Veldesdoorn, Spaanse aak (Acer campestre)

Langzaam groeiende, grote struik of boom, ook wel veldesdoorn genoemd. De naam Spaanse aak is een beetje vreemd, want het is de enige Esdoorn die in Nederland vanouds tot de wilde flora behoort.

IMG_veldesdoornKurklijsten
Karakteristiek zijn de kurklijsten die met name op oudere takken voorkomen.
De Spaanse aak heeft kleine bruine knoppen in de winter. Het jonge blad is vaak roodachtig gekleurd en is in de herfst geel.

Bloeden
Acer campestre, zoals de Latijnse naam luidt, is geschikt voor alle bodems, met uitzondering van zeer arme, droge zandgronden en natte bodems. Hij is windbestendig, geschikt voor zonnige en schaduwrijke plaatsen en is bestand tegen luchtverontreiniging en strooizout.
Als de Spaanse aak tussen januari en mei wordt gesnoeid zal hij gaan ‘bloeden’, echter minder dan de andere esdoorns. Dit sap bevat een beetje suiker en daarom boorde men de Spaanse aak wel aan, en maakte van het sap, dat vooral in het voorjaar rijklelijk vloeit, een soort wijn of likeur door het te laten gisten. Op dezelfde manier doet men dat bij de berk.

IMG_veldesdoornplaatjes1

Bloei
De veldesdoorn bloeit met geelgroene bloemen in opstaande tuilen in mei en geeft daarna gevleugelde vruchten. De Zeeuwse naam Beuterblaerhout dankt de boom aan het feit dat men boter vroeger in de bladeren verpakte, speciaal op Walcheren. De veldesdoorn is bruikbaar voor landschappelijke beplantingen, houtsingels en onderbeplanting en blijft doorgaans kleiner dan 10 meter.

terug