Vlier (Sambucus nigra)

Een uitspraak uit vroeger tijden luidt: “Voor de vlier moet je je hoed afnemen.” Aan het slot van deze kennismaking met de gewone vlier zullen we zien of dat terecht is.

IMG_vlier
Bladverliezend
De gewone vlier, die behoort tot de kamperfoeliefamilie, komt in vrijwel heel Europa algemeen voor, behalve in het hoge noorden. Het is een sterke, bladverliezende, rijk vertakte, 5 – 7 m. hoge struik. Hij groeit ook als een breed uitstoelende, tot 10 meter hoge boom met overhangende twijgen, vandaar het gezegde: “Te klein voor een boom, te groot voor een struik.” Hij kan op arme grond, in de schaduw, in verwaarloosde tuinen en zelfs op vuilstortplaatsen groeien, al bevalt een lichte of halfbeschaduwde standplaats met een iets vochtige, voedsel- en humusrijke klei- en leembodem, zoals vochtige loofbossen, naaldbossen en bosranden hem beter.

Geur
De knoppen, die zich al vroeg in de lente openen, groeien tegenovergesteld, de bladeren zijn oneven geveerd, ongeveer 30 cm lang, en bestaan uit vijf tot zeven bladslippen die ovaal-lancetvormig zijn met een spits toelopende punt en een grof gekartelde rand. De in juni ontluikende, sterk geurende, geelwitte bloemen, waarvan sommigen beweren dat ze naar katten ruiken, groeien rechtop in platte, 12 – 20 cm brede schermen. Ze bevatten veel stuifmeel en worden door allerlei vliegen en door bijen bezocht. Van de vlierbloesem is van alles te bereiden, zoals azijn, wijn of sap. Ook is het heel lekker om de vlierbloesem in een beslagje te dopen en te frituren. De legenden schrijven dat het aroma, dat de vlier tijdens zijn bloeiperiode verspreid, hallucinerende dromen teweeg brengt als je onder of in de nabijheid van een vlier in slaap valt.

IMG_vlierplaatjes1Bijzondere krachten
Aan de vlier worden heel bijzondere krachten toegeschreven. Vroeger plantte men de vlier vlak bij de boerderij, het liefst onder het keukenraam omdat hij bescherming bood tegen kwade geesten, vliegen en ongedierte. Bovendien trok de vlier goede geesten aan en was hij een veelzijdig geneesmiddel. Er zijn landen waar het gebruikelijk is de vlier te groeten en te bedanken als je hem onderweg tegenkomt. In Engeland en Frankrijk mocht vlierhout niet worden verbrand, omdat de kippen dan meteen geen eieren meer legden. In Zweden kusten zwangere vrouwen de vlier. Als je klachten had, ze op een briefje schreef en dit in een holle vlier stopte, verdwenen je klachten als bij toverslag. Er zijn echter ook verhalen bekend dat heksen zich af en toe zouden veranderen in een vlier. Ze konden zich zo ongemerkt tussen de “gewone stervelingen” verspreiden en horen wat er over hun gezegd werd.

Ruiken
De vlier heeft een grote voorkeur voor stikstofrijke grond. Als gevolg van stikstofverrijking door zure regen heeft hij zich sterk kunnen uitbreiden. De grijsbruine tot zwartgrijze ruwe schors op oudere stammen heeft overlangs grove ribbels. De jonge twijgen zijn glad en gevuld met wit merg. Het harde gelig-witte hout is ook onder de grond goed bestand tegen houtrot en wordt onder andere gebruikt om stokken voor wijnranken van te maken. Zowel de bladeren als de mergrijke, jonge takken ruiken heel onaangenaam. Niet alleen wij, maar ook vliegen schijnen er zo over te denken, want voerlui maakten vroeger kransen van de vlier om vliegen bij de hoofden van de paarden vandaan te houden.

Muziek
In de geschiedenis speelt de vlier van oudsher een belangrijke rol. De Griekse naam Sambucus voert ons, via Griekenland, terug naar, onder andere, de bazuinen waarop de psalmen begeleid werden. De betekenis van de botanische naam van de vlier luidt dan ook: oude Latijnse naam voor struiken en kleine bomen, misschien in verband staande met sambuca, schuiftrompet. Nog steeds kun je van de takken van de vlier een fluitje of een proppenschieter *) maken.

Leven en dood
De vlier speelde een grote rol bij de dood en het begraven. In vroeger tijden hoorde de vlier bij vrouw Ellhorn, Hyldemoer oftewel vrouw Holle. Zij was de doodsengel, die de mensen die sterven moesten, ophaalde en begeleidde. Vandaar het gebruik van de vlier rondom begrafenisrituelen: de doodgraver sneed een vliertak om de dode de maat te nemen. Er werd een kruis van vlier in de kist of op het graf gelegd, of men werd begraven onder een vlierboom. Als de vlier ging uitlopen, wilde dat zeggen dat de dode zalig was geworden. In diverse streken (onder meer in Friesland) plant men een vlierstruik op het graf. De levenstaaie vlier is levens- en doodsboom tegelijk.

IMG_vlierplaatjes2Bessen
In augustus en september als de bessen, die rijk zijn aan kalium en vitamine C, volrijp zijn en de typische zwartpaarse kleur hebben gekregen, kunnen ze worden geplukt en worden gebruikt voor onder andere vlierbessensiroop, vlierbessenjam en vlierbessenwijn. Vooral merels, lijsters, spreeuwen en zwartkoppen beschouwen de vlierbessen als lekkernij. De drie zaadjes die in elke steenvrucht zitten, worden door deze vogels via hun uitwerpselen verspreid. Vlierzaden zijn in Zwitserland nog gevonden in nederzettingen uit het stenen tijdperk. De bessen werden toen gebruikt als voedsel. Vlierbessen mogen niet voortijdig worden geoogst. Onrijpe bessen van de gewone vlier zijn licht giftig. Ze kunnen diarree veroorzaken. Oogst beslist geen bessen van de kruidvlier (Sambucus ebulus).Deze veroorzaken misselijkheid en duizeligheid.
Men schreef vroeger verschillende geneeskrachtige werkingen toe aan de vlierbes. Een aftreksel uit de bes werkte, zo dacht men, tegen kiespijn en eksterogen.
Een mengsel uit de bast of bladeren van de vlierbes was goed voor de stoelgang, het werkte bovendien tegen verkoudheid, prikkende ogen en was eenbraakmiddel. Het plukken van geneeskrachtige kruiden geschiedde bij wassende maan, op andere tijdstippen was er geen geneeskrachtige werking te verwachten.

Medisch
De oergezonde vrucht staat volop in de medische belangstelling. In Israël doen wetenschappers veel onderzoek naar deze kleine zwarte vrucht, want bepaalde stoffen in de bes zouden mogelijk verschillende varianten van het griepvirus kunnen remmen. Hierdoor zou de genezing van griep mogelijk versnellen. Sinds de jaren negentig is de vlierbes ook in de belangstelling gekomen van een coöperatie van verschillende biologische telers die minder bekende vruchten aanplanten. Zo is er in het noorden van Friesland, met name rond Buitenpost, een biologische vlierbessenteelt ontstaan.

En..nemen wij ons petje af voor de vlier?
Doen we…hij heeft het verdiend!

Chapeau!!

terug