Flora en fauna
- Gewoon plooirokje
- Koperwiek

Natuurnieuws
- Verrijking na hoogwaterschade

- Kleine landschapselementen

Natuur Uit en Thuis
- UIT: Landgoed Clingendael

- THUIS: Hoog en droog


Natuur kort
- Schaapskuddes

- Dwarsligger faunapassage

Natuurexcursie
- Wandeling op Duivenvoorde,
kerstbomen en wintergroen

Boekennieuws
- Prijs Beste Natuurboek 2021: de ontdekking van de natuur
-
Het pad van de boswachter

Website van de maand
- https://bos-en-bomenbescherming.nl/

 


Dieren in weerspreuken (december)
- 11 spreuken

Natuur Plus

-
Mol

Bomenweetjes
- Fladderiep gered
- Temperatuur Europese bossen

Uit-tips
-
Marjolein Bastin. Een ode aan de Veluwe
- Het stille groen
- Schilderijen van Cor Kaspers

 
NB. De links in onderstaande teksten zijn vet gedrukt en hebben een groene kleur.
 

 
   
   
   


Gewoon plooirokje

Als ik naar dit prachtige paddenstoeltje kijk, is het geen wonder dat het deze naam draagt. De plooien geven het hoedje de indruk van een frivool plooirokje en ontleent hieraan zijn opvallende Nederlandse naam.

Plooirokjes behoren tot een aparte groep van de plaatjeszwammen. Het Gewoon plooirokje is zonder microscoop niet te onderscheiden van het Geelbruin plooirokje.
Plooirokjes vallen op door de wijde plooien van de hoedjes (2-3 cm) die straalsgewijs vanaf het ronde oogin het centrum naar de rand toe aflopen. Ze zijn zonder uitzondering mooi, zeer fragiel en kortlevend. De vondst van een plooirokje blijft daardoor langer in het geheugen hangen en ze behoren daardoor tot één van de bekendste groepen paddenstoelen. Plooirokjes ontwikkelen zich snel, maar zijn binnen een dag weer verdwenen. De snelheid hangt af van de soort en de plaatselijke omstandigheden.

De wetenschappelijke naam Parasola betekent op een parasol of zonnescherm gelijkend. Hoewel ze erop lijken, kunnen plooirokjes absoluut niet tegen direct zonlicht. Na een regenperiode verschijnen de vruchtlichamen dikwijls in groepjes in vochtig grasland, gazons en grazige wegbermen. In het begin is de hoed ei- of eikelvormig, maar later spreidt hij zich vlak uit. De kleur van de hoed is aanvankelijk lichtbruin met een donkerder centrum, maar wordt later meer grijsachtig.
Plooirokjes behoren tot de paddenstoelsoorten die in een agrarische omgeving het meest worden gezien.
De vruchtlichamen kunnen verschijnen van begin april tot eind november, maar laten tijdens warme en droge zomermaanden verstek gaan.


Koperwiek

Dit seizoen zag ik op 13 november jl. m’n eerste koperwiek. Altijd weer een bijzonder moment. Koperwieken trekken (meestal s nachts) naar de overwinteringsgebieden. Tijdens de trek vliegen ze in groepen op grotere afstand van elkaar en communiceren onderling met hoog geroep om niet tegen elkaar te botsen. Ze arriveren eind september-november en zijn dan meestal te zien op weilanden en ander uitgestrekt agrarisch gebied.

Ze zijn vrij schuw, maar tijdens strenge vorst iets minder. Veel koperwieken blijven in Nederland overwinteren. Wanneer het te koud wordt, verlaten ze ons land en trekken verder naar het zuiden.
De koperwiek is een kleine lijster (21 cm) die snel kan vliegen. Hij lijkt op een zanglijster maar valt op door zijn duidelijke witte wenkbrauw- en mondstreep en meer gestreepte borst en roestrode flanken. Koper-wiek kan beter koper-oksel genoemd worden, omdat niet de vleugel maar de oksel en een deel van de flank koperkleurig zijn.

