Flora en fauna
- Vogelwikke
- Kolibrievlinder

Natuurnieuws
- Gescheperde schaapskuddes
- Onderwaterbos Wolderwijd

Natuur Uit en Thuis
- UIT: Enci-groeve

- THUIS: Levend landschap

Boek
- In schoonheid vergaan


Natuur kort
-
Friese bomen- en bossenstrategie
- Klotputten
- Otters uitgezet

Natuurexcursie
- Nazomeren in Park Schakenbosch

Website van de maand
- Veerpontjes

Citaat van de maand
-
Katrina Mayer


Films
- Grutto! en Wolf

Natuur Plus
-
Zwanenbloem

Bomenweetjes
- Afnemen bosareaal wereldwijd
- Potentie minder bekende boomsoorten

Uit-tips
- ‘Uit hetzelfde hout’

- Koe

- Liefde voor landschap, Saskia Boelsums


 
NB. De links in onderstaande teksten zijn vet gedrukt en hebben een groene kleur.
 

 
   
   
   


Vogelwikke (Vicia crácca)

Dit plantje met zijn prachtig blauwviolette bloemtrossen aan tengere stengels zoekt graag zijn houvast bij de buren en wikkelt zich met behulp van bladranken om steviger planten. Daarmee klimt het zich tot wel 2 meter omhoog.

Vogelwikke bloeit vanaf juni t/m september op een voedselrijke en vochtige groeiplaats en is te vinden langs bosranden, op grazige ruigten, in struikgewas, rietland, grasland, bermen en plantsoenen, langs waterkanten, dijken, spoorbermen en in duinvalleien. De bloemtrossen hebben een lange steel en de 10 tot 30 bloemen zijn altijd naar één kant gericht. De bloem kan alleen bezocht worden door hommels met lange tongen, maar hommels met korte tongen zijn slim. Ze bijten onderin een gaatje en kunnen zo van buiten de bloem direct bij de nectar. Die wordt dan niet bestoven maar eigenlijk bestolen. Dit wordt 'inbraak’ genoemd. Waarom vógelwikke? Omdat het blad, maar vooral de zaden graag worden gegeten door vogels. Een andere uitleg is dat ieder bloempje lijkt op een klein vogeltje dat met zijn snavel tegen de bloemsteel tikt.

De naam Vicia is afgeleid van het Latijnse vincire, wat wikkelen betekent. De naam krok zoals vogelwikke vroeger werd genoemd is een verbastering van cracca.

Door de blauwviolette kleur van de bloemen ontstonden namen als blauwe erwtjes, blauwe krok en blauwe zwijnetongetjes. In de Duinstreek zag men in de bouw van de bloem schoentjes en muiltjes. Na de bloei vormen zich 2 cm lange vierkantige kleine peulen met 2 tot 6 zaadjes, die met twee kleppen direct spiraalvormig openspringen, waardoor de zaden worden weggeslingerd. Het zaad ontkiemt direct na verspreiding.

Vogelwikke was vroeger een gevreesd onkruid in de graanvelden, omdat de zaden die tussen het graan terecht waren gekomen, het meel een bittere smaak gaven.


Kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum)

Begin juli zie en hoor ik hem voor het eerst van m’n leven. Een kolibrievlinder! Hij schiet van bloem naar bloem en hangt steeds een moment stil om met supersnelle vleugelslag met zijn lange roltong nectar uit een bloem te zuigen. Het heel snel bewegen met zijn vleugels – wel 70 tot 80 keer per seconde – veroorzaakt een bwrwrwr-geluid. Bij zijn dagelijks rondje bezoekt hij meestal dezelfde (buisvormige) bloemen met veel nectar. Door zijn gedrag is het een bijzondere vlinder: zo is hij er en zo is hij ook weer verdwenen.

De naam zegt het al: hij doet sterk denken aan een kolibrie. Door het tempo waarmee hij van bloem tot bloem vliegt, heeft hij ook wel de bijnaam ‘onrustvlinder’. Zijn Latijnse naam verwijst naar zijn tong van circa 28 mm, die uitgerold even lang is als zijn lijfje. Macroglossum komt van makros, dat groot of lang betekent, en glosse betekent tong. Stellatarum verwijst naar een oude naam (Stellatae) voor de plantenfamilie waartoe de belangrijkste voedselplant voor de rups behoort. De waardplant van de kolibrievlinder is meestal geel walstro of meekrap. Nadat de rupsen zijn uitgekomen, eten ze zich rond aan deze waardplanten. De rupsen zijn groen en hebben onderaan een opvallend geel doorntje zitten om vijanden mee af te schrikken. De meeste kolibrievlinders worden gespot in augustus en september. Ze foerageren vooral overdag, soms ook in de ochtend- en avondschemering. Het is een dagactieve nachtvlinder.



