en katten zijn de belangrijkste vijanden van de eekhoorn. De meest voorkomende doodsoorzaak van dit prachtige dier is echter verhongering. Mede door andere uitheemse eekhoornsoorten krijgen rode eekhoorns vaak weinig voedsel binnen. Ook het autoverkeer maakt veel slachtoffers. Eekhoorns zijn in tegenstelling tot andere zoogdieren, dagactieve dieren. Soms zie je ze in een flits een straat oversteken. Eekhoorns wonen niet alleen in bossen, ook de menselijke bebouwing met tuinen en parken behoort tot hun verblijfplaatsen. Zijn voorkeur gaat uit naar oude bossen omdat daar veel voedsel te vinden is.

Voedsel
De eekhoorn leeft solitair. Hij heeft een eigen territorium waarin hij naar voedsel zoekt. Het is een knaagdier en omdat z’n voortanden zijn hele leven blijven groeien, is knagen pure noodzaak. Hij kan goed rechtop zitten en houdt z’n eten vast met z’n voorpootjes. Dennenappels draait hij voortdurend in de rondte terwijl hij de schubben er afknaagt om bij het zaad te kunnen komen. Hij heeft losse onderkaakhelften om makkelijk harde noten te kraken. Zijn geknaag is vaak luid en duidelijk te horen. Beukennootjes, tamme kastanjes, eikels, hazelnoten en paddenstoelen die in de herfst en winter volop te vinden zijn, staan ook op het menu. Aan de eikels van de Amerikaanse eik en de moeraseik, zal hij zich alleen wagen in periodes dat er écht niks anders te vinden is. 

Filmpje: klik hier

Aan het einde van het seizoen eet hij wel graag en vaak vruchten van de zomer- en wintereik, die dan minder looizuren bevatten. In de lente eet hij knoppen en loten, ook worden wel vogeleieren en jonge vogels verorberd. In de zomer trekt hij de bast van loofbomen af om bij het sappige weefsel eronder te kunnen komen.

Zaadverspreiding
Omdat noten in de winter niet voorradig zijn, legt de eekhoorn in de herfst een wintervoorraad aan. Onder struiken en in ondiepe kuiltjes worden er tijdens de herfstperiode, walnoten, kastanjes en beukennootjes 'verstopt' voor de wintertijd. Het zijn kleine aantallen zaden per verstopplek, bijvoorbeeld onder bladeren of in boomholtes, maar veel van de verborgen proviand wordt vergeten. Met het verstoppen en vervolgens vergeten helpen eekhoorns mee aan de zaadverspreiding.

Winterrust
De eekhoorn houdt geen winterslaap, al slaapt hij in de winterperiode wel meer dan in de rest van het jaar. Hij gebruikt daarvoor oude kraaien- spechten- of eksternesten waarvan hij de toegang dichtstopt tegen tocht. Wanneer hij zich ’s winters in zo’n hol nestelt, ligt de temperatuur er tot 20°C hoger dan erbuiten. Zijn staart gebruikt hij om zich tijdens de slaap warm te houden. Als alle holen bezet zijn, bouwt de eekhoorn een bolvormig nest met een diameter van zo'n 30 cm op een dikke tak van een dichte struik of boom op ongeveer zes meter hoogte. Hij heeft meerdere nesten: een rustnest, slaapnest, hoofdnest en kraamnest. Wanneer er in het ene nest te veel vlooien zitten, verhuist hij naar een ander. Op die manier betrekt een eekhoorn binnen een half jaar tijd soms wel 12 nesten! Soms gebruikt hij oude nesten van andere eekhoorns.

Bedreigd
In sommige andere Europese landen wordt de rode eekhoorn sterk bedreigd door de aanwezigheid van de exotische grijze eekhoorn uit Noord-Amerika. Die soort draagt een virus bij zich waar ze zelf geen last van ondervinden, maar dat dodelijk is voor onze rode eekhoorn. Bovendien verteert hij tannines makkelijker, waardoor hij meer overlevingskansen heeft in de winter. Zodra een grijze eekhoorn gespot wordt in ons land, moet die onmiddellijk worden gevangen.

De Siberische eekhoorn komt in Nederland op enkele plekken voor, zoals in de omgeving van Tilburg en Weert (ontsnapte exemplaren uit een dierentuin). De grijze eekhoorn is een Japanse eekhoorn (leeft hier in het wild maar heeft zich nog niet gevestigd). De Pallas eekhoorn plant zich voort in de omgeving van Weert in Limburg. In 2011 zijn ongeveer 200 dieren geteld. Een groot deel van de eekhoorns is inmiddels weggevangen. Amerikaanse rode eekhoorns die in Nederland worden gezien, zijn ontsnapt uit gevangenschap. De ontsnappingen hebben nog niet geleid tot voortplanting. 