Mannetje en vrouwtje hebben hetzelfde verenkleed. Koperwieken eten wat er voorhanden is maar in de lente en zomer hebben ze een duidelijke voorkeur voor dierlijk voedsel. Ze kunnen net als merels de humuslaag omdraaien op zoek naar wormen, slakken en (bodem)insecten. Koperwieken zijn in de winter te vinden in de nabijheid van besdragende bomen en struiken, zoals lijsterbes en meidoorn, maar ook hulst en kardinaalsmuts zijn in trek. Net als andere lijsterachtigen zijn ze verzot op rottend fruit.

terug naar boven >>

   
 
   
   


Verrijking na hoogwaterschade

Het extreme hoogwater in de Maas afgelopen zomer bracht grote hoeveelheden grind en zand in beweging. Op plekken met een hoge stroomsnelheid is dit materiaal opgepakt, om soms kilometers verderop op rustigere plekken weer te worden achtergelaten.

Het resultaat is spectaculair met grindeilandjes en zandduinen. Het zand en grind vormt een tamelijk extreem milieu, omdat het weinig voedingsstoffen bevat, weinig water vasthoudt en in de zon flink opwarmt. Daar komen dan ook bijzondere planten en dieren voor. Op verschillende plekken ontkiemen grote aantallen zwarte populieren, de zeldzaamste boomsoort van Europa. De bomen groeien graag langs de rivieren, waarbij het water de zaden verspreidt. De kale grindbanken trekken op hun beurt weer steltlopers aan, zoals de kleine plevier en de oeverloper. Zij zoeken op de open, kale plekken naar voedsel.

Waar het snelstromende water zand en grind wegsloeg, ontstonden op verschillende plekken steilwanden. Zeker de hoge steilranden kennen een grote waarde als nestplaats voor ijsvogels en oeverzwaluwen, maar ook allerlei insecten maken hier dankbaar gebruik van, zoals solitaire bijen.
Door de kracht van het water gingen ook veel bomen om. In Meers verdween een deel van het ooibos. De bosontwikkeling kan hier weer opnieuw beginnen, waardoor een aantrekkelijke variatie ontstaat tussen oude en jonge bomen die zorgt voor een grotere diversiteit aan planten en dieren. De omgevallen bomen vormen kleine natuurgebiedjes op zichzelf. Een kluit vormt een potentiële nestelplek voor ijsvogels. Tussen de takken krijgen planten, en daarmee insecten en andere kleine diertjes, extra kansen, omdat zij beschermd worden tegen de vraat van de grote grazers. Ligt een boom in het water, dan creëren de takken veilige plekken voor kleine vissen.

Bron: Natuurmonumenten

terug naar boven >>

 


Kleine landschapselementen

De provincie Utrecht stelt voor de komende twee jaar 600.000 euro beschikbaar voor de aanleg en het behoud van kleine landschapselementen. Dat zijn beplantingen in het landelijk gebied die goed zijn voor de biodiversiteit en het landschap een karakteristieke uitstraling geven. Met het geld kan het Utrechtse Platform Kleine Landschapselementen ook de komende jaren aan de slag.

Het Platform bestaat uit de provincie Utrecht, 16 Utrechtse gemeenten, Landschap Erfgoed Utrecht, Utrechts Particulier Grondbezit en 4 agrarische collectieven. De aanleg van kleine landschapselementen is van meerwaarde voor de landschappelijke en natuurlijke kwaliteit. Het gaat bijvoorbeeld om de aanleg van poelen, lanen, knotwilgenrijen en houtwallen.


De samenwerkingspartners hebben bij het verlengen van de samenwerking besloten om sowieso tot en met 2024 samen op te trekken voor kleine landschapselementen. Grondeigenaren kunnen een aanvraag doen bij het agrarisch collectief in hun gebied.

Via het platform krijgen ze hulp bij het ontwerp, de financiering en de aanleg van hun landschapselement. Het aanleggen en herstellen van landschapselementen kan zowel in agrarische- als natuurgebieden en op landgoederen. De afgelopen 2 jaar zijn via het platform 120 elementen in het landelijk gebied aangelegd of hersteld.

Ook heeft het platform de Landschapswijzer ontwikkeld, met informatie over de bomen en struiken die karakteristiek zijn voor het landschap in de provincie Utrecht.

Bron: Provincie Utrecht

   
   
   
   


Elke maand schrijf ik een stukje over iets wat ik in de afgelopen maand heb gezien tijdens een van mijn wandelingen.
UIT: ergens in het land.
THUIS: Maasland (ZH) en omstreken.