Foto rechts: Edy van Vliembergen

Als hij stil zit lijkt de kolibrievlinder grijs en grauw, maar als hij onrustig tussen de bloemen heen en weer flitst, zie je steeds het oranje van de onderkant van de vleugels en de oranje vlekken bovenop de achtervleugels. De kleur dient om vijanden af te schrikken en op afstand te houden. De voorvleugels zijn ongeveer 22 mm groot. Ook het achterlijfje is bijzonder: daaraan zitten lange zwarte haren, net als de staartveren van de kolibrievogel.
Tot 2003 was de kolibrievlinder een zeldzame trekvlinder in ons land, maar de laatste 20 jaar voelt hij zich hier door het warmere klimaat en de drogere zomers helemaal thuis. De kolibrievlinder overwintert in de zuidelijke landen, zelfs tot in Afrika. Hij komt jaarlijks in het voorjaar vanuit het zuiden naar ons land toe en plant zich hier voort.

terug naar boven >>

   
 
   
   


Gescheperde schaapskuddes

De provincie Overijssel geeft t/m 2032 zekerheid dat er geld beschikbaar is voor gescheperde schaapskuddes die door terreinbeherende organisaties worden gebruikt in Natura 2000-gebieden. Daardoor kunnen nu langjarige beheercontracten met eigenaren van gescheperde schaapskuddes worden afgesloten. De provincie maakt met Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Landschap Overijssel verdere afspraken over de uitvoering.

In de periode 2018-2022 was er een tijdelijke subsidieregeling. Uit gesprekken met de eigenaren van gescheperde schaapskuddes bleek dat deze vooral behoefte hebben aan langdurige zekerheid van een vergoeding voor begrazing. Op die manier kan een kudde opgebouwd worden, passend bij het natuurgebied waar deze wordt ingezet. De nieuwe regeling geeft de schaapskuddes met herder meer duidelijkheid.

Doordat de provincie langjarig financiële zekerheid geeft aan natuurorganisaties voor de inzet van schaapskuddes, kunnen zij op hun beurt weer zekerheid bieden aan de eigenaren van de kuddes. Het is een langjarige regeling met een kostendekkende vergoeding die zij van genoemde terreinbeheerders ontvangen. Zo komt er een stabiel economisch model voor eigenaren van schaapskuddes. De provincie stelt het geld beschikbaar voor een periode van 6 jaar en tegelijkertijd wordt ook gewerkt aan het beschikbaar stellen van een vergoeding voor een volgende periode van 6 jaar.

Bron: Provincie Overijssel


Onderwaterbos Wolderwijd

In het noordoosten van het Wolderwijd, tussen de eilanden De Biezen en Knarland is Rijkswaterstaat dit voorjaar gestart met een aantal maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren. Het project draagt bij aan schoon en ecologisch gezond water, als onderdeel van de Europese Kaderrichtlijn Water. Door de aanleg van de ondiepte ontstaat ten noordoosten daarvan een luwtezone met natuurlijke land-water overgangen. Deze ondiepe wateren zijn zeer geschikt als schuil-, paai- en opgroeigebied voor vissen en macrofauna zoals slakken en waterkevertjes.

Voor de aanleg van het ondiepe natuurgebied wordt plaatselijke zand en grond verwerkt in een langwerpig eiland met flauwe oevers. Dit eiland ligt grotendeels onder water. Aan de uiteinden zorgen legakkers, gemaakt van wilgenhout, voor de insluiting van het gebied. De volgende stap is het aanbrengen van oeverbeplanting om de grond stabiel te houden en te verrijken. Het zand en de grond waarmee het eiland wordt aangelegd, wordt plaatselijk gewonnen door eerst een diepe zone in het water te creëren, waarin het onderwaterbos komt dat bestaat uit minimaal 15 complete bomen met kroon en kluit die op de bodem worden verankerd.

Na verloop van tijd ontstaat een nieuwe en gevarieerde begroeiing die zorgt voor schoner, voedselrijker water met een beter en aantrekkelijk leefgebied voor verschillende vissen.
Op plekken in en rondom de diepte worden dode bomen geplaatst om de biodiversiteit te stimuleren. Door het gebrek aan dood hout zijn rivieren en meren voor veel inheemse dieren en planten geen geschikte leefomgeving meer. Het plaatsen van de bomen brengt dat leven terug. Op deze manier wil Rijkswaterstaat de balans in het meer herstellen. De oplevering is volgens planning medio 2023.

Bron: Rijkswaterstaat

terug naar boven >>

   
   
   
   


Elke maand schrijf ik een stukje over iets wat ik in de afgelopen maand heb gezien tijdens een van mijn wandelingen.
UIT: ergens in het land.
THUIS: Maasland (ZH) en omstreken.

Tiny van der Meer


NATUUR uit: enci-groeve

Ik sta op het uitkijkplatform van de Enci-groeve. Het 18 meter lange platform, dat is voorzien van een roostervloer, strekt zich ver over de groeverand uit en bevindt zich 40 meter boven de bodem van de groeve. De beloning is een grandioos uitzicht over de omgeving. Het water in de groeve is door het gesteente gefilterd waardoor de bijzondere blauw-groene kleur is ontstaan. Vooral wanneer de zon op de meertjes schijnt, neemt het water onvoorstelbaar mooie kleuren aan.


