|
|
|||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Al heel veel jaren maken wij voor jullie de nieuwsbrief NNN junior. Wanneer de eerste NNN junior uitkwam weet ik niet precies maar in elk geval al in 2006. De kinderen die toen NNN junior lazen, waren misschien 7 of 8 jaar en zijn nu dus al 23 of 24! Hanneke maakte de eerste 10 jaar heel leuke tekeningen van een klein meisje: Noa. Maar vanaf nu ga je ook kennismaken met Klaartje. Zij kan, net als Noa, praten met de dieren die ze ontmoet. |
||||||||||||||||||||
Klaartje huppelt door het stille winterbos. De bomen hebben al hun blaadjes laten vallen. Hun takken steken als lange blote armen in de lucht. Brrrr… Zouden ze het koud hebben? |
||||||||||||||||||||
Sommige (kleine) dieren zoals egels en vleermuizen slapen de hele winter door, omdat ze dan geen eten (insecten) kunnen vinden. Er zijn dieren die tijdens hun winterslaap een paar keer bewegen in hun slaap, maar andere slapen de hele winter aan een stuk door. Dat lukt omdat ze in de winter zo min mogelijk energie gebruiken. Eerst stoppen ze hun buik nog behoorlijk vol. Daarna gaan ze slapen en laten hun lichaamstemperatuur behoorlijk zakken: sommige tot nul graden, vleermuizen zelfs daaronder. De bruine- en de groene kikker, maar ook sommige salamanders, reptielen en amfibieën die zich in de buurt van water ophouden, slapen ook graag in de winter. Ze overwinteren onder water in de modder, in holtes in de oever of in een ondiepe kuil in de tuin gevuld met takken, blad, gras en wat keien. Deze kikker had zich half november al lekker volgegeten. Van hem mocht de winter wel beginnen. Weetje: |
||||||||||||||||||||
Veel van de in Nederland voorkomende vleermuissoorten overwintert in koele, vorstvrije en vochtige ruimtes, zoals bunkers, ijskelders, onder brughoofden, in steenfabrieken en (mergel)groeves. De gewone dwergvleermuis doet dat vooral in gebouwen, bijvoorbeeld in de spouw van een muur. De rosse vleermuis brengt de winter graag door in holtes in dikke bomen.
Wanneer vleermuizen een plek hebben gevonden gaan ze ondersteboven hangen. Ze hechten zich vast met de klauwen aan hun achterpoten en doen hun poten 'op slot' om geen kracht en energie te verliezen. Zo blijven ze de hele winter hangen tot ze in maart weer wakker worden. |
||||||||||||||||||||
Toen ik deze ijspegels vorig jaar februari onderaan een stoepje boven het water zag hangen, vond ik het precies vleermuizen! Deze hingen geen 4 maanden voordat ze weer wakker zouden worden uit hun ‘winterslaap’, maar verdwenen na een paar dagen als sneeuw voor de zon. |
||||||||||||||||||||
Grotere dieren houden geen winterslaap maar een winterrust omdat een te sterke daling van hun lichaamstemperatuur levensgevaarlijk voor ze kan zijn. Voordat het koud wordt, zoeken eekhoorns, dassen, hamsters, muizen en ratten dus heel veel eten bij elkaar. De veldmuis houdt, net als de meeste muizen, geen winterslaap. Zijn vacht is dik genoeg en in zijn ondergrondse hol is het behaaglijk. Om voldoende te eten te hebben in de winter, legt hij voorraadjes vruchten en zaden aan van enkele honderden grammen. Daartussen maakt hij looppaadjes, net onder de sneeuw, door het gras. Het zijn net tunneltjes. Als de sneeuw gaat smelten, zijn die paadjes heel mooi te zien. |
||||||||||||||||||||
Dassen houden in Nederland ook geen winterslaap zoals egels maar ze komen ’s winters niet of nauwelijks hun burcht uit. In sneeuwrijke gebieden in Europa laten dassen de ingangen van hun burchten gewoon ‘dichtsneeuwen’.