Tiny van der Meer


NATUUR uit: Landgoed Clingendael (den haag)

Een mooiere dag had ik me niet kunnen wensen… Ik geniet van het prachtige schouwspel van warme herfstkleuren en de lage zon die door de indrukwekkende bomengroepen en over de spiegelende waterpartijen speelt. Via slingerende paden wandel ik van de ene verrassing in de andere.

Ik bewonder de Hollandse linde die rond 1733 is aangeplant en speciale bescherming ontvangt vanwege zijn zeer hoge ouderdom en bekijk de vele porseleinzwammen die als een trappetje omhoog kruipen langs een oude beuk. Af en toe waan ik me in een sprookjesbos! Het is een van de laatste dagen dat de bijzondere Japanse Tuin nog toegankelijk is voor publiek. Het is de enige Japanse tuin in Nederland van rond 1910 en bovendien de grootste. In deze kwetsbare tuin staan zeldzame bomen en planten.
Bijzonder om hier een keer te mogen zijn: een ovaal eiland in de vorm van een schildpad, het oosterse symbool voor onsterfelijkheid, de onregelmatig gevormde vijver, de lantaarns, de mooie moslaag, de op een bijzondere manier gesnoeide bomen, de Japanse esdoorns die nu vlammend rood kleuren, verborgen plekjes die ik pas te zien krijg via bewust gecreëerde doorkijkjes. Heel fraai…, maar toch heeft het veel natuurlijker ‘sprookjesbos’ de meeste en mooiste indruk op mij gemaakt.


NATUUR thuis: hoog en droog

Geen druppel regen in m’n regenmeter… Vreemd want er vallen toch af en toe buien. Het raadsel is opgelost als ik tortelduifje zie zitten. Kontje precies boven de opening en als dank poep in de meter in plaats van regenwater. Word daar maar eens boos om... :-).

Gelukkig regent het niet vaak en ik pik de zonnige dagen er tussenuit om in de polder te zijn. Soms heel vroeg voor een mooie zonsopkomst, soms tussen de buien door met als cadeautje een kleurige regenboog, maar ook in de late namiddag om te genieten van het warme zonlicht over de weilanden.

Als ik langs een brede sloot loop, beweegt er iets achter het riet… De muskusrattenvanger staat tot zijn middel in het water, hij trekt een vangkooi omhoog. In plaats van een dode muskusrat, krioelt het in de kooi van de Amerikaanse rivierkreeften en het restantje van hun maaltijd, een half opgegeten vis. Hij pakt een vrouwtje uit de kooi en laat mij zien dat ze eitjes tussen haar achterpoten heeft. Heel veel eitjes! Ik maak een foto van heel dichtbij en voel dat de kreeft mijn lens probeert te grijpen met haar grote scharen.



Het aantal eieren per vrouwtje hangt af van de grootte en loopt uiteen van ca. 50 bij kleine tot 600 bij grote exemplaren. Na het bevruchten draagt ze die mee onder haar staart en verschuilt zich in haar zelfgegraven gang totdat ze uitkomen. Daarna draagt ze de jongen nog enige tijd mee onder de staart. Logisch dat ze enorm in aantal toenemen!

terug naar boven >>

   
 
   
   
   

Schaapskuddes

De toekomst van de vijf gescheperde schaapskuddes in Overijssel is onzeker. Een subsidieregeling van de provincie loopt aan het einde van 2021 af en er is geen geld gereserveerd voor een nieuwe periode.

De hoop van de schaapherders is dat Provinciale Staten het Overijsselse college zal opdragen vanaf 2022 opnieuw geld te reserveren voor de instandhouding van schaapskuddes. In november moest daar een besluit over genomen worden.
Vanaf 2018 tot en met 2021 droeg de provincie Overijssel bij aan de instandhouding van de schaapskuddes. Er werd 600.000 euro voor vrijgemaakt. Vijf beheerders van schaapskuddes maakten van de regeling gebruik. Er zijn voor hen ook inkomsten vanuit verschillende subsidieregelingen voor natuurbeheer.



Gemiddeld komt een schaapherder jaarlijks echter circa 30.000 euro tekort om het beheer van een kudde te kunnen rondzetten, zo blijkt uit onderzoek.