Het diepste punt van het grootste meer ligt 40 meter onder het peil van de Maas aan de voet van de Sint-Pietersberg. Ik daal af in de groeve via de 210 treden van de trap die is verankerd aan de mergelwanden. Die wanden zijn door de

miljoenen jaren heen ontstaan en rijzen steil op uit het landschap.

Ik zie een kudde mergelland-schapen die de kalkgraslanden begrazen.

Ook tuur ik de oehoewand af bij vogelkijkpunt 'De Kiekoet' om een glimp op te vangen van de grootste uilensoort van Europa die al sinds 1997 in de Oehoevallei broedt. Geen oehoe te zien, de kans om hem te zien midden op de dag is dan ook uiterst klein, maar de Duivelsgrot, waar ik langs loop heeft met wat fantasie ook wel iets weg van een enorme uil!
Klagen doe ik al helemaal niet want in mijn Limburgse wandelweek zie ik hoornaars die een nest bouwen, een zwarte roodstaart, een rode wouw en spectaculaire zonsondergangen waarbij ik me afvraag welke vreemde figuren zich langs de oranje avondhemel spoeden…


Filmpje over de aan de natuur teruggegeven Enci-groeve: klik hier


NATUUR thuis: levend landschap

‘Spring op de fiets en beleef het Midden-Delfland van nu en vroeger met de nieuwe en makkelijk downloadbare route ‘Levend Landschap’ lees ik op de Facebookpagina van de Midden-Delfland Vereniging. Goed idee! Net buiten Maasland (knp 66) is het al genieten als de veerpont mij overzet via vlietlanden en Bommeer naar knp 71. In de Broekpolder word ik verrast door een uitbundige afwisseling van geel (heelblaadje), paars (kattenstaart), roze (koninginnenkruid) en rood (zuring).

De lucht boven en het water in de Vlaardingse vaart doen wedstrijdje wie het blauwste blauw heeft. Ik passeer mooie oude boerderijen met koeien in de wei. Een blauwe reiger vangt met afhangende gespreide vleugels de warmte van de zon op en hoopt door de hoge temperatuur dat het de luizen en mijten in zijn verenpak te heet onder de voeten wordt en ze de benen nemen.

Ik fiets over smalle polderweggetjes met karakteristieke knotwilgen en besef dat ik wel twee dagen nodig heb als ik alle bezienswaardigheden in de route zoals buitenplaatsen, molens en musea zou willen bezoeken. Het is warm (30º) dus die bewaar ik voor later, maar voor Natuurcentrum De Boshoek dat op deze dinsdag geopend is tot 12.00 uur stap ik graag af. Ik dwaal tussen ijverige vrijwilligers door over mooie smalle paadjes.

In de fraaie educatieve tuin liggen een vijver en een rotstuin. Er vliegen libellen en juffers, er hangt een ransuilenkast en natuurlijk kan ik niet om de enorme Canadapopulier heen.
Binnen bevinden zich vitrines en een groot diorama met 200 in hun natuurlijke omgeving geplaatste opgezette dieren. Tijd tekort voor een uitgebreide rondleiding, dus ook die houd ik tegoed. Als letterlijk en figuurlijk voorproefje gaat er in elk geval een pot biologische ‘Boshoek bloemenhoning’ van hun eigen bijenvolken mee naar huis!

terug naar boven
>>


   
   
   
   


In schoonheid vergaan

Doodse observaties in woord en beeld

Het begon met de foto’s die natuurfotograaf Martijn Nugteren maakte van het verenkleed van dode vogels. Ondanks dat uit de lijnen en kleurvlakken het leven was verdwenen, diende zich in de details een nieuwe schoonheid aan. Daarover pratend met schrijver-publicist Wim Huijser verbreedde het onderwerp zich tot het close in beeld brengen van vergankelijkheid.

Het vergaan van stammen, basten, vachten en bladeren. Maar ook het verdampen van plassen, het verstuiven van zand en het bevriezen van kadavers. Stuk voor stuk thema’s die aanleiding geven tot beschouwingen over dood en vergaan van de natuur.
Met prachtige foto’s van natuurfotograaf Martijn Nugteren

In schoonheid vergaan (Hardcover)
Prijs: € 29,95
2022  - ISBN: 9789050118675
Meer info: klik hier

terug naar boven >>

   
 
 
   
   

Friese bomen- en bossenstrategie

Gedeputeerde Staten van Friesland hebben in juli jl. de Friese bomen- en bossenstrategie vastgesteld. Daarin staat aangegeven welke omstandigheden het meest geschikt zijn voor extra bomen, boomwallen en bossen.

Ook uitbreiding van natte natuurgebieden is er onderdeel van. Uitgangspunt is dat zo veel mogelijk wordt aangesloten op bestaande biotopen en landschappen. Dus meer bomen in bomenrijke gebieden en meer natte natuur in natte gebieden. Daarbij is het van belang dat de bodemgesteldheid en de waterhuishouding geschikt zijn voor de aanleg van bos of natte natuur. De bosuitbreiding wordt voor een deel gezocht binnen het Natuurnetwerk Nederland.