Meer info: klik hier

terug naar boven >>

   
 
   
 



Experimenten met bomen en struiken

In het bosbeheer speelt de aanplant van jonge bomen en struiken een belangrijke rol. Maar door klimaatveranderingen en de problemen waar menig bosbodem mee te maken heeft, zijn de omstandigheden om aan te planten vaak niet zo ideaal. Dat roept de vraag op wat er mogelijk is om de aanplant een zo goed mogelijke start te geven.

Op de Papenvoortse heide bij Nuenen kregen bomen en struiken een aanvulling mee. Er waren vijf opties:

- een standaardmix van kalk, kieseriet en thomaskali;
- een mix van mineralen, waaronder groenkalk en andere bodemverbeteraars;
- bentoniet (een in de natuur voorkomende natrium-kleisoort);
- een schimmeldominante compost;
-
geen toevoegingen (als controle).

Bij het experiment is ook gekozen voor grotere planten dan vaak gebruikelijk is. De jonge bomen hadden al een hoogte van 150 tot 200 centimeter. Het gaat om de soorten winterlinde, zoete kers, haagbeuk, grauwe els, gewone esdoorn, tamme kastanje, fladderiep en boomhazelaar.

Om de planten te beschermen tegen vraat door wild en het schuren van reeën, is er op de nieuwe aanplant wildbescherming aangebracht en zijn er bamboestokken bij geplaatst. De effecten van de toevoegingen in de plantgaten worden door Bosgroep Zuid Nederland nauwkeurig vastgelegd en gevolgd. De komende jaren moet duidelijk worden wat de inspanningen van het plantexperiment hebben opgeleverd.

Bron: Bosgroep Zuid Nederland op Nature Today


Bijzonder bosperceel

De minst groene gemeente (Westland) van Nederland kan wel wat meer bomen gebruiken. Duizenden bomen staan er in een bosperceel in Kwintsheul (ZH). Ooit geplant door ene meneer De Borst, die al jaren geleden is overleden. Hij heeft er zoveel mogelijk bomen geplant die normaal gesproken niet in Nederland voorkomen, en dat heeft wonderwel goed uitgepakt. Op dit moment staan er zo'n 70 tot 100 verschillende soorten gezonde bomen in het bos. 

Een inwoner van Naaldwijk heeft het bos van zo'n drie voetbalvelden groot gekocht om te voorkomen dat de hakbijl er in gaat. Dode bomen worden gerooid en er komen nieuwe exemplaren voor in de plaats. Voorheen dumpten mensen er hun afval, sliepen er en zochten elkaar op voor vertier. Het bosperceel is nu afgesloten en blijft ook na alle werkzaamheden verboden gebied. De vorige boseigenaar liet niet alleen talloze uitheemse bomen planten, maar hield er ook dieren. Er liepen paarden, een ezel en kippen rond.

De oude paardenstal staat er nog en wordt opgeknapt.


Naast het bos ligt een hectare grote waterberging. Met het Hoogheemraadschap van Delfland zijn afspraken gemaakt over het beheer van de waterpartij. Zo komt er een stiltegebied voor watervogels en worden de kanten glooiend gemaakt, zodat kikkers, padden en salamanders meer leefgebied krijgen. 

Bron: WOS

terug naar boven >>

   
   
   
   
   
   


Ademloos
28 mei t/m 11 september 2022

Met 'Ademloos' exposeert het Natuurhistorisch Museum Rotterdam een bijzondere serie stillevens die nooit eerder bij elkaar te zien zijn geweest: de dierenschilderijen van Pieter Knorr. Met olieverf op paneel en beschenen door melkachtig licht verheft hij dierenkadavers tot mystieke kunstwerken.

Een rat op een baksteen, een vink aan een touwtje en een drijfnatte muis, maar ook een vos, een das, een houtsnip en een pauw zijn in de tentoonstelling te zien. Mens en natuur hebben ze losgelaten en toevertrouwd aan Pieter Knorr die het stadium tussen dood en bederf respectvol vastlegde in beeltenissen van dode dieren die ademloos voortleven.