Bron: Tubantia

terug naar boven >>

 


Dwarsligger faunapassage

De spoorlijn, dwars door het natuurgebied Naardermeer, is niet langer een dodelijke barrière voor veel kleine dieren. Twee jaar lang zijn twee faunapassages zorgvuldig geobserveerd om vast te stellen welke dieren van de passage gebruik maken en met welke frequentie.

De passages werden gebruikt door veel meer diersoorten dan vooraf was voorzien en er zijn geen negatieve consequenties voor het gebruik van de spoorlijn gevonden. De 'dwarsligger faunapassage' is universeel inpasbaar waarbij het reguliere onderhoud aan het spoor gewoon kan plaatsvinden. De passage is ontworpen met het oog op amfibieën en reptielen. De passage is, direct onder de spoorstaaf tussen twee speciale dwarsliggers, snel in te bouwen en bijzonder effectief, zo is gebleken.

Naast gebruikelijke cameravallen is bij de observatie ook een timelapse techniek gebruikt, waarbij er elke 5 minuten een foto werd gemaakt. Tijdens de monitoring zijn er ruim 550.000 fotos gemaakt, 5684 waarnemingen van dieren gedaan en 559 gevalideerde passages vastgesteld waarbij de dieren aan beide kanten van de passage werden gezien. Behalve door amfibieën werd de faunapassage ook gebruikt door ringslangen en kikkers en door dieren die niet waren voorzien zoals een boommarter en een das.

Bron: Movares

   
 
   
   
   


Winterwandeling op landgoed Duivenvoorde , kerstbomen en wintergroen - 1 december 2021

Op woensdag 1 december gaat IVN Natuurgids Ria Hoogstraat op stap in de natuur. Het is bijna winter op het landgoed. We gaan kijken naar kerstbomen en ander wintergroen zoals hulst, maretak, taxus en klimop.

Hoe komen zij de winter door zonder dat hun knoppen en bladeren bevriezen? Blijven alle naaldbomen in de winter groen? Waar komt het Kerstlied 'O dennenboom' vandaan en klopt dat wel?
De wandeling eindigt in de kerstbomentuin waar u uw eigen boom kunt
uitgraven.
Kinderen zijn van harte welkom, ze krijgen extra aandacht van de gids.
We verzamelen om 14.00 uur op de parkeerplaats, tegenover de beheerderswoning Laan van Duivenvoorde 1, Voorschoten.
Toegang 1.50 euro, contant te betalen aan de gids of met PIN-pas bij de kaartjesautomaat voor de stenen brug.

De wandeling duurt ongeveer anderhalf uur. Het park is verboden voor honden. Te bereiken met bus 45 of 46 halte Kniplaan, 10 min. lopen.
Aanmelden is verplicht.

Info: tel. 070 - 3279349 of www.ivndenhaag.nl.

terug naar boven >>

   
 
 
   
   



Prijs Beste Natuurboek 2021: de ontdekking van de natuur

De Jan Wolkers Prijs 2021, de prijs voor het beste natuurboek, gaat dit jaar naar het boek De ontdekking van de natuurvan Hans Mulder. De prijs is uitgereikt tijdens een live-uitzending van het NPO Radio 1-programma Vroege Vogels.

In 'De ontdekking van de natuur' staan twintig prachtige en rijk geïllustreerde verhalen over vogels, insecten, bacteriën, draken en nog veel meer. De beschreven ontdekkingen zijn doorspekt met anekdotes over de bijzondere mannen en vrouwen die er tussen 1500 en 1900 voor hebben gezorgd dat wij het leven om ons heen en dat van onszelf zoveel beter begrijpen.


Het pad van de boswachter

Inspirerende gesprekken met boswachters en 24 wandelroutes verspreid over Nederland. Over boswachters bestaat de misvatting dat ze de hele dag rondstruinen in de natuur. Veel Nederlanders zouden daarom graag hun gewonekantoorbaan inruilen voor het ultieme buitenberoep. Natuurlijk ligt de werkelijkheid genuanceerder. Boswachters hebben ook gewoon een baan met vergaderingen en papierwerk. En vanzelfsprekend heb je er een passende opleiding en ervaring voor nodig.