Verder gaat het om:
- Aanplant als oppepper voor bestaande bossen of landschapselementen zoals boomwallen.
- Aanplant in dorpen en steden, op bedrijventerreinen en langs wegen en dergelijke.
- Aanplant voor voedselbos en ‘agroforestry’.
- Uitbreiding van natte natuur buiten het Natuurnetwerk Nederland zoals kwelders en moeras.
De Friese bomen- en bossenstrategie is te vinden op de website van de provincie.

Bron: Provincie Friesland

 


Klotputten

Bij Eindhoven is het nieuw natuurgebied 'De Klotputten' officieel geopend. Het gebied is de afgelopen jaren volledig getransformeerd naar een natuurlijk beekdallandschap dat onderdeel is
geworden van een ecologische verbindingszone.



'De Klotputten' is een beschermd vogelrustgebied, daarom mogen wandelaars het gebied niet in. Om het gebied loopt wel een wandelpad van ± 3 kilometer. Onderweg zijn er informatiepanelen die tekst en uitleg geven over het gebied en de natuur. In een later stadium komt er ook nog een uitkijktoren. Het 40 hectare grote gebied bestond voor een deel nog uit landbouwpercelen. Na jarenlange voorbereiding startte begin 2022 de transformatie om in het hele gebied het natuurlijke hoogteverschil en het natuurlijke grondwaterpeil terug te brengen. De sloten zijn gedempt en de bemeste bovenste grondlaag is afgevoerd. Nu zijn de voorwaarden optimaal voor de natuur om zich verder te ontwikkelen. Brabant Water is de eigenaar en de beheerder van de gronden.

Bron: Provincie Noord-Brabant



Otters uitgezet

Na ruim 50 jaar zwemmen er weer otters in de Krimpenerwaard. Twee jonge, verweesde mannetjesotters zijn uitgezet in de polder.

Het Zuid-Hollands Landschap, provincie Zuid-Holland en Stuurgroep Veenweiden Krimpenerwaard zijn optimistisch over hun overlevingskansen. Dankzij de investeringen in waterkwaliteit, faunatunnels, het voedselaanbod en de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden is de kans groot dat de otter zich definitief zal vestigen in de Krimpenerwaard.
Meer lezen: klik hier

Bron: Zuid-Hollands Landschap

terug naar boven >>

   
 
 
   
   


Woensdag 7 september 2022 -  Nazomeren in Park Schakenbosch, Leidschendam

Met Ria Hoogstraat (IVN afd. Den Haag e.o.) maken we een wandeling door Park Schakenbosch en gaan ontdekken wat de nazomer in het park ons brengt, zoals vruchten en zaden. Misschien zijn er zelfs al paddenstoelen. Kinderen zijn welkom.

Er zijn ook veel bijzondere bomen in het park. Op Schakenbosch is het bomen kappen stilgezet omdat de noodzaak voor zo'n groot aantal (900 bomen) niet aangetoond kon worden. Bomenstichting en o.a. AVN hebben zich daarvoor ingezet. Er zijn nog geen bouwactiviteiten, dus we genieten van het park zolang het nog kan.

Start om 14.00 uur. We verzamelen bij de hoofdingang GGZ Rivierduinen, Veursestraatweg 185, Leidschendam.
Bereikbaar met bus 45 en 46 halte GGZ Haagstreek. De wandeling duurt ongeveer anderhalf uur. Auto’s en fietsen kunt u parkeren bij de voormalige kapel.

Info tel.: 070-3279349 of www.ivndenhaag.nl.

terug naar boven >>

   
   
   
   


www.veerponten.nl

Hier vindt u informatie over alle voet-, fiets- en autoveren in Nederland: vaarroutes, vaartijden, foto's, contactinformatie en bijzondere wetenswaardigheden.

Wilt u alle informatie op uw smartphone, zodat u ook onderweg bijvoorbeeld kunt zien of een pontje vaart? Ga in de browser van uw telefoon naar www.veerponten.nl en voeg deze website met het symbool ‘pijltje bovenuit de box’ toe aan het beginscherm.
Met een druk op de zogeheten favicon (het logo) gaat u voortaan direct naar de website.

terug naar boven >>


   
   
 
 
 
     
   

terug naar boven >>

   
   
   
   


1. Grutto!


In de nieuwe film Grutto! van Ruben Smit Productions worden een paar mythes over de grutto doorgeprikt. Van oudsher is de grutto geen weidevogel. Het is een vogel die leeft in veengebieden. In Estland broedt de soort nog steeds in hoogveen en moerassen. Verder is de grutto eigenlijk een Afrikaanse vogel. Het grootste deel van het jaar verblijft de grutto in Afrika. 

In Nederland zijn veel hoogvenen afgegraven en vervangen door weiland. De vogel is daardoor in Nederland een weidevogel geworden. Dat proces heeft halverwege de vorige eeuw ontzettend veel grutto’s opgeleverd. Tot de landbouw intensiever werd. In de overwinteringsgebieden in Afrika is precies hetzelfde gebeurd. Daar leefde de grutto op de slikvlakten van de Casamance, een rivier in het zuiden van Senegal.