Met een dode waterral die een kat hem bracht toen het in februari 2021 streng vroor, verbond Pieter Knorr zijn kunst permanent met de natuurhistorische collectie van het museum. Na te zijn vereeuwigd op een paneeltje is de moerasvogel nu ook een geprepareerd museumstuk, met catalogusnummer NMR 9989-190041. Natuurlijk is die waterral, in beide gedaanten, ook te zien in de tentoonstelling.

Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus, met een inleiding van Kees Moeliker (Art Revisited).

Natuurhistorisch Museum Rotterdam

Adres: Westzeedijk 345 (Museumpark), 3015 AA Rotterdam


Over de mens en de natuur - deel 1

Een expositie in twee afleveringen over de relatie tussen de mens en de natuur. Vanuit verschillende invalshoeken laten kunstenaars zich inspireren door het thema en vertellen allen toch hun eigen verhaal, in beeld en tekst.

Want hoe verhoudt de mens zich eigenlijk tot de natuur? In de Eemnesservleugel is de eerste aflevering te zien van een dubbelexpositie. De verhalen worden verteld door schilders en beeldhouwers van kunstenaarsvereniging AKKA, afkorting van Alumni Kunstenaars Klassieke Academie.

Alle deelnemende kunstenaars aan deze tentoonstelling, zowel de beeldhouwers als de schilders, hebben de 5-jarige Klassieke Academie in Groningen afgerond. De opleiding delen ze dus, maar na hun examen is ieder een eigen weg ingeslagen.

deel 1: 24 april t/m 26 juni 2022
deel 2: 2 juli t/m 4 september 2022

Kasteel Groeneveld

Adres: Groeneveld 2, Baarn


Land art stille omgang
23 april t/m 30 oktober 2022


Midden in de drukte van de samenleving is er de stilte van het Eemklooster. Het Eemklooster bestaat 90 jaar en is nu geen klooster meer, maar herbergt ateliers, kinderdagverblijven en ondernemers. De sfeer in het park er omheen ademt nog rust en is geschikt voor contemplatie. Het gebied rondom het Eemklooster wordt verrijkt met kunst op onverwachte plekken.

Van 23 april t/m 30 oktober kan er dagelijks een kunstwandeling gemaakt worden tussen 10.00 en 20.00 uur. De toegang is gratis.
De Land art-expositie is een soort 'stille omgang' waar de kunstwerken reflecteren op het kloosterleven van stilte en bezinning van weleer tegenover de drukte van het gewone leven. Links: Stilte-jos-smink

De 14 kunstenaars reageren met hun werk op de bijzondere locatie. Deze expositie laat zien dat dit een plek is om samen te genieten van kunst, natuur en cultuur. Zij toont de kracht van de land art en de kunstenaars. De expositie wordt gehouden door PubArt en is mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Amersfoort.

Het Eemklooster

Adres: Daam Fockemalaan 22, 3818 KG Amersfoort
Meer info: klik hier

terug naar boven >>

   
   
   
   
   


Reageren op NNN

Voor reacties op de inhoud van NatuurNetNieuws, uw waarnemingen, nieuws of vragen over de natuur, mail naar: tiny@groen-natuurlijk.nl
Voor het wijzigen van uw e-mailadres (vermeld ook uw oude e-mailadres!) of afmelden voor de nieuwsbrief mail naar: info@groen-natuurlijk.nl

Samenstelling: Tiny van der Meer. Vormgeving: Hans Steinfort.

Voor het aanmelden als abonnee op NatuurNetNieuws kijk op: https://groen-natuurlijk.nl/natuurnieuwsbrieven/
Het overnemen van informatie is toegestaan, mits u duidelijk vermeldt:
Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN! natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl

Behalve voor u is er ook een natuurnieuwsbrief (NatuurNetNieuwsJunior) voor uw (klein)kinderen in de basisschoolleeftijd met een verhaaltje, veel informatie over dieren en/of planten (handig voor een spreekbeurt) en uittips voor kinderen. Net zoals u gratis abonnee bent van NatuurNetNieuws, kunt u of kunnen zij zich ook gratis abonneren op NatuurNetNieuws Junior (komt zes keer per jaar uit!). U hoeft alleen maar een mailtje te sturen naar: info@groen-natuurlijk.nl of het formulier in te vullen: klik hier


   
   

Volg ons ook op Facebook

Onze Natuurnieuwsbrief verwijst soms naar websites van derden. We hebben geen controle over de aard, de volledigheid noch de juistheid van de informatie op deze websites en zijn daarom niet aansprakelijk voor de inhoud daarvan.

terug naar boven >>