Ook Wim Huijser droomde er in zijn jeugd van om boswachter te worden. Het leven bracht hem echter op een ander spoor. De afgelopen jaren ging hij in heel Nederland op pad met tientallen boswachters. Onderweg sprak hij met hen over het natuurgebied waarin ze werkzaam zijn, hun favoriete flora en fauna en de realiteit van een droombaan.
Mede door corona hebben veel meer mensen de natuur ontdekt.

Er is er meer vraag naar toezicht en handhaving en er is meer bureaucratie. Ook stelt klimaatverandering en verdroging de boswachter voor grote uitdagingen. Dat alles vergt veel kennis, ervaring en betrokkenheid. Om de natuurgebieden in Nederland in stand te houden zijn dan ook veel meer gedreven - goed opgeleide - boswachters nodig. Dat zijn kort samengevat de conclusies die Wim Huijser trekt na een dertigtal boeiende gesprekken met boswachters.


Titel:
            Het Pad van de boswachter - wandelgesprekken over een droombaan
Auteur:         Wim Huijser
Uitgever:       KNNV Uitgeverij
Uitvoering:    Paperback, 224 pag. (15 x 23 cm)
ISBN:            9789050118477
Prijs:            € 24,95         

terug naar boven
>>


   
   
   
   


https://bos-en-bomenbescherming.nl/


Vanwege de grote ontbossing die plaatsvindt in Nederland, zowel op het vasteland als op de Waddeneilanden hebben 51 bomen- bossen- en natuurorganisaties zich verenigd in het Landelijk Netwerk Bossen-en Bomenbescherming (LNBBB). Boskap is een wereldprobleem en Nederland doet mee.

Er wordt te veel bos 'omgevormd' en in het overblijvende bos wordt de kap onvoldoende gericht op toekomstige groei en samenstelling waarmee oude bossystemen kunnen ontstaan.

Meer info: klik hier en/of hier

terug naar boven >>

   
 
   
         
   


terug naar boven >>


   
   
   
   


Mol - (Talpa europaea)

Nu het kouder wordt, zou je misschien verwachten dat de mol, die toch het grootste deel van zijn leven al in een ondergronds gangenstelsel doorbrengt, in winterslaap zou gaan. Maar daar hebben mollen het veel te druk voor. Ze zijn het hele jaar actief. Ze graven zelfs dag en nacht. Als het vriest kruipen regenwormen en dus ook de mol wat dieper onder de grond, tot waar die niet meer bevroren is.

Uiterlijk
Een mol is niet veel groter dan een flinke aardappel. Zonder staart wordt hij maximaal 15 cm lang. Zijn staartje heeft een lengte van 3 tot 4 cm en hij weegt tussen de 70 en 140 gram. Hij heeft een torpedovormig lichaam en een fluwelige, zwarte, waterafstotende en vuilwerende vacht. Zijn buik is grijs. Heel af en toe treft men ook wel eens een albino aan. Af en toe zelfs een oranje exemplaar. Door ijzeroxiden in de bodem kleuren lichtere mollen vaak oranje of geel.

De oogjes zijn nietig klein en worden beschermd tegen vuil door een gordijntje van haren. Lastig om doorheen te kijken natuurlijk, maar dat maakt weinig uit. Meer dan licht en donker ziet hij toch niet.
Niet voor niets luidt het spreekwoord: 'Zo blind als een mol'.

Gehoor en reuk
Een mol heeft geen oorschelpen maar zijn oren zijn wel heel belangrijk voor hem. Samen met de uiterst gevoelige snorharen zorgen ze voor z’n oriëntatie. De gehoorgangen worden goed beschermd door inwendige oorschelpen en een dichte vacht. Niet alleen zijn gehoor is uitstekend, ook zijn reuk. De roze, slurfvormige snuit vertelt hem precies waar zich voedsel bevindt en wanneer er een vijand in de buurt is. Op zijn neus zitten gevoelige tastharen en tastzenuwen, maar ook op zijn staart. Elke dag inspecteert hij 3 x zijn gangenstelsel op indringers en aanwezig voedsel.

Glad
In de nauwe gangen blijft de vacht glad en schoon. Ook achterwaarts door zijn gangen lopen is voor deze ‘gladde jongen’ geen probleem. De tastharen op zijn korte, verticale staart signaleren obstakels en omdat de vachtharen kunnen kantelen in de vacht en dus geen vleug (bepaalde groeirichting) hebben, blijven ze altijd glad liggen. Hierdoor kunnen mollen net zo snel achteruit als vooruit bewegen. Dit heeft veel voordelen bij het graven van zijn gangen.