De vogel foerageert er nu op de rijstvelden aan de randen van de mangrovebossen. Hoewel het in Nederland slecht gaat met de grutto, blijft de populatie wereldwijd even groot. Dat komt doordat de IJslandse grutto’s het door de klimaatverandering ontzettend goed doen. Het groeiseizoen is er langer, en er wordt veenmoeras ontgonnen. Dat gaat wel ten koste van de goudplevier, de watersnip en de grauwe franjepoot. Wanneer de landbouw op IJsland te intensief wordt, zal het daar ook ten koste gaan van de grutto.

Bron: Resource - Wageningen University & Research


2. Wolf

De wolf is terug in Nederland! Regisseur Cees van Kempen levert een opzienbarende natuurfilm die geheel in het teken staat van de terugkeer van dit bijzondere roofdier.



Jarenlang is er gewerkt aan de film over de terugkeer van de wolf in Nederland. Vanaf 15 september is WOLF te zien in de Nederlandse bioscopen en filmtheaters! (1 uur 30 min).

Meer info: klik hier

terug naar boven >>

   
   
   
   


Zwanenbloem - Bútomus umbellátus

De zwanenbloem is een van de mooiste inheemse overblijvende moeras- en oeverplanten. Ze behoort tot de zwanenbloemfamilie. Het is de enige soort in deze familie.

Uiterlijk
De zwanenbloem bloeit van juni t/m september. Aan het eind van een stevige ongeveer 1 meter lange, vaak roodgetinte stengel ontvouwt zich boven het wateroppervlak in de zomer het bloemhoofd, een op een paraplu gelijkend scherm: eerst nog stijf ingepakt in een vlies, maar later ontspringen hieruit de talloze bloemstelen met wel zo'n 30 kleine bloemetjes met schotelvormige blaadjes. De kleuren kunnen variëren van lichtroze tot donkerrood. De individuele bloemen staan op bloemsteeltjes die allemaal verschillend van lengte zijn. De binnenste drie (de eigenlijke kroonbladeren) zijn ovaal, roze met wit met donkerrode nerven. De buitenste drie (gekleurde kelkbladeren) zijn smal driehoekig, donkerrood met lichte randen en iets korter dan de binnenste. Na de bloei sluiten de bloemdekbladen zich om de rijpende bruine op koffiebonen lijkende vruchten.


De bloemen zijn tweeslachtig en in het bezit van zes tot negen dofrode meeldraden die in drie cirkels staan. De zes stampers scheiden aan de voet honing af. Deze lekkernij trekt vooral graafwespen aan, die dan ook een belangrijke rol spelen bij de bevruchting van de bloem(en). De stampers gaan pas rijpen als de meeldraden zijn uitgebloeid. Zo voorkomt de bloem zelfbestuiving.
De stijve bladeren, die uit de wortelstok ontspringen, zitten in een wortelrozet. Ze staan rechtop en hebben tal van okselschubbetjes. Aan de onderkant zijn ze driekantig, versmallen geleidelijk en aan de top vallen ze op doordat ze gedraaid zijn. Soms blijven de bladeren helemaal onder water. De maximale hoogte van een zwanenbloem is ca. 120 cm. De plant is winterhard en verdraagt een temperatuur tot -25 ºC. De plant heeft een bijna horizontale, vrij dikke wortelstok. Vermeerderen kan door het delen van de wortelstok en door middel van zaad.

Naam
Er worden diverse verklaringen gegeven voor de naam zwanenbloem. Er zijn bronnen die wijzen op de lange ‘nek’ van de plant. Anderen beweren dat deze moerasplant zo heet omdat ze vaak op plaatsen staat waar zwanen graag vertoeven en broeden of dat de zwanen ze graag eten.

In 'Groei en Bloei’ (uitgave juli 1991) stond een uitgebreid artikel over de zwanenbloem en de uitleg waarom de plant deze naam draagt. (Bron: Ned. Bond Aqua Terra)
'…om te weten waarom de plant zo heet, bekijken we een bloemetje van dichtbij. Een bloem bestaat uit zes bloemblaadjes, de buitenste donkerder dan de binnenste. Verder naar binnen staan negen meeldraden met een marmerwitte steel en donkerpaarse knoppen. Het binnenste van de bloem bestaat uit weer zes elementen: de zes stampers. Deze stampers (één stamper in zessen gesplitst) staan in het hart van de bloem als 'zwaantjes' met de nek omhoog gestrekt. Na het rijp worden lijken het zwaantjes met de hals gebogen. De naam zwanenbloem dankt deze plant dan ook aan dit onderdeel van de bloem.' 

Andere namen zijn zwanebrood in Salland, wat duidt op het eten van de vruchten door zwanen. De Friese naam swannekoek wijst hier waarschijnlijk ook op. Omdat in een dergelijke natte omgeving eveneens ooievaars en kikkers voorkomen, spreekt men in West-Friesland van ooievaarsbloem en van kikkerbloem in de Hoekse Waard en op Voorne. Omdat de bajonetachtige bladeren lijken op die van de gladiolus of zwaardlelie ontstonden de namen watergladiolus en waterlis. Zwanehals naar de ronde langgerekte bloemstengel. Die bloeistengel bezorgde de zwanenbloem in Groningen de naam van bullepezen. De naam kloek-met-kuikens of kloek-met-kuikentjes (Betuwe en Zuid-Holland) duidt op de in een scherm gerangschikte bloeiwijze.