Dankzij de dikke vetvoorraad die ze in de zomer en herfst in hun lichaam hebben opgebouwd, komen ze toch goed de winter door. Dassen leiden een geheimzinnig bestaan. Ze zijn er wel, maar je ziet ze niet of nauwelijks. Als er sneeuw gevallen is verandert dat. Midden in de winter komen ze nog weleens naar buiten. Als je tijdens een wandeling in een gebied waar dassen voorkomen een beetje oplet, kun je duidelijke dassensporen zien. Druk belopen wissels (vaste looppaadjes) bijvoorbeeld, soms dwars door heideveldjes en graslandjes. Met de lange nagels van hun voorpoten krabben ze in de bevroren en besneeuwde grond en samen met hun gevoelige (stofzuiger)neus zijn ze op zoek naar (de geur van) regenwormen. |
||||||||||||||||||||
De roodborstjes die je 's winters in de tuin ziet, komen uit gebieden waar het nog kouder is dan hier. Ze zijn dol op insekten. Dat kun je zien aan hun dunne snaveltje. Zaden en vruchten vinden ze wel lekker net als etensresten of gedroogde meelwormen voor vogels die mensen uitstrooien in hun tuin. Soms zie je vogels op een tak zitten met een veel dikker lijfje dan je gewend bent. Het roodborstje demonstreert het elke winter weer. Als het echt koud wordt, gaat het ‘dik’ zitten. |
||||||||||||||||||||
Best wel een beetje zielig dat hazen helemaal geen plekje hebben om te schuilen als het sneeuwt. Ze moeten gewoon in hun leger in de sneeuw liggen. Daar kunnen ze wel tegen hoor, ze hebben een heel dikke boven- en ondervacht, maar fijner als die sneeuw snel verdwijnt en ze weer lekker gras onder hun grote voeten hebben. Nodig: Knip uit het bruine papier: 8 oren, 8 voorpootjes en 8 lange snorharen. Uit het oranje papier 4 neusjes. Plak de oren, de wiebeloogjes, de snorharen en de voorpootjes aan de rechtopstaande uitsteeksels van het eierdoosje. In het midden van de snorharen plak je het neusje. Hierna leg je in de putjes van het doosje katoenen watten (of een laagje keukenpapier). Maak dit goed nat. De watjes moeten al het water opnemen. Strooi nu de tuinkerszaadjes over de watjes tot de zaadjes +/- een halve mm uit elkaar liggen. Bespuit de zaadjes nog even met een plantenspuit en zet het bakje op een plastic zakje (tegen het lekken) op de vensterbank. Zaden hebben naast warmte, vocht en licht ook lucht nodig om goed te kiemen. Even wachten…, nog even wachten… |
||||||||||||||||||||
Wat als je meester een olifant was? Of je juf een luipaard? Op de DierenAcademie maak je het mee. Twaalf dieren hebben hier hun eigen lokaal. Zij leren je om vanuit dieren naar de wereld te kijken. Dat is hard nodig, want mensen hebben er een potje van gemaakt: ze hebben zich boven de natuur geplaatst! Dat moet anders.
Filmpje: klik hier Max Verstappen: Master of Puppets - In de expositie wordt aandacht geschonken aan Verstappens vroegste poppen die hij als kind maakte tot aan de hedendaagse poppen die hij maakt voor musicals en theatervoorstellingen. In zijn leven heeft al hij meer dan honderd poppen gemaakt. Zo stond hij aan de wieg van de poppen uit de Annie M.G. Schmidt-series ‘Otje’ en ‘Ibbeltje’ maar ook van Met zijn poppen reist Max door het hele land. “Voor kinderen zijn het echte wezens. Hun fantasie is namelijk zo rijk dat zij moeiteloos van alles waarnemen wat ik niet eens laat zien. Elke voorstelling is daarom ook voor mijzelf zelf nog steeds een betoverende belevenis.” Max Verstappen is ook een van de bedenkers van de poppenserie Kip bij Villa Achterwerk. De nieuwsgierige, kakelende dame die eigenlijk nooit uit haar schuur kwam. Speelgoedmuseum Deventer Tot de volgende keer!
|
||||||||||||||||||||
Behalve voor jullie is er ook een natuurnieuwsbrief (NatuurNetNieuws) voor oudere broers en/of zussen en grote mensen zoals bijvoorbeeld jullie ouders, grootouders.
|
||||||||||||||||||||
< |
Nog meer leuke uittips in en over de natuur kun je lezen op onze website: www.groen-natuurlijk.nl, kijk maar op de kinderpagina. Tot de volgende keer! |