Torpedo
Hij is enorm gespierd en heeft twee keer meer rode bloedcellen dan een topsporter, waardoor zuurstof snel door z’n lichaam wordt gevoerd. Met zijn sterke voorpoten (graafhanden) met lange nagels kan hij per minuut tweemaal zijn eigen gewicht aan grond verplaatsen. Het is net een gravende torpedo. Per uur kan hij een 12 meter lange gang graven. Met één graafhand duwt hij de grond tot een molshoop omhoog, terwijl hij zich met z’n andere hand en zijn achterpootjes schrap zet tegen de gangwand. De mol maakt een labyrint van gangen. Het gangenstelsel kan meer dan 50 meter lang zijn.

Voedsel
Niet alleen door de molshopen verraadt de mol zich. Soms graaft hij zijn gang zo dicht aan de oppervlakte, dat de omhooggewerkte grond als een ‘mollenrit’ te zien is. Dit zijn jachtgangen. De mol maakt ze als hij op zoek is naar voedsel zoals regenwormen, engerlingen (larven van de meikever), emelten (larven van de langpootmug), ritnaalden (larven van de kniptor), spinnen, duizendpoten, aaskevertjes en naaktslakken.

Voorraad
Zand schuurt de maag, maar de mol heeft liever een schone hap. Voor het eten haalt hij dus de regenworm tussen de nagels van zijn voorpoten door, waardoor aanhangende aarde wordt verwijderd en tegelijkertijd de met grond gevulde darm van de worm wordt leeggeperst. Als hij enkele uren niet eet, sterft hij letterlijk van de honger, dus het is vaak hard werken om 'brood op de plank te krijgen'.
Dagelijks verorberen ze met hun scherpe, spitse tanden, ongeveer 100 wormen, de helft van hun lichaamsgewicht. Mollen leggen in hun onderaardse gangen in het najaar en de winter voedselvoorraden van regenwormen aan, die door het afbijten van een segment zijn verlamd en als levende, kluwens bewaard worden. 

Schadelijk
Door zijn gewoel in akkers en weilanden vinden veel tuinders en boeren de mol schadelijk, ook omdat hij bij het graven nogal eens wortels van planten beschadigt. Vroeger waren er op het platteland speciale mollenvangers, die de mollen met klemmen en wegsteken (met een schop) vingen. Na flinke regen zit een mol hoog in een slaapnest, vlak onder het oppervlak. Omdat er in een seizoen vaak vele honderden mollen werden gevangen, leverde dat een leuke bijverdienste op. De huidjes werden verkocht en vooral gebruikt voor het vervaardigen van bontjassen en moffen. Behalve de mens zijn er meer natuurlijke vijanden zoals uilen, buizerds, ooievaars of blauwe reigers, maar ook hermelijnen, wezels en vossen.

Solitair
Mollen zijn solitaire dieren, dat betekent dat ze meestal alleen leven. Ze zijn steeds afwisselend 3 à 4 uur wakker en gaan dan een paar uur rusten. De mol slaapt rechtop, met zijn hoofd tussen zijn voorpoten. De grootste vijand van de mol is de mol. Elke mol heeft z'n eigen territorium. Komt daar een andere mol in, dan vechten ze elkaar de tent uit, behalve in februari en maart, want dan begint de paartijd. Het mannetje verlaat z'n territorium en gaat op zoek naar vrouwtjes. Ze maken dan speciale gangen die de verschillende gebieden met elkaar verbinden, de 'liefdestunnels'.

Nest
Pa mol verzamelt nestmateriaal, zoals bladeren, mos en droog gras. Het wijfje, dat zo’n week of vier drachtig is, verjaagt daarna meestal het mannetje zodat zij lekker rustig aan een nestkamer kan beginnen. Die bevindt zich onder een grote molshoop, heeft de grootte van een voetbal en telt meestal verscheidene uitgangen. Er worden 3 of 4 jongen geboren, kleine, blinde, roze biggetjes van een paar centimeter groot. Na 22 dagen gaan de oogjes open. Ze worden 4-5 weken door de moeder gezoogd en blijven daarna nog 2-3 weken bij elkaar in het gangenstelsel.| Na acht weken vindt de moedermol dat de jongen het zelf maar moeten uitzoeken en worden ze het gangenstelsel uitgezet. De jongen gaan dan op zoek naar een eigen territorium. Dat is het moment (meestal in juni of juli) dat jonge mollen zich boven de grond vertonen waar ze het risico lopen ten prooi te vallen aan predatoren of het drukke autoverkeer.