De zwanenbloem wordt ook vaak koffiebloem genoemd, wellicht naar de nog niet ontloken donkerpaarse bloemknoppen die in vorm en kleur veel op koffiebonen lijken of naar de rijpende bruine op koffiebonen lijkende vruchten.
De naam koffieboontjes wordt gebruikt in Aalsmeer, koffiebeuntje in Twente en koffiebonen in Salland.

De namen donderbloem in Friesland en zwaarweerplant in Noord-Overijssel kreeg de plant niet om donder en bliksem af te weren. Het tegenovergestelde is het geval, want zwaait men er driemaal mee over het hoofd dan kómt er juist onweer. Een heel ongebruikelijke toepassing van een plant om een dergelijk natuurgebeuren op te roepen! Het kan zijn dat er vroeger een of andere magische kracht aan de plant werd toegeschreven, waarvan later de betekenis verloren is gegaan.

Butomus is afkomstig van het Griekse bous = os, en tenno = snijden. Met boetomos werd een grassoort bedoeld met scherpe, snijdende bladrand. Vee dat de plant eet zou hierdoor wonden in de bek oplopen. Umbellatus is verwant aan het Engelse umbrella (regenscherm). De schermvormige bloeiwijze (umbra: schaduw, scherm of zonnescherm, hier dus schermdragend).

Groeiplaats
Zwanenbloemen staan graag alleen, niet omringd door andere planten, omdat zij zich gemakkelijk laten wegdrukken door sterkere soorten. Dankzij het slootkantbeheer van de waterschappen, waarbij de watergang eenmaal per jaar in het najaar wordt geschoond, gedijt de plant goed. Het regelmatig uitbaggeren en maaien van de slootkanten voorkomt overheersing door andere planten als lisdodde en riet. Zwanenbloem is de enige Butomus-soort die in het wild voorkomt in Nederland en is hier vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd.

Zwanenbloemen zijn niet kieskeurig wat betreft waterkwaliteit, die mag ziltig, voedselrijk en lichtstromend zijn. Groeiplaatsen zijn moerassen (verlandingsvegetaties), waterkanten en water zoals sloten, plassen, kanalen, spoorsloten, vijvers, afwateringskanaaltjes, kleiputten en oude rivierarmen. Ze houden van zonnige, iets open plaatsen in of soms langs ondiep water met een waterdiepte tussen de 10 en de 50 centimeter en een bodem van zand, leem, zavel, veen of klei. De plant komt begin mei pas boven water en is dan zeker voor de leek moeilijk te onderscheiden van andere waterplanten met een biesachtige bladstructuur. In de niet-bloeiende vorm zijn zwanenbloemen te herkennen aan de driekantige, spiraalsgewijs gedraaide bladeren om de as.

Vermeerdering
De plant wordt vermeerderd door de op koffiebonen lijkende, kleine bolletjes uit de bladoksels te nemen en direct uit te zaaien. Vermeerdering gaat echter het snelst door in de lente de plant te scheuren. Met een scherp mes kunnen nieuwe groeipunten worden losgesneden. Iedere groeipunt dient over een stuk wortelstok en wat wortels te beschikken.

Inheems
Zwanenbloemen komen van nature voor in de gematigde streken van Europa en Azië en in Noord-Afrika. In Noord-Amerika is het een uitheemse (verwilderde) soort. In Nederland en België is het een inheemse waterplant, maar zijn verspreidingsgebied is veel groter.

(Volks)geneeskunde
De wortelstok en de zaden werden vroeger als verkoelend en verzachtend middel gebruikt en stonden in de apotheek bekend onder: Radix et Semina Junci floridi.

Mythologie
De zwanenbloem is voortgekomen uit het verdriet van de allermooiste nimf uit de Griekse mythologie, Galatea.

Lang, heel lang geleden werd de aarde bevolkt door goden, nimfen, monsters, draken, reuzen en gewone stervelingen. Eén van de mooiste Griekse zeenimfen, Galatea, werd verliefd op de atletische Acis, zoon van een nimf en een bosgod. Hij woonde op het eiland Sicilië, aan de voet van een vulkaan. Maar op deze onrustige en vuur spuwende vulkaan leefden ook reuzen met één oog, de cyclopen. Eén van hen had zijn ene oog verliefd laten vallen op de mooie zeenimf en hij werd verteerd door jaloezie. Hij kon de gedachte niet verdragen dat haar hart een ander beminde.

