Tamme kastanje (Castenea sativa)

De tamme kastanje is geen inheemse boom maar hij is inmiddels volledig ingeburgerd. Hij komt van nature voor in het Middellandsezeegebied, Oost-Europa en de Noordkust van Afrika. De Romeinen waren zo dol op deze vruchten dat ze ze meenamen naar het noorden en hier aanplantten. Sindsdien zijn hun nakomelingen overal te vinden.

IMG_tammekastanjeHerinnering
De tamme kastanje heeft een voorkeur voor een zacht klimaat, is gevoelig voor late lentevorst en krijgt ook gauw vochtbarsten. Hij stelt geen hoge bodemeisen, maar verdraagt geen zeer natte standplaatsen. Vooral op hellingen gedijt hij goed. In Nederland zijn ze vooral in het zuidoostelijke deel van het land te vinden. Niet alleen in Breda staat een prachtige tamme kastanje, maar bijzonder mooie en oude exemplaren vind je ook in de regio rond Nijmegen, nabij Arnhem en Rheden, hier en daar in de Achterhoek en in Limburg. Een zichtbare herinnering aan het feit dat de Romeinen hier zijn geweest, zijn vooral de tamme kastanjes in de Heerlijkheid Beek. Het kastanjedal is bijzonder. De bomen zijn herkenbaar aan hun gedraaide schors met prachtige grijze karakteristieke patronen: gebarsten in de lengte en daartussen geribbeld alsof er een wafeltang is gebruikt.

Dikste?
Een van hen is de ‘Kabouterboom’. Deze naam dankt hij aan de holle stam, met aan de voet veel gaten en spleten. Al heel lang wordt aan kinderen verteld dat hier kabouters in huizen. Na de brand in de holle boom, aangestoken door baldadige jongeren in januari 2005, werd gevreesd voor het leven van deze oeroude tamme kastanje maar gelukkig leeft de beroemde boom nog. Hij staat bekend als de dikste boom van Nederland, maar omdat hij op een steile helling staat is zijn omtrek moeilijk te meten. Zijn leeftijd, die geschat wordt op 400 jaar, zal wellicht minder zijn, gezien de vrij snelle diktegroei van tamme kastanjes.

IMG_tammekastanjeplaatjes1Geur
De tamme kastanje, die geen familie is van de paardenkastanje, maar van de beuk en de eik, is in de zomer makkelijk te herkennen aan zijn langwerpige, grof gezaagde bladeren. Ze zijn glanzend donkergroen (aan de onderzijde iets lichter) en kunnen wel 30 cm lang worden. Na het uitlopen van de bladeren verschijnen de mannelijke bloemen, lange bundeltjes fijne witte bloempjes met een heel specifieke geur die kevers lokt. De vrouwelijke bloempjes zitten ingesloten in een stekelig napje. Kevertjes, vliegen en bijen zijn de bestuivers. Bijen verwerken de nectar van de bloemen tot een donkere, lekkere honing, die door zijn hoog gehalte aan fruitsuiker lang vloeibaar blijft.

Heilig kruis
Na de bestuiving ontstaan de bekende stekelige bolsters, die twee tot drie nootvruchtjes bevatten. In de herfst vallen ze af of breken al open aan de boom. Voor gekerstend Europa beeldde de kastanje de strijd tussen God en de duivel uit. De tamme kastanje liet ‘brood uit de hemel regenen’ en was daarmee een geschenk van God. De jaloerse duivel kon dat niet hebben en blies op de bolsters, die stekels kregen. Waarop God het laatste woord had: als de kastanjes rijp waren en op de grond vielen, sprongen de .in vier delen open in de vorm van een heilig kruis. Zo kon men de kastanjes zonder moeite oprapen.

IMG_tammekastanjeplaatjes2Aardappel voor de armen
De leerachtige, glanzend bruine nootjes, worden zowel door mens als dier verzameld. De zaden van de kastanje hebben eeuwenlang miljoenen Italianen in leven gehouden, vooral in de berggebieden. Wanneer graanoogsten mislukten of plunderende legers door het land trokken, beschermde de tamme kastanje het volk tegen de honger en kou.
De zaden bevatten onder meer proteïne, suiker en vitamines B1, B2 en vooral vitamine C. Italiaanse boeren maken nog steeds gebruik van de vruchten als voedingsmiddel.
Het verzamelen en verwerken van kastanjes (de castagnatura) begint in Italië op 29 september en duurt tot 11 november. Van oktober tot december worden tamme kastanjes in talloze stalletjes in de landen ten zuiden van Nederland in gepofte vorm aangeboden. De tamme kastanje is veel minder vet dan de andere noten en bevat meer zetmeel. In vroegere tijden noemde men de vruchten ‘aardappel van de armen’. Ook eekhoorntjes, gaaien, muizen, kraaien en wilde zwijnen zijn er dol op.

Naam
Zijn naam heeft de tamme kastanje te danken aan de Griekse stad Kastanéia. De Romeinen veranderden zijn naam in Castanea. Het woord sativa betekent gecultiveerd, maar ook staat het voor nuttig of verzadigend.

Toepassingen
Uit extracten van de bladeren werden vroeger medicijnen tegen hoest, slijmvorming en diarree bereid.
De beroemde Engelse kruidenkenner Nicholas Culpeper schreef kastanjes voor om bloed te verdikken. In heel Europa werden kastanjes meegedragen als medicinaal amulet. Het meel van de tamme kastanjes werd gebruikt om linnen te bleken en om stijfsel te maken.
Het hout is fijn vezelig en zeer goed bestand tegen vocht. Het is zelfs nog houdbaarder dan eikenhout en is daarom geschikt voor het vervaardigen van (tuin)meubelen, houtsnijwerk, beeldhouwwerk, vloeren, buitendeuren, afrasteringen en bruggen.

terug