Voorkomen
De mol komt in Europa bijna overal voor, behalve in IJsland, Ierland en delen van Scandinavië. De invoering van de mol is op Texel en Schiermonnikoog mislukt, ook al heeft de mol enkele keren de kans gekregen om zich op een van deze eilanden te vestigen. Doordat geschikte biotopen grotendeels ontbraken en het dier intensief bejaagd werd door boeren kreeg de mol niet de kans zich blijvend te vestigen.

Verjagen
Als een mol uw tuin heeft uitgekozen en u hebt liever dat hij verhuist naar uw buurman, dan kunt u als zachtaardige en milieuvriendelijke oplossing om de paar meter flessen zonder bodem in de mollenritten plaatsen met de hals boven de grond. Als de wind er overheen blaast, veroorzaakt dat een buitengewoon hoog geluid in de mollengang. Hoewel de mol zelf ook piept, snort en kwettert en in dreigende situaties zelfs kan blazen, is dit geluid voor hem zo irritant dat hij er hoogstwaarschijnlijk vandoor zal gaan. De mol heeft ook een hekel aan de geur van keizerskroon of kruisbladwolfsmelk.

Volksgeneeskunde
Het mollenpootje werd oorspronkelijk als amulet om de hals gehangen van kinderen bij wie de tanden niet doorkwamen. Omdat daarbij wel eens koortsstuipen optraden, werd het ook een amulet tegen stuipen. Toen tenslotte de betekenis van dit middel verder verwaterde, gebruikte men het mollenpootje ook bij hoofdpijn, kiespijn en kinkhoest.

terug naar boven >>

   
 
   
 



Fladderiep gered

Gemeente Lochem wilde deze Fladderiep(Ulmus laevis) in een wijk in Lochem met een hoogte van 27 meter en een omtrek van 4,43 meter kappen voor een woningbouwproject.

Omwonenden hebben met succes gestreden voor behoud. De gemeente zorgt nu voor watergift gedurende droge zomers.


Temperatuur Europese bossen

Een Belgisch team van onderzoekers van de universiteiten van Gent, Leuven en Antwerpen hebben voor het eerst de temperatuur van alle Europese bossen in kaart gebracht. Dankzij een netwerk van meer dan 1200 kleine weerstations, verspreid over alle Europese bossen, kon er een gedetailleerde klimaatkaart opgemaakt worden die het temperatuurverschil weergeeft tussen het bos en zijn omgeving.

De onderzoekers stelden vast dat de maximale zomertemperaturen in bossen gemiddeld 2°C lager zijn dan hun omgeving, maar het verschil kan oplopen tot 10 graden. Dit verkoelende effect is van groot belang in de strijd tegen het opwarmende klimaat. In de winter zijn bossen juist gemiddeld 2°C warmer met uitschieters tot 12 graden.

De bladeren en de takken van de bomen vormen een isolatielaag boven het bos. Bovendien zorgt de fotosynthese in bladeren voor verdamping van water, waardoor warmte van de omgeving wordt onttrokken en bossen koeler zijn in de zomer. Het onderzoek bracht tevens grote verschillen binnen en tussen bossen aan het licht. Geen twee bossen zijn hetzelfde. De verschillen in de dichtheid van het bladerdak, boomsoortensamenstelling en de topografie hebben een grote invloed op de bostemperatuur.
Het artikel 'ForestTemp – sub-canopy microclimate temperatures of European forests' is gepubliceerd in Global Change Biology.

Bron: Universiteit Gent


terug naar boven >>

   
   
   
   
   
   



Marjolein Bastin, Een ode aan de Veluwe - t/m 30 januari 2022

De expositie toont 40 originele aquarellen waarbij de kunstenaar zich heeft laten inspireren door de Veluwe in combinatie met oud-Hollandse tegels. Voor het eerst is een expositie van Marjolein Bastin te zien in haar woonplaats in de gemeente Ede. 40 bruiklenen, waarvan circa 15 nog niet eerder tentoongesteld, tonen Marjolein Bastins grootste inspiratiebron: het Veluwse landschap.