Toen hij op een lome zomerdag vanaf zijn berg de geliefden elkaar zag beminnen, werd hij bevangen door razernij. De reus met één oog wierp een rots naar het tweetal. De zeenimf kon net op tijd wegduiken, maar haar geliefde werd verpletterd door de reusachtige steen. De steen was zo groot en zwaar dat er een krater ontstond. Vanuit de krater waar haar geliefde de dood vond, liet zijn ontroostbare nimf ter nagedachtenis een bron ontspringen. De beek die uit deze bron voortkwam symboliseerde hun eeuwigdurende liefdesstroom. Dagen zat ze aan de oever van de beek en ze werd verteerd door verdriet. Galatea verloor haar levenslust en wilde niet meer verder leven zonder haar geliefde. Voor altijd wenste ze samen met Acis te zijn. Daarom veranderde ze zichzelf in een bloem, een schitterende bloem die groeide in het water van haar geliefde.
Sindsdien groeit deze nimfenbloem in water en kennen we deze wonderschone bloem als de zwanenbloem. Als u goed kijkt herkent u de statige schoonheid van deze mooie zeenimf.

(Bron van dit verhaal: Natuurverhalen.nl)

terug naar boven >>

   
 
   
 



Afnemen bosareaal wereldwijd

In de afgelopen 60 jaar is het wereldwijde bosareaal met 81,7 miljoen hectare afgenomen. Dat betekent dat het wereldwijde bosbestand per hoofd van de bevolking met meer dan 60% is afgenomen. Dat heeft een groep internationale wetenschappers bepaald.

Ze publiceren over het onderzoek in Environmental Research Letters. Het verlies aan bos bedreigt volgens hen de biodiversiteit en heeft gevolgen voor het leven van 1,6 miljard mensen wereldwijd.

De wetenschappers gebruikten een dataset voor wereldwijd landgebruik om te onderzoeken hoe bossen wereldwijd zijn veranderd in ruimte en tijd. In 1960 was het bosareaal per hoofd van de bevolking 1,4 hectare. In 2019 was dat nog 0,5 hectare. Het voortdurende verlies aan bos tast de stabiliteit van bosecosystemen aan en gaat ten koste van de biodiversiteit. Het heeft ook gevolgen voor het leven van tenminste 1,6 miljard mensen wereldwijd, voornamelijk in ontwikkelingslanden, die voor verschillende doeleinden afhankelijk zijn van bossen. Het verlies aan bos vindt vooral plaats in de lage-inkomenslanden in de tropen en de toename van het areaal bos gebeurt in de hogere-inkomenslanden.

Bron: Environmental Research Letters


Potentie minder bekende boomsoorten

Dit voorjaar is er een onderzoek gestart naar de potentie van het gebruik van ‘minder bekende’ boomsoorten in het Nederlandse bos. Er zijn proeven aangelegd van acht verschillende soorten, waaronder zilverspar en elsbes, verspreid over vier locaties. In elke proef zijn er per soort 240 tot 1000 boompjes aangeplant. 

De onderzoekers blijven deze bomen de komende jaren volgen en beoordelen of deze soorten inderdaad een aanvulling kunnen zijn op de boomsoorten die al worden gebruikt in Nederlands bosbeheer. Het uiteindelijke doel van de proeven is het vergroten van kennis en beschikbaarheid van 'klimaatslimme’ boomsoorten en herkomsten, in combinatie met de factsheets van de 'Gereedschapskist Bomen'.

Naast zilverspar en elsbes zijn er proeven gestart met tamme kastanje, kustmammoetboom, atlasceder, Libanonceder, Turkse spar en nordmannspar. Van elke soort zijn er één of meerdere herkomsten aangeplant. Deze zijn geselecteerd voor productiedoeleinden en gebaseerd op gebruik en beschikbaarheid in buurlanden.
Atlasceder word bijvoorbeeld veel in Frankrijk aangeplant voor houtproductie. Of de boompjes aanslaan en geschikt zijn voor productiedoelen in Nederland, wordt mede bepaald door de lokale herkomst van een zaadpartij. Een elsbes uit Frankrijk kan heel anders reageren op de Nederlandse omstandigheden dan een elsbes uit Duitsland. Zuidelijke soorten en herkomsten kunnen bijvoorbeeld gevoelig zijn voor late nachtvorst, die in Nederland regelmatig voorkomt.

Er is ook rekening gehouden met het feit dat bodemtype meespeelt in de prestatie van deze herkomsten, door vergelijkbare proeven op twee verschillende bodems te planten. Zo liggen er verschillende proeven op armere zandbodems bij Leersum en op het Kroondomein, en op rijkere zandbodems bij landgoed Prattenburg en op de Dorschkamp bij Wageningen.

Dit jaar wordt de proef nog aangevuld met een paar herkomsten en worden de boompjes die het aanplanten niet hebben overleefd nog vervangen. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland en Wageningen Environmental Research meten in de jaren erna overleving, bladuitloop, vorm, hoogte en diameter groei, en delen de resultaten weer via de 'Gereedschapskist Bomen' en de 'Rassenlijst Bomen'.

Bron: Centrum voor Genetische Bronnen Nederland

terug naar boven >>

   
   
   
   
   
   


‘Uit hetzelfde hout ’ - 10 juli t/m 16 oktober 2022

Museum Valkenburg presenteert een overzichtstentoonstelling naar aanleiding van het 100ste geboortejaar – vorig jaar – van de veelzijdige, Limburgse kunstenaar Gène Eggen. Voor velen is hij primair een beeldhouwer maar hij was op de eerste plaats opgeleid als schilder, graficus en monumentaal vormgever.