De seizoenen op de Veluwe vormen de basis van de tentoonstelling. Het museum toont in aanvulling op de aquarellen een selectie unieke tegels met bloemen, planten en dieren.
Bastin wordt al heel haar leven gegrepen door de schoonheid van de natuur. Zij brengt met haar schitterende aquarellen al meer dan veertig jaar de natuur dichtbij de mensen. Mensen genieten van haar creaties in haar wekelijkse rubriek in het tijdschrift 'Libelle'. Hoewel Bastins werk internationaal bekend is, zijn de originele aquarellen zelden te zien en niet eerder is haar werk geëxposeerd in de gemeente Ede.

Beeld: Marjolein Bastin

Nederlands Tegelmuseum

Adres: Eikenzoom 12, 6731 BH Otterlo


Het stille groen - t/m 19 december 2021

An Luthart schildert de stilte. Olieverfschilderijen waarin de natuur in al haar schoonheid het onderwerp is. Ambachtelijk en realistisch geschilderd met vooral mysterieus licht, liefst zo groot mogelijk. Daarbij zijn in de expositie kleine beeldjes van haar hand opgenomen:

Mensfiguren uit verschillende bevolkingsgroepen in de wereld met hun specifieke uitstraling. Luthart werkt 30 jaar als zelfstandig kunstenaar en geeft daarbij al zon 20 jaar schilderlessen in haar atelier.

Kasteel Groeneveld

Adres: Groeneveld 2, 3744 ML Baarn
Meer info: klik hier



Schilderijen van Cor Kaspers - t/m 6 februari 2022

Expositie schilderijen van Cor Kaspers. Cor schildert o.a. dieren en winterlandschappen. Hij trekt er veel op uit en observeert in de natuur zijn omgeving, gaat zitten en schilderen.

Van zijn hand hangen 37 werken in museum Soest. Hij kan uren vertellen over zijn schilderijen en doet dat met passie. Zijn schilderijen combineren heel mooi met het museum dat in kerstsfeer is gebracht. Een uitgebreid verhaal over Cor kunt u vinden op de website van museum Soest.

Museum Soest

Adres: Steenhoffstraat 46, 3764 BM Soest
Meer info: klik hier

terug naar boven >>

   
   
   
   
   


Reageren op NNN

Voor reacties op de inhoud van NatuurNetNieuws, uw waarnemingen, natuurnieuws en vragen over de natuur, mail naar: tiny@groen-natuurlijk.nl
Voor het wijzigen van uw e-mailadres (vermeld ook uw oude e-mailadres!) of afmelden voor de nieuwsbrief mail naar: info@groen-natuurlijk.nl
Kopfoto en samenstelling: Tiny van der Meer. Lay-out: Hans Steinfort

Voor het aanmelden als abonnee op NatuurNetNieuws kijk op: https://groen-natuurlijk.nl/natuurnieuwsbrieven/
Het overnemen van informatie is toegestaan, mits u duidelijk vermeldt:
Bron: NatuurNetNieuws, uitgave van platform GROEN! natuurlijk: www.groen-natuurlijk.nl

Behalve voor u is er ook een natuurnieuwsbrief (NatuurNetNieuwsJunior) voor uw (klein)kinderen in de basisschoolleeftijd met een verhaaltje, veel informatie over dieren en/of planten (handig voor een spreekbeurt) en uittips voor kinderen. Net zoals u gratis abonnee bent van NatuurNetNieuws, kunt u of kunnen zij zich ook gratis abonneren op NatuurNetNieuws Junior (komt zes keer per jaar uit!). U hoeft alleen maar een mailtje te sturen naar: info@groen-natuurlijk.nl of het formulier in te vullen: klik hier


   
   

Volg ons ook op Facebook

Onze Natuurnieuwsbrief verwijst soms naar websites van derden. We hebben geen controle over de aard, de volledigheid noch de juistheid van de informatie op deze websites en zijn daarom niet aansprakelijk voor de inhoud daarvan.

terug naar boven >>




 

 

 
 
 
     
' ' .