Een aantal kinderen van Eggen is eveneens een artistieke weg ingeslagen. Daarmee voegt de familie zich in een groter gezelschap van kunstenaars waarvan de kinderen in de voetsporen van hun ouder(s) traden. Er worden beelden geëxposeerd van Gène en Frans, installaties van Titia, dichtbundels en collages van Anneke en een collectie etnische textiel van Coen Eggen.

Vroeger was dit het raadhuis een Jugendstil gebouw uit 1900, ontworpen door architect J.H.C. Kröner

Museum Valkenburg

Adres: Grotestraat Centrum 31, 6301 CW Valkenburg aan de Geul
Meer info: klik hier


Koe - 2 juli t/m 4 december 2022

Een trots van Groningen is de koe. De vroegste wierdebewoners hielden hier meer dan 2500 jaar geleden al koeien. Sindsdien heeft de koe altijd een prominente plek ingenomen in het landschap en het boerenbedrijf van het Westerkwartier, waar vooral melkveehouders actief zijn.

De tentoonstelling KOE behandelt de schoonheid en de geschiedenis van de koe. Met werk van onder meer Groninger Kunstkring De Ploeg (Jan Wiegers, Johan Dijkstra, Jan Altink en Jan van der Zee), romantische schilders, Sjouke Heins en de hedendaagse kunstenaars Ahmad Haraji en Corry van Hoorn. Uiteraard is er ook de nodige ruimte vrijgemaakt voor archeologische vondsten van het rund.

Thema’s die aan bod komen zijn de boeren van vroeger en nu en natuurinclusiviteit. De Natuur- en Milieufederatie Groningen heeft een documentaire gemaakt over hoe boeren in het Westerkwartier in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw hun bedrijf runden (promofilmpje: klik hier.) Deze is te zien in de filmzaal van Museum Wierdenland.

Schilderij: Jan Bedijs Tom (1813-1894), Koeien langs een rivier, 1874. Collectie Simonis & Buunk, Ede.

Er is gesproken met de boeren van vandaag over hun zoektocht naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering. Bij natuurinclusieve landbouw produceren boeren voedsel en gewassen in harmonie met natuur en landschap.
De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met de Natuur- en Milieufederatie Groningen en is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van Westerkwartier Natuurinclusief en het Fonds voor de Landbouw Groningen.

Museum Wierdenland

Adres:
Van Swinderenweg 10, 9891 AD Ezinge
Meer info: klik hier


Saskia Boelsums - Liefde voor landschap - t/m  zondag 25 september 

De overzichtstentoonstelling toont schilderachtige landschappen, gefotografeerd en bewerkt door kunstenaar Saskia Boelsums, Amstelveen. 

'In mijn landschappen komt alles samen - wat ik mooi vind, wat ik graag doe, wat ik ooit heb geleerd, waar mijn hart ligt,' aldus de kunstenaar (1960).

Boelsums creëert in haar kunstwerken haar eigen werkelijkheid. Ze maakt foto's van landschappen die haar boeien, en is daarna weken, soms maanden bezig met de bewerking ervan. Pixel voor pixel.

Door deze handmatige nabewerking roept ze een atmosfeer op die zowel schilderachtig als poëtisch aanvoelt. 
Ze toont geen objectief waarneembare werkelijkheid, maar laat eerder een impressionistische en persoonlijke beleving zien. 

Museum JAN

Adres: Dorpsstraat 50, 1182 JE Amstelveen
Meer info: klik hier


terug naar boven >>


   
   
   
   
   


Reageren op NNN

Voor reacties op de inhoud van NatuurNetNieuws, uw waarnemingen, nieuws of vragen over de natuur, mail naar: tiny@groen-natuurlijk.nl
Voor het wijzigen van uw e-mailadres (vermeld ook uw oude e-mailadres!) of afmelden voor de nieuwsbrief mail naar: info@groen-natuurlijk.nl

Samenstelling: Tiny van der Meer. Vormgeving: Hans Steinfort.

Voor het aanmelden als abonnee op NatuurNetNieuws kijk op: https://groen-natuurlijk.nl/natuurnieuwsbrieven/
Het overnemen van informatie is toegestaan, mits u duidelijk vermeldt:
Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN! natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl

Behalve voor u is er ook een natuurnieuwsbrief (NatuurNetNieuwsJunior) voor uw (klein)kinderen in de basisschoolleeftijd met een verhaaltje, veel informatie over dieren en/of planten (handig voor een spreekbeurt) en uittips voor kinderen. Net zoals u gratis abonnee bent van NatuurNetNieuws, kunt u of kunnen zij zich ook gratis abonneren op NatuurNetNieuws Junior (komt zes keer per jaar uit!). U hoeft alleen maar een mailtje te sturen naar: info@groen-natuurlijk.nl of het formulier in te vullen: klik hier


   
   


Volg ons ook op
Facebook

Onze Natuurnieuwsbrief verwijst soms naar websites van derden. We hebben geen controle over de aard, de volledigheid noch de juistheid van de informatie op deze websites en zijn daarom niet aansprakelijk voor de inhoud daarvan.

terug naar